dat er nog maar weinig komt
dat langer blijft dan dit vergeten.
met mijn handen keurig
onder het laken gevouwen
in wat pas je vorm nog was
besluit ik mij te blijven
verzetten tegen het verlies
van alles wat er niet toe doet
zoals de plotselinge geur
van jonge hondjes
op het kussen tussen ons in
of hoe je op de mosselgladde pier
fluisterde de wind te zullen volgen
en hoe je ging; schuimbekkend
je twee belachelijk zachte
vuisten naar me opgeheven:
ik ben dit niet, ik ben dit niet!
Erwin Vogelezang
uit: Bladluis
De Windroos gedichten
Uitg. Holland-Haarlem 2006