Poëzie-Leestafel

...

  • Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Victor Vroomkoning
Zie ook www.victorvroomkoning.nl

Leestafel heeft toestemming van
Victor Vroomkoning om gedichten van hem
op de Leestafel-site te plaatsen.


 
Overpeinzing


Vanmorgen was ik nog een spelend kind
in een tuin vol beelden, vanmiddag een
jongleur met toverballen op een marktplein,
in de schemering een hemellichaam aan een
trapeze zonder net, maar met de avond viel
ik uit mijn luchtig leven in het vlees terug
van een schouwer, zijn twee handen om mijn
kop gevouwen, overdenkend hoe het kind
dat in mij opstond zoveel nog te denken gaf.

Victor Vroomkoning
Uit: Reislust,
opgenomen in:Victor Vroomkoning,
Ommezien : gedichten 2008-1983.
De Arbeiderspers 2008
 
Beheer


Hoe ik met het houden
van ouders begon,
toen ik mij kwijt was
in een kind.

Tweemaal ouder werden zij
mijn oudste kinderen.

Zwakker wordend sterkten zij
in mij aan totdat zij ademden
als in hun eerste albums.

Hoe ik hun levens afstof,
restaureer, hun klein museum
conserveer.

Hoe ik verouder tot grijze wees
van onvergankelijke ouders.

Hoe het nooit meer ophoudt
toen te worden.


Victor Vroomkoning
Uit: Klein museum
Agathon, Houten, 1987

 
Zee


Kon je maar beklijven
in de lauwe baai
waaruit je ooit kwam
maar je blijft
de dagelijkse drenkeling
tot aan de laatste schemering.

Kon je je maar in haar
bergen maar je legert je
aan haar rand dolend
in jezelf achteloos
verkerend tussen lotgenoten

die zoals jij de tint
van het land aannamen,
zilten kameleons, vlezen
korrels: loom droog sepia.


Victor Vroomkoning
Uit: Stapelen
Amsterdam, De Arbeiderspers 2005
 
Bedrijvigheid

Ik heb veel meegemaakt.
Vanaf mijn eerste dag
zocht ik mijn ouders
in mijn ouders tot hun
oogopslag vanmorgen.
Ook leefde ik veel levens
tussen vrouw en kinderen,
kreeg steeds kennis aan
de vrienden die ik had.
Onderwijl bereisde ik
de halve wereld in mijn
land, verhuisde aldoor in
mijn stad en zwierf door
de vier tuinen van mijn
tuin. Ik keek mijn ogen
uit naar het weekdier
in mijn dagelijkse bad,
herlas mijn twintig boeken
twintig maal, herschreef
mijn honderd verzen
onophoudelijk en had lief
alsof ik nooit had liefgehad.

© Victor Vroomkoning
uit: IJsbeerbestaan
De Arbeiderspers, Amsterdam 1999

 
Vuilniszakken

 

Zoals ze daar 's morgens
op de stoep tegen elkaar aan
geleund warmte zoekend
in hun plastic jassen
staan te wachten, grijs,
vormeloos, vol afgedankt
leven, tegelijk broos
en weerloos. Je zou ze
weer naar binnen willen
halen, je ouders
wachtend op de bus

© Victor Vroomkoning
uit: Echo van een echo,
Manteau, Antwerpen-Amsterdam 1990

 
De Belgische Ardennen

Heel bemoedigend natuurlijk
al die therapeutische sparren:
de een begrijpt je, een ander
peinst met je mee, een derde
slaat wat takken om je heen
maar allemaal met dat sombere
smoelwerk. Alles druppelt,
druipt, snottert, wasemt, sopt.
Hout dat wil verzoenen, helen,
meeleeft, meewaait, maar vooral
meemiezert. Om de dooie
dood geen bouwvakkerspark waar
iedereen vrolijk luidruchtig
maar wat aanrotzooit. Nee,
hier introverte riviertjes,
survivalinspanninkjes, feedback-
uitspanninkjes. Intellectueel
woud-voertaal beschaafd Hollands-
onder een stolp van eeuwige mist.
En overal creaturen die de door
melancholie bevangen dichter uithangen.

© Victor Vroomkoning
uit 'IJsbeerbestaan'
Amsterdam, De Arbeiderspers 1999

 
Model

 

Laat mij hem uittekenen.
Hij zet de ezel op, beveelt mij
in de pose die hem lokt, zwijgend
moet ik nijgen, de stilte voor de vorm.

Het duurt wel even voordat iets
in hem beweegt. Kijk zijn mond
kieren, zie zijn tong week en vol
het lippenvlees toucheren.

Zijn adem rijst, uit zijn middel
zwelt de zucht, zijn hand aan het
penseel. Is hij met me klaar

geen veeg, geen fractie verf.
Het doek is leeg op het gebroken
wit na, dat ik uit hem heb geknepen.

© Stella Napels
(pseudoniem van Victor Vroomkoning)
uit: Lippendienst,
De Arbeiderspers 1997

 
De herfst

heeft weer flink uitgepakt:
de bruinrode loper uit, eikels
voor de pijp, kastanjes voor
het vuur, paddestoelen om tot
sprookjes in te keren. De zon
weerlicht aan de grond, ritselt
tussen afgeleefd blad en overal
het wuiven en zwaaien, depressies
binnen en buiten. Alles trekt
zich terug, de takken in hun
boom, de bomen in hun wortels,
de mens in zijn dromen. Wisseling
van jas, sjaal wordt das,
rooksignalen van overlevenden.

© Victor Vroomkoning
uit: De tweede ronde,
Van Oorschot Amsterdam 1994

Ingezonden door Irene

 
Buddléia

Wat weten vlinders van augustus?
De buddléia bloeit, ze nemen het
ervan. Je dochter kan dat eigenlijk
niet aan, zo ijl, zo flinterdun

haar jurk. Je bent haar vader maar
kunt kijken als een man. Waar eindigen
haar poten? Hoge zomen vangen wind,
de zomer raakt nu op zijn bangst.

Ze fladdert weg, je kijkt haar na zoals
de vriend die laatst iets ongelukkigs
zei toen zij op haar fiets passeerde.

Later als het licht de middag heet
en scherp maakt bij de sloot aan gene
zijde jaagt een man bij de buddléia 's.

© Victor Vroomkoning
uit: Oud zeer,
Manteau, Antwerpen/Amsterdam 1993