Poëzie-Leestafel

...

  • Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Jabik Veenbaas




Recensie, geschreven door Karel Wasch, over de bundel

Soms kijkt de aarde me aan

gedichten

Jabik Veenbaas




Veenbaas (1959) is naast dichter ook filosoof en dat kunnen we opmaken uit zijn verzen.

toespraak over de ziel


over de ziel, dames en heren, hebben in de loop der eeuwen
tal van verhalen de ronde gedaan


volgens sommigen zou ze van goddelijke oorsprong zijn
en voortleven na de dood
aristoteles wist zeker dat de ziel
het lichaam bewoog, volgens augustinus zijn wij
belichaamde zielen


anderen ontkenden dat en hielden de ziel voor
een hachelijke onderneming, een goedkope
uitvlucht, een mislukte
ontsnapping


persoonlijk heb ik mensen in verband met de ziel horen spreken
over de glans op een meisjesgezicht, het schuim
op een vers glas bier
een spuit in de arm


zij hebben allemaal gelijk
vooropgesteld dan dat dat gelijk
alleen bestaat in de ziel zelf
die, zoals wij weten, niet bestaat


descartes meende dat de ziel
zich met het lichaam verbond in de pijnappelklier
ook hij had natuurlijk volkomen gelijk
en toonde hiermee terloops aan hoezeer de wijsbegeerte
in dromen wortelt dus


in de poëzie. de ziel heeft


zoals herhaalde meting uitwees
geen gewicht maar geeft toch steevast
de doorslag. want wie zijn ziel verliest
is alles kwijt. muziek


kan het absoluut niet stellen
zonder ziel, iets dat overigens
voor alle kunsten geldt. stelt u zich
de passacaglia en fuga in c van bach voor
of het joodse bruidje van rembrandt
maar dan zonder ziel en u begrijpt
wat ik bedoel. terwijl het gewoon


een hunkering is, een lange
jacht op een fabeldier, een dansend
spookschip, een dronkenmansgebed. de ziel
lijkt daarin op de liefde, hoewel ze
zich daarvan juist onthecht, want ze
heeft iets van een kloosterling
die het leven ontwijkt. ze is een onmogelijk


verlangen naar verheffing: we willen niet met de aarde
samenvallen maar doen het toch, we willen het logge
karrenpaard
vleugels geven, maar dat staat met de hoeven
in de modder. de ziel is zonder twijfel


een hersenspinsel, een pokerspel, een som
zonder uitkomst. het is een onrust, een haveloze
zwerver die op een winterdag naar een
onderkomen zoekt. deze toespraak


die geen toespraak is, en amper een gedicht
moet dan ook worden opgevat als een
onzinnige uitweiding. u kunt haar
gerust ongelezen laten, want ze gaat
over de ziel, dat wil zeggen:
over niets


De dichter ligt duidelijk overhoop met het begrip: ziel. Wie niet? Na een rondje Aristoteles en Augustinus komen we bij mensen, die de ziel zien in het schuim van bier, een spuit in de arm of de glans op een meisjesgezicht. In de poëzie dan maar? Wie zijn ziel verliest is alles kwijt. En natuurlijk, we willen broeder ezel (ons lichaam) vleugels geven, maar die hebben we niet. Zou het dan een hersenspinsel zijn, die ziel? En in de laatste zinnen is de ziel misschien wel niets. Zielig of geniaal?


MIJN HOND EN IK


ik weet te veel
maar mijn hond zegt
dat ik er niets aan kan doen


springt tegen me op
om me te bevrijden:


ja ik ben
denk ik
(denken: een vrachtwagen
botst op een olifant
totaal ontregeld)


trouwens, was ik minder bedachtzaam geweest
ik kroop in de modder als een worm


soms kijkt de aarde me aan
een vierpotig monster
verscheurt me
of likt mijn wang



eenvoud lijkt het devies:
huid, bloed, geuren



ontwaken in onschuld
blaffen tegen de zon



mijn hond
ik weet dat jij een antwoord bent
maar op welke vraag?


Gelukkig maar dat Veenbaas ons ook een hond voorschotelt. En de hond houdt de mens een spiegel voor, immers de mens weet veel. Meer dan een hond weet? Of op een andere manier? Maar hij is zeker meer bedreven in het verlaten van de bedachtzaamheid. Lekker rennen of door de modder rollen. Bij de mens is er overal en altijd de rem. En de hond is ook instinct, likt je wang, verscheurt iets en leeft op huid, bloed, geuren. Honden eten ook bijna alles. Blaffen ze tegen de zon? Zou mooi zijn. Ik heb het ze nooit zien doen. Of is dat de mens, verandert in een hond? En inderdaad: Op welke vraag is de hond een antwoord?


MINDFULNESS


de wereldleraren
ze spreken tot ons
met dwingende stem


wees jezelf
leef in het heden


maar hoe ik ook mijn best doe
ik blijf afgeleid
steeds meander ik uit
nu eens raak ik verstrikt in de octopusarmen van
een onuitroeibaar vroeger
dan weer dobber ik de woeste zee op van
een oeverloze toekomst


het nu: een ster in het glas
die naar alle kanten voortbreekt
het ik: een pelgrimage naar vele steden
waar niemand ooit arriveert


laat anderen zoeken
naar de smetteloze kern
ik begin er niet meer aan
en verspreid mij in vrede


Mindfulness is in de mode geraakt. Het is een derivaat van Zen Boeddhisme. Nu ik dit opschrijf strijk ik een aantal mensen tegen de haren. Dat is niet mijn bedoeling. Maar het is wel de cultus van het hier en nu. Probeer niet afgeleid te worden!! Vroeger is geweest!! Kortom je moet naar je ware zelf gaan zoeken, whatever that may be. Zou iemand er in geslaagd zijn het te vinden? Nee helemaal fout: het gaat om het zoeken! De weg is niet geplaveid met moeilijkheden, nee de moeilijkheden zijn de weg!! En Veenbaas heeft die queeste opgegeven, getuige de woorden: laat anderen zoeken naar de smetteloze kern. Of zoals Simon Vinkenoog uitriep:’ Laat iedereen op zijn eigen manier zalig worden.’ Wat niet wil zeggen dat labiele, onrustige geesten geen baat zouden kunnen vinden bij Mindfulness. Of zou een kopje thee ook helpen?


Deze bundel gedichten bevat originele verzen geschreven vanuit een rijke achtergrond.


Van Veenbaas verschenen 7 gedichtenbundels en hij publiceerde in grote literaire bladen. Zijn boek De Verlichting als kraamkamer, stond op de shortlist van de Socrates Wisselbeker.


ISBN 97899046826713 |Soft cover |61 pagina's | Uitg. Nieuw-Amsterdam | april 2020

© Karel Wasch, september 2020

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 


Zoeken

Recensies