Recensie, geschreven door Karel Wasch, over de bundel
Nachtlus
gedichten van
Jeroen Messely
De onchristelijke uren tussen middernacht en het ochtendgloren, noemt de Belgische dichter Jeroen Messely (1978) De nachtlus. Messely is vooral bekend van zijn Filippica’s op internet onder het pseudoniem Achille van den Branden. Eens zien of zijn verzen even omstandig opstandig zijn.
TONGRIEM
De woorden.
Ik heb de woorden van mijn tongriem gesneden
woorden nagelaten, opgeslepen door het glas van mijn ogen
vastgeroest in het telraam van mijn oren:
woorden die geuren door zweetklieren
woorden die sturen als zwenkwielen.
Handlangers van een ijzerenheinige eigenheimer.
En de letters. Ik heb mijn keel gekliefd als een tangram en de letters
van jullie taal geschraapt:
zesentwintig sleutels op evenzovele gestolen deuren
in mijn riem papier
Een krachtig gedicht. Dat komt vooral omdat Messely sterke beelden niet schuwt zoals: van mijn tongriem, gesneden, opgeslepen door het glas van mijn ogen, vastgeroest in het telraam van mijn oren etc.
Ik vraag me in alle oprechtheid af of Messely zijn gedicht daardoor niet te vol stort met dezelfde dwingende beelden. Less is more, geldt ook hier. Wat niet wil zeggen dat het geen goed gedicht is over vooral de machteloosheid van een zoekende ziel, die ook nog eens dichter is en de riem papier uit de laatste zin als een loden last meesleept.
EEN JONGE VUURPIJL VAN GOUD
Door het raam, door de blinden:
een volrijpe maan in repen gesneden.
Op de bank: een gescheiden man die schuilt
voor het licht dat hem onthult en verblindt
en de nacht vervuilt.
In een hoek: een lichtbak
met oude meiden die schuddebuiken,
een lichtbaken voor eenzaten
met rollators die schulden zullen maken
als het balletje van de roulette
maar in de rondte klettert.
Naast de weide: een zwart schaap dat slaapt
en geschoren wordt.
Uit mijn koker: een rooskleurig,
raaskallend beeld,
dat me steeds scherper slijpt.
Een nieuw voorwerp van hoop.
Een vuurvlieg.
Een voorpost van de beschaving.
Een verliefde vrouw die liegt
dat ze mijn beschadiging niet ziet.
Een jonge vuurpijl van goud
met een uitreisvisum
naar een minder ijskoud universum.
Uit de tweede reeks van deze bundel weer een gedicht. De reeks heet: Boucle de Nuit Le Rose. De liefdeszondes die men in de nacht overdenkt dus. De tweede strofe biedt uitkomst, de gescheiden man voelt zich schuldig. In de vierde strofe is zelfs sprake van een zwart schaap. Maar er is hoop. In de laatste strofe laat het lot hem niet in de steek. Een jonge vuurpijl van goud met een uitreisvisum . Kortom er is een ontsnappingsroute naar een vrolijker leven.
In de cyclus Images Reçues, bespreekt de dichter kunstenaars en hun werken zoals Kandinsky, Calder, Pollock, en de overleden fotograaf Garry Winogrand. Messely eert hem met maar liefst 11 verzen en het laatste 12e is een brief aan de fotograaf:
GARRY,
Ik zoek de denkbeeldige kinderen van inhoud en vorm.
Zij zien niet hoe de houtwormen dankbaar gaten maken
in mijn maatbekers, de motten mijn huwelijk ontrafelen,
oude spechten mijn leugens doorprikken, want eenzaam-
en waarheid, niet eenheid, niet-eenheid, worden de norm.
Ik taal naar de ingebeelde kinderen van inhoud en vorm.
Hoe bijna jij beiden liet paren op de openbaarste plaatsen
in licht dat voor traagzame mensen niet meetbaar scheen.
Jij maakt mij vensters in de blinde muur van de tijd, plakt
pleisters op de opengebarsten zweer van de huidige tijd.
Ik begeer de ingekaderde kinderen van inhoud en vorm.
Zij laten tenminste metéén geen verschiet of verleden na.
Zij blikken niet terug, zien niet vooruit, ontberen inzicht.
Terwijl in mijn huid van begin tot einde lijkt ingekankerd
niet het afstel, maar het uitstel van verdriet, van afsterven.
Winogrand was zo ongeveer de uitvinder van straatfotografie. Maar ook een enorme geldverslinder, die een hoge schuldenlast naliet en talloze niet ontwikkelde foto’s. Zijn adagium was meer nog dan ‘pluk de dag,’ ‘pluk de dag vooral leeg’. Ook een geniale fotograaf. Natuurlijk wil Messely hem eren. Hij heeft een voorkeur voor ongeleide projectielen. En wrang genoeg Winogrand had veel kinderen bij vele vrouwen.
De kinderen die bij Messely worden opgevoerd als: de ingebeelde kinderen van inhoud en vorm. Zij spelen een hoofdrol in deze brief in poeticis.
Een mooie bundel, lees vooral het titelgedicht Nachtlus uit de cyclus Les Mots.. Een zeldzame dichter, om zuinig op te zijn.
ISBN 9789025459468| Paperback| 96 blz.| Uitg. Atlas/Contact| juni 2020
© Karel Wasch, 24 juni 2020
Lees de rreacties op het forum en/of reageer, klik HIER