Recensie, geschreven door Karel Wasch, over de bundel


Voor waar genomen

gedichten

van Inge Boulonois



 


In 2016 recenseerde ik de bundel Idioom van geluk van Inge Boulonois.  Ik schreef: “De dichteres van de zeggingskracht, het verborgen mysterie, dat een fraai gedicht kenmerkt. Eén van de beste bundels van het jaar! Misschien wel de beste!”
Het gevaar van zo’n jubelende recensie is dat de recensent daar bijna niet meer bovenuit kan. We zullen zien.



Inge is eigenlijk schilder en kunstpsycholoog en zij bespreekt nu in haar gedichten diverse kunstwerken, die fraai zijn afgebeeld, linker bladzijde kunstwerk, rechter pagina een gedicht.
De omslag laat een ouderwets atelier zien waar een naakt wordt geschilderd. Eigenlijk zou in deze bespreking het kunstwerk ook steeds moeten worden afgebeeld, ik doe het ook een paar keer, maar de lezer moet verder de bundel maar aanschaffen.




Compositie met groot rood vlak, geel, zwart, grijs en blauw,
Piet Mondriaan (1921)


Geen mens nee zelfs geen boom

te zien, het groen voorbij, de wereld

weggekeken, gladgetrokken,

geordend met gesnoeid palet.


Windstil linnen, elk geruis gesmoord

door verf, de hang verradend naar dat

diepste evenwicht, de sluimerende maat

van alle dingen. De grote lijnen


lopen zijwaarts en omhoog,

als volstrekte armen van een boom.

Of die van ons, na alsmaar rekken

reiken naar elkaar en hemelwaarts


We kennen de geometrische schilderijen van Piet Mondriaan. Mooi dat windstil linnen. Mondriaan is altijd de schilder geweest van de stilte net zoals Rothko. En inderdaad geen groen bij Mondriaan, Boulonois maakt daarvan het groen voorbij.



Herfstlaan, Jan Toorop (1908)


Over het lage houten hek

van de lijst geklommen wandel ik

tussen de enfilade van bomen

de oranjebruine laan in.


Herfst heerst elk seizoen.

Olieverf houdt alles razend stil.

Geen blaadje knispert, grond zompt

voor geen millimeter, geen gaai,

geen ekster kraakt een tak.


Stap voor stap krimp ik

in het verdwijnpunt

van de uitgestippelde allee


Van hele andere orde zijn de werken van Jan Toorop. Een laan met bomen, waar je inderdaad zo inwandelt.

Mooi hoe Toorop ons de herfst binnenleidt. Nog mooier hoe Boulonois dat begeleidt. Hopelijk kunnen we binnenkort weer eens naar het museum.



Zelfportret, Paula Modersohn-Becker (1906)


Ze gaat er echt voor zitten.

Vangt oog in oog de sprankelbeker

van de jeugd: haar spiegelbeeld

opgemaakt met zelfvoldane blik


en glimlach. Met frutsels

van bloesems, vlinders. Een collier

zucht roezig op haar borstkas mee.


In overmaat aan schoonheid

doopt ze haar penselen.

Gedroomde huid met klaprooswangen,

fraise tepelknopjes koesteren zich op doek


tot de verf terugkijkt.

Een onbreekbare spiegel

die een halve eeuw later meer

dan onvermijdelijke weemoed oproept


De veel te jong gestorven Duitse schilder Paula Modersohn-Becker zei op haar sterfbed als laatste woorden: “Wie Schade!!’ dat is mij altijd bijgebleven, maar wat een mooi teer oeuvre heeft ze nagelaten en dat herdenkt Boulonois. Haar werk heeft de tand des tijds doorstaan. In Worpswede de Duitse kunstenaarskolonie kan je nog veel vinden over haar.


Eigenlijk is het een schilderijententoonstelling op papier, waarbij Inge Boulonois ons bijlicht. Natuurlijk is er Van Gogh. Maar ook Lucian Freud, Rembrandt, Edward Hopper en Hans Memling. Boulonois schrijft over de kunstenaars, het model of een zelfportret maar het blijft interessant.


Te veel om op te noemen. Een bundel om steeds te pakken, te herlezen en te bekijken. Mooi!


ISBN 9789464187298 | Softcover | 73 pagina’s| Brave New Books | april 2021

© Karel Wasch 2021, april