Poëzie-Leestafel Poëzie-Leestafel
  • Poëzie
    • Overzicht A-B-C-D
    • Overzicht E-F-G-H
    • Overzicht I-J-K
    • Overzicht L-M-N
    • Overzicht O-P-Q-R-S
    • Overzicht T-U-V
    • Overzicht W-X-Y-Z
    • Thema's
  • Gedicht uitgelicht
  • Biografieën
  • Recensies bundels
  • Poëzie schrijven
  • Linken
  • Forum
  • Zoeken
  1. U bevindt zich hier:  
  2. Startpagina
  3. Désanne van Brederode

Désanne van Brederode




Recensie, geschreven door Evert van der Veen, over de bundel


Verzonnen grond


Désanne van Brederode




Van Brederode studeerde filosofie aan de VU in Amsterdam en debuteerde in 1994 met haar roman Ave verum corpus ("Gegroet waarlijk lichaam"). Zij schrijft en houdt lezingen, vaak over levensbeschouwelijke thema's. Ze publiceerde o.a. in De Groene Amsterdammer en verzorgde enige jaren regelmatig een column in het tv-programma Buitenhof. In 2007 won ze de Gerard Walschap-Prijs.
Van Brederode was gehuwd met Volkskrant-redacteur en literatuurcriticus Arjan Peters van wie zij is gescheiden. In het tv-programma De Verwondering vertelde zij over de pijn die ze had toen bleek dat ze werd bedrogen. Die persoonlijke achtergrond maakt veel duidelijk van deze niet altijd gemakkelijk toegankelijke gedichtenbundel.


In veel gedichten speelt weemoed om wat niet meer is; in ‘Selige Sehnsucht’, over een vlinder achter glas die Désanne cadeau krijgt, klinkt een tomeloos verlangen.
In ‘Hoe missen schijnt te moeten’ en ‘Binnenkomst’ is voelbaar dat haar leven ondanks het pijnlijke gemis verder gaat maar de zin en vreugde ontbreken nog menigmaal.  
In ‘Het rijk alleen’ tekent ze haar nieuwe levensfase en komt het afscheid van haar partner duidelijk naar voren.
In het gedicht ‘6 april’ zoekt ze – met de nodige vertwijfeling – naar afleiding omdat het alleen zijn zo pijnlijk en vol moeilijke herinneringen is. De woorden ‘Schoonmaken helpt’ zijn hier veelzeggend.
De hoop schemert er hier en daar wel daarheen zoals in de slotwoorden van ‘Geen Icarus’ waarin behoedzaam een opening naar de toekomst klinkt: ‘En duizend smalle paden naar een ander mens’.
Zelfverwijt is er in het gedicht ‘Gefaald’ waarin ze ogen ziet wat er niet meer is.


In het algemeen vragen haar gedichten de nodige aandacht om te lezen. De taal bestaat uit korte zinnen, soms vele woorden zonder duidelijke samenhang achter elkaar. Het lijkt dan vooral een zelfgesprek, een beschrijving van opkomende gedachten en het aan papier toevertrouwen van gevoelens zonder dat die echt geordend zijn. Het gedicht ‘Onvast’ is daar een goed voorbeeld van.
Haar levensverhaal maakt deze bundel uiterst kwetsbaar want Désanne is hierin zeer persoonlijk en vooral op zoek naar zichzelf. Door deze autobiografische achtergrond zoekt degene die haar gedichten leest soms wel – tevergeefs - naar de betekenis van wat zij schrijft. Dat geldt – voor mij althans – met name in gedichten als ‘Lente’, ‘De eerste dag’, ‘Zonder titel’ en ‘Dit dus’ die te introvert lijken om door anderen te kunnen worden verstaan.


Dat geldt – voor mij althans – met name in ‘Lente’ waarin alles schijnbaar zonder onderlinge verbinding aan elkaar wordt geregen en de lezer moeilijk de samenhang kan doorgronden.
Het gedicht ‘Zonder titel’ is bijna mystiek van toon en eindigt met de regels:


‘Zoals je soms een regel openlaat.
Opdat wat niet te maken is bestaat’.


Het lange gedicht ‘Dit dus’ kent een merkwaardige regel als ‘Die kinderen laat opstaan uit hun lijkenzakjes’ en gaat vervolgens over o.a. het bakken van brood, het maaien van gras, schapen, hospitalen, granaatappelsap. Het lijkt te introvert om door anderen te kunnen worden verstaan.


Het gedicht ‘Vader’ daarentegen is zeer toegankelijk en aangrijpend. Prachtig is hier de tekening van haar overleden vader in de kist met wie zij een diepe band heeft en waarin de titel van deze bundel weerklinkt als zij van haar vader zegt: ‘jij blijft mijn grond’.
Mooi is ook het gedicht ‘Strijdlied’, opgedragen aan Joost Zwagerman die suïcide pleegde. Dit gedicht eindigt veelzeggend: ‘Ik moet het wel aanvaarden – maar ik zal je vinden’.
In ‘Oktoberversje’ staan vallende bladeren centraal. Het gedicht doet denken aan ‘Herfst’ van Rainer Maria Rilke al lijkt bij Van Brederode de zinloosheid van het leven sterker te zijn.

De titel van deze bundel zijn de slotwoorden uit het gedicht ‘Tuintip’ dat de vergankelijkheid van het leven beschrijft. Van Brederode is in deze bundel op zoek naar zichzelf, naar – nieuwe – zin in haar leven en heeft die nog niet gevonden. Leven is in deze bundel vooral óverleven want zij is diep gekwetst door wat haar is overkomen.

Een moedige bundel poëzie.

ISBN 9789021412955 | Paperback | 96 pagina's | Uitgeverij Querido | juli 2018

© Evert van der Veen, juli 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

Schrijvers (Alfabetisch)

  • Barney Agerbeek
  • Mirjam Al & Merik van der Torren
  • Dirk van Babylon
  • Boudewijn Bakker e.a. (samenst.)
  • M. Bakker
  • Jan de Bas & Arie Bijl (samenst.)
  • Charles Baudelaire
  • Gerard Beense (samenst)
  • Norbert De Beule
  • Bert Bevers
  • Catharina Blaauwendraad
  • Kurt de Boodt
  • Pieter Boskma
  • Inge Boulonois
  • Wim Brands
  • Désanne van Brederode-desanne-van
  • Chrétien Breukers
  • Anne Broeksma
  • Jorien Brugmans & Jan J.B. Kuipers
  • Pieter de Bruijn Kops
  • Yosa Buson
  • Iris Van de Casteele
  • Bart Chabot
  • Paul Claes
  • Jan van Coillie (samenst.)
  • Herman de Coninck
  • Emma Crebolder
  • Manja Croiset
  • Coen Cuijpers
  • Jules Deelder
  • Jenny Dejager
  • Hans Dekkers
  • Thierry Deleu
  • Paul Demets
  • Ann Dewulf
  • Charles Ducal
  • Jan Ducheyne
  • Remco Ekkers
  • Myriem El-Kaddouri
  • Huib Fens
  • Fernand Florizoone
  • Lies Van Gasse
  • Piet Gerbrandy
  • Jan Glas
  • Leni De Goeyse
  • Els de Groen
  • Luuk Gruwez
  • Albert Hagenaars
  • Peter Handke
  • Elma van Haren
  • Erik Jan Harmens
  • Yahya Hassan
  • Jolies Heij
  • Hein Heijnen en Merik van der Torren
  • Tine Hertmans
  • Ingmar Heytze
  • Marlène Hommes
  • Ton Honig
  • Eric van Hoof
  • Mieke van Hooft
  • Philip Hoorne
  • Geert van Istendael
  • Janine Jongsma
  • W.A. Jonker
  • James Joyce
  • Elis Juliana
  • Jan Kleefstra
  • Martin Knaapen
  • Joz Knoop
  • Anton Korteweg
  • Frans Kuipers
  • Sjoerd Kuyper
  • Liesbeth Lagemaat
  • Synne Lea & Stian Hole
  • Boelie van Leeuwen
  • Bert Lema
  • Peter van Lier
  • Gerry van der Linden
  • Gert Lubberts
  • Jan Lauwereyns
  • Djordje Matic
  • Mark Meekers
  • Sander Meij
  • Koos Meinderts
  • Jeroen Messely
  • K. Michel
  • Wam de Moor
  • Els Moors
  • Jila Mossaed
  • Roelof ten Napel
  • Leonard Nolens
  • Cees Nooteboom
  • Edith Oeyen
  • Fred Papenhove
  • Mirko Petrovic
  • Cees van der Pluijm
  • Maria Riksten-Brouwer
  • Paul Roelofsen
  • Brigitte Spiegeler
  • Rim Sartori / Ivo Winnubst
  • Annemarie Sauer
  • John Schoorl
  • Margreet Schouwenaar
  • Ali Serik
  • Arjen Sevenster
  • Hans Sleutelaar
  • Koen Snyers
  • M. Som
  • Alja Spaan
  • Bert Staal
  • Ina Stabergh
  • Ina Stabergh
  • F. Starik
  • Etienne van der Steen
  • Ruth van de Steene
  • Yentl van Stokkum
  • Ivo van Strijtem
  • Peter Swanborn
  • Hans Tentije
  • Peter Theuyninck
  • Mark van Tongele
  • Chris de Valk
  • Jabik Veenbaas
  • Edward van de Vendel
  • Paul Verlaine
  • Rian Visser
  • Elly de Waard
  • Karel Wasch
  • Anneke Wasscher
  • Levi Weemoedt
  • Rogi Wieg
  • Atze van Wieren
  • Pom Wolff
  • Peter Wullen
  • Jan Wouters
  • Diverse dichters & illustratoren
  • Pamfletreeks
  • Rini van Zaanen
  • Rob Van de Zande
  • Diverse dichters
  • Lilian Zielstra
  • Henk van Zuiden
  • Cilja Zuyderwyk
  • Joost Zwagerman

Copyright © 2004-2025 Poëzie leestafel  -  Alle rechten voorbehouden.
Niets van deze site mag ter publicatie worden overgenomen.
Indien nodig kunt u contact opnemen met de beheerder van Leestafel, e-mail: dettie@poezie-leestafel.info