Recensie, geschreven door Karel Wasch, over de bundel
Een Poolse Saga
Een Poolse Liefde
gedichten van
Barney Agerbeek
Barney Agerbeek (1948) publiceerde al veel moois. Schaduw van schijn was zijn debuut, een verhalenbundel. Daarna gevolgd door de roman Njai Inem, het mooie verslag over de bijvrouw van een planter in Indië. Daarna volgden gedichtenbundels en hij werkte mee aan een vette biografie over glaskunstenaar Floris Meijdam en zat in de redactie van het roemruchte literaire blad Nynade. Nu ligt zijn gedichtenbundel Een Poolse Saga, Een Poolse Liefde voor me.
De belangstelling voor Polen is niet vreemd, want Agerbeek ontmoette zijn beeldschone bruid Ella op vakantie in Polen.
In het eerste gedeelte van de bundel heeft Agerbeek het vooral over Polen na de Tweede Wereldoorlog. We krijgen een inkijkje in de geschiedenis van Polen en daarmee samengaande observaties van de dichter.
In het tweede gedeelte van de bundel heeft de dichter het over vrouwenemancipatie, multiculturele schijnbewegingen en natuurlijk - hoe kan het ook anders - over de liefde.
Het ijzeren gordijn
Geallieerden en bondgenoten
op alle fronten, zij aan zij
Tot er moet worden gekozen
dan vallen de maskers af
Tijd om belangen af te wegen
Het schijnt dat op een vrolijke dag
in Jalta
Stalin, Churchill en Roosevelt
lachend op de foto staan
Ze trekken nieuwe grenzen
maken de kaart van Europa
De overwinnaars bepalen naar eer en geweten
dat mensen links of rechts van een muur leven
in het Sovjetrijk of het Vrije Westen
het IJzeren Gordijn, midden in een land
Na jaren van bloedige
strijd de ontknoping:
Stalin volgt Hitler op in Polen
Dromen over vrijheid en vrede
onder de pollen geschoffel
– armen rond de borst
hand voor de mond
Wat onderhuids broeit
vat een keer vlam
Een harde observatie- Agerbeek observeert precies en doeltreffend- van een getormenteerd land. Internationale grootmachten verdeelden Polen of lijfden het simpel in.
Stalin volgt Hitler op in Polen. De droom van vrijheid is nog steeds niet waarheid geworden. Protesten worden de kop ingedrukt. Het land werd een dictatuur. De trotse Polen moeten heel wat ondergaan, niet ver van onze landsgrenzen. En ook de geallieerden wisten zich eigenlijk geen raad met Polen. Maar Agerbeek denkt dat het volk op een dag deze ketens af zal schudden. Wat onderhuids broeit vat een keer vlam. Er is dus nog een sprankje hoop.
Tralies in deuren en ramen
Twee mannen in lange jassen
hoor hun hakken op tien stappen
Je zou zeggen, ze zijn zo
uit een lachfilm weggelopen
Ze noteren:
hoe laat ik de deur uitga
wat ik koop voor op mijn brood
wie naast me in de tram staat
Zelfs bij dagelijkse dingen
wik en weeg ik uitgebreid
Gedachten zijn geheim
Stoepen met slierten sneeuw
De ene dag is als de andere
krantenkoppen vertellen niks nieuws
Geruchten doen de ronde
mensen worden opgepakt
boos of met bonzend hart
Het zijn er al meer dan honderd
in de nacht of vroege ochtend
verdwenen achter strenge muren
Soldaten in de straten, geen idee
waarheen of waarom
Laarzen om de kuiten
helm op de hersenpan
De wereld ligt aan hun voeten
Voorwaarts, mars, door elke plas
Zolang zwijgen duurt
spreekt alles voor zich
Het verborgene uit zich
onuitgesproken
Alleen het alziend oog
en het luisterend oor
spreken de waarheid
Wat nadert
omcirkelt als drijfzand
kruipt langs. achterop
en pleegt verraad
Ik schuil de dagen in mijn huis
droom tralies in deuren en ramen
vloek soms binnensmonds
Angst komt met stroeve lippen
en een droge keel
Mooi hoe Agerbeek de sfeer schetst in het communistische Polen, waar hij werd geschaduwd. Hij wist zijn bruid, na het eindeloos vervullen van formaliteiten uit dat land te halen, te bevrijden. Maar haar familie bleef achter. Mannen volgen hem, noteren alles wat hij doet. Hij droomt tralies in deuren en ramen. Niet verwonderlijk in zo’n afgeknepen, achterdochtige sfeer. Gelukkig lukte het hem, zijn bruid naar het Westen te krijgen. En ze leefden nog lang en gelukkig.
Jij en de jaren
Ik hou van je ogen
Als ik naar je kijk
zie ik wat
we hebben meegemaakt
Jij en de jaren
zijn als het ware
een stroom van vroeger naar nu
en in de tijd terug
Een vers uit het tweede deel van de bundel. Een liefdesgedicht. Met zachte stem bezingt de dichter de liefde, die de tand des tijds doorstaat. Het neemt toe en maakt het leven rozig en vol.
Een fraaie bundel van Agerbeek mooi vormgegeven door Jan van Waarden en fraai uitgegeven bij In de Knipscheer. Agerbeek heeft zijn plaats verdiend onder de betere dichter van ons kleine land. Ik zie uit naar zijn nieuwe bundel!
ISBN 9789062657650| Soft cover| 106 blz.| Uitgeverij In de Knipscheer| juni 2021
© Karel Wasch, juni 2021
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Recensie, geschreven door Karel Wasch, over de bundel
Een warme oostenwind
gedichten van
Barney Agerbeek
De gedichten van Barney Agerbeek (1948, Surabaya) is duidelijk kosmopoliet. Hij werd geboren in Indonesië, trouwde met een Poolse vrouw, waardoor hij het land goed kent en hij woont in Nederland. In 2015 debuteerde hij bij Knipscheer met zijn gedichtenbundel rood en wit met blauw, die jubelend werd ontvangen. Daarnaast publiceerde hij biografieën( Meydam, Carillo) en schreef verhalen en de roman Njai Inem, over een sexslavin in het oude Indië. Nu dan zijn tweede officiële gedichtenbundel.
De eeuwige emigrant
weg van huis, langs zandpaden
en over een wereld van water
gevangen in dromen over later
eindelijk aan de overkant
mijn tweede leven begint met
urenlang verhoor door ongelovigen
ten slotte nog een losse vraag
wat doe je nou de hele dag?
ik ben eeuwig aan het dromen
Zoals Slauerhoff dichtte: 'Slechts in mijn verzen kan ik wonen!' zo zegt Agerbeek, dat hij eeuwig aan het dromen is. Hij komt aan in een vreemd land als kind en de ontvangst is op z'n zachtsts koel. Maar hij weert zich door het mooiste wat een mens heeft: zijn dromen. Of zoals Van Morrison zong: 'Call me up in Dreamland!'
Toeval
alsof je altijd het vervolg kent
als je ergens aan begint
en ook het einde
alsof een blad van een boom waait
en ergens belandt
waar het hoort
toeval houdt zich niet aan wetten
van A naar B
en weer terug
toeval bestaat niet
zeggen de meeste mensen
de een kan de weg dagelijks dromen
een ander hoopt op haakse bochten
klamp ik me vast aan bekende kringen
of zoek ik vraagtekens in de loop der dingen
het antwoord lijkt al gegeven
sta toeval toe als impuls
voor vluchtigheid en ongerijmde gedachten
liefst dwaal ik op de tast
in Duizend-en-een-nacht
en speel tussen glanzende sterren
Eén van de sterkste verzen in de bundel, vind ik dit gedicht. De essentie staat in de regels: klamp ik me vast aan bekende kringen/of zoek ik vraagtekens in de loop der dingen...
Dat is het probleem met toeval in een notendop. Toeval kan men schouderophalend ondergaan, maar ergens zal men geloven dat er helemaal geen toeval bestaat en dan is de grote vraag wat dan de gebeurtenissen aanstuurt. Een raadsel dat we niet makkelijk kunnen oplossen. Agerbeek omcirkelt dat probleem, maar laat de lezer vrij m te kiezen wat hij ermee wil doen. Knap!
De prachtige cyclus Momenten bestrijkt maar liefst veertien bladzijden. De Poolse geschiedenis wordt samengevat in gevoelige beelden, van de opbouw van Polen na de oorlog via Solidarność, de opstand naar de geheime dienst, waar Agerbeek zelf zo'n last van had, toen hij zijn Poolse bruid wilde meenemen, maar bovenal waar het gehele Poolse volk onder gebukt ging.
brieven komen meestal aan
soms geopend en daarna dichtgeplakt
wanneer je belt, kun je even later
een zachte klik verwachten
een luistervink kruipt in oren
om stiekem hersens af te tappen
en slachtoffers te maken
we dragen een pantser
en hebben niets te verbergen
laten het onzegbare onbesproken
Indonesië ademt diep uit in het gedicht Poleng opgedragen aan Jan Radersma:
Kijk, het water ademt de lucht
en rond de spiegeling de aarde
Een rietkraag wordt sawa
In de verte groeit een vulkaan
Ik wil niet vergeten
wat ik dreig te vergeten
en daarom telkens vast wil leggen
om te blijven wie ik ben
Of Agerbeek nu een gedicht voor zijn hond Sammy schrijft of een voor de overleden dichter Rogi Wieg, hij blijft een meester in de heldere transparante versregels. Wat een genot om te lezen en de bundel is subtiel voorzien van fraaie illustraties en mooi vormgegeven door Jan van Waarden. Op bladzijde 15 nog een verhaaltje met een gevoelige impact.
Kopen en lezen dus!
ISBN 9789062659579 | Paperback | 72 pagina's | Uitgeverij In de Knipscheer | juli 2017
© Karel Wasch, 7 augustus 2017
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
Recensie over de bundel
Rood en wit met blauw
Barney Agerbeek
geschreven door Karel Wasch
De bundel van Agerbeek is in twee hoofdmoten verdeeld. In Rood staan mooie gedichten over de Indische wereld - Agerbeek komt uit Indonesië - in Wit met Blauw treffen we fraais aan over Holland en de avonturen met kunst van Agerbeek.
Om bij Rood te beginnen. In 'Blauwe Zon,' het lange gedicht van maar liefst 15 blz. zien we het dubbelleven van de planter beschreven en van zijn njai. Agerbeek schreef eerder de roman ' Njai Inem' over de bijzit van een planter, vanuit ( hoofdzakelijk) het perspectief van deze njai.
Blauwe zon
Voor njai Katinem
Daar staat hij met koude blik
bevelen uit te delen
Pas na de dag wijkt spanning
slaapbroek, jenever en njai
Opslagloodsen fluisteren
tegen een blauwe zon
Hij droomt de inhoudsmaten
van koffie, thee en kardemom
Terug in Rotterdam slentert hij
langs vemen met verbleekte namen
leest Java Celebes Borneo
ziet kabels, pallets, kranen
De planter, die leiding heeft over de plantage (het gedicht speelt zich af in de koloniale tijd van Nederland, maar de verhoudingen zijn nog op vele plaatsen op aarde aanwezig) staat onder spanning. Hij reageert zich af door drank en sex met zijn njai. En in de tweede strofe droomt hij van zijn inkomsten uit koffie thee of specerijen (Kardemom). In Rotterdam zijn de vemen, opslagloodsen, al verbleekt.
Hij kan zijn verleden niet meenemen, de tijd gaat voorbij. Kortom een mens in twee werelden maar ook een mens in twee tijden, vroeger en nu. Agerbeek is geen krullendraaier hij zet de dramatische situaties, vooral in simpele, krachtige taal neer. En dat geeft de verzen body.
In een ander stuk uit Blauwe zon wordt de terugkeer ook beschreven:
(...) Iemand die terugkeert is een ander
loopt in cirkels van verbazing
struikelt over een mank alfabet
Om de haverklap verdwalen de gedachten(...)
En de njai van de planter, die achterbleef:
(...) Recht haar hoofd, masseert haar slapen
Zij hoeft niets te bedenken
beweegt uit angst met alles mee
van binnen een vulkaan, uiterlijk een lam (...)
Knap beschreven, de njai, afhankelijk van de planter, mag haar gevoelens niet laten kennen, maar ze heeft ze wel. Ze wordt als een lam ter slachtbank gevoerd, maar in haar binnenst raast het (vulkanische-) vuur van opstand, dat niet naar buiten kan.
En Agerbeek legt - terecht - een verband met de actualiteit. De slavernij is nog niet uitgeroeid!
(...) Verbergt ogen achter een masker
heeft overleven tot kunst verheven
bidt voor haar kinderen een beter leven
Vandaag kom je haar op de hele wereld tegen (...)
In de korte overdenking 'Kejepit' (beklemd) staat in drie zinnetjes het dilemma van veel Indonesiërs toen ze moesten kiezen tussen vluchten naar Nederland na de overdracht en onafhankelijkheid of blijven onder het regime van Sukarno, dat ook redelijk bloeddorstig met tegenstanders en zgn. collaborateurs omsprong.
Kejepit
Eerst moeten kiezen
Nederland of Bung Karno
daarna vleugellam
(Bung betekent Vader der Indonesiërs)
In het gedeelte Blauw zijn we echt geland in Nederland let maar eens op het vers 'Lentepolder.' Maar er zit ook een fraai gedicht in over Käthe Kollwitz (beeldhouwster en kunstenares).
Lentepolder
Zwaluwen kantelen naar
een diepte en waaieren uit in open blauw
Wolken zuchten sloom
Bloesem stipt sproeten op het gras
Alles oogt zo geruststellend als een koe naar je kijkt
Vreugde loeit over het melkrijke gras
Kikkers kwaken
in een vette brij
geile beloften
Op ademtocht schuiven zwanen
met lichtgrijs kroost
tegen het licht in
Op de dijk keren vrouwen
gearmd met hun mannen terug
Hoor ze spreken
Alsof het geloof
al is het voor even
zo licht is als de zon
Een vrolijk gedicht dat aan Marsman doet denken. Met een kleine steek naar het (gereformeerde-) geloof. Agerbeek woont in Bible Belt. De jubelstemming over de natuur in een polderlandschap, dat kan alleen in Holland.
In 'Herfstpolder' is de laatste strofe meer ingetogen, spoort wonderwel met juist dat seizoen:
(...) Stemmen slikken zinnen in
Gezichten verbergen gedachten
Schapen vreten van het laatste gras
Het is stil zoals het was (...)
Wat een sterke gedichten! Agerbeeks toon is ingetogen maar trefzeker. Na Agerbeeks twee boeken 'Schaduw van schijn,' en 'Njai Inem' een verrassend goede gedichtenbundel van deze schrijver, die in twee werelden thuis is..
Er staan ook twee korte verhaaltjes in dit gedeelte van de bundel nl. 'Daar houd ik mij aan' en 'Ezelsbrug.' En er staan 7 mooie reproducties van kunstwerken tussen de gedichten van o.a. Kartika Affandi, Iene Ambar, Markus Lüpertz en beeldhouwer Nelson Carillo. De bundel werd fraai van een omslag voorzien door Gracia Khouw, die speelde met rood, wit en blauw en ook subtiele streepjes op de bladzijden losliet.
Barney Agerbeek (1948) werd geboren in Surabaya, tijdens een vulkaanuitbarsting. De Goden kondigden zijn geboorte dus aan. In 1952 maakte hij, als kleine knaap zijn opwachting in Nederland. Hij werkte voor een bank en werd later weer een tijdje in Indonesië gedetacheerd. Hij zat in de redactie van het literaire blad Nynade.
ISBN 9789062658749 Genaaid gebrocheerd met flappen, 64 pagina's geheel in 4 kleuren, geïllustreerd met beeldend werk van 6 kunstenaars, Uitgeverij In de Knipscheer mei 2015
© Karel Wasch, 1 juni 2015
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER