Poëzie-Leestafel

...

  • Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Marc Tritsmans
Leestafel heeft toestemming
van Marc Tritsmans om zijn gedichten
op de Leestafelsite te plaatsen.
 
Geluk?


Soms, fietsend langs donkere
grachten, duikt je blik ongevraagd
een woonkamer binnen, stuit
op een glimlach, een hand op
een schouder, maar je bent al

voorbij. Niet meer dan een tiende
seconde lijkt nodig om haarscherp
te tonen waar het om gaat. Moet je
in je huis misschien gewoonweg trachten
te kijken alsof je er toevallig voorbij rijdt.


Marc Tritsmans
Uit: Warmteleer
uitgeverij Terra - Lannoo, Tielt 2004
 
Vermeer

Zoals dode fazanten en patrijzen
precies hun plaats kennen op een
glanzende schaal, versierd met
een handvol bedauwde druiven, zo
vanzelfsprekend mooi in kamers
met een raam op het noorden, in
ingehouden licht, als vogels in een
kooi met het deurtje open, niet bij
machte om te vluchten, wachtend
op iets dat vanuit dat raam misschien
ooit: deze vrouwen vaak het hoofd
gebogen, bezig met wat nauwelijks
bewegen nodig maakt. Een brief
die wordt gelezen, melk gegoten,
een parel gewogen, een leven geleefd.

Marc Tritsmans (1959)
Uit: Van aarde,
Lannoo, Tielt 1999
 
Schatbewaarder


Van dit landschap ben ik de krenterige
schatbewaarder die met haviksogen alle
bomen telt en de konijnen, hazen en
fazanten raad aan hun geritsel.

Met koude blik weeg ik de schaarse
wandelaars, want iemands stap verraadt
zijn plannen. Een streepjespak, een hand
die schrijft, alles maakt me achterdochtig.

Ik noteer het kleinste teken van
verandering: wat omgewoelde aarde,
een gemerkte boom, een breder spoor.
Iemand beraamt met zorg de ondergang.


Mark Tritsmans
uit: 'De wetten van de zwaartekracht',
Lannoo Tielt 1992
 
Rechtzetting


Die me naar school bracht
onder de kastanjebomen, die
me nog als laatste bloedstollend

kon vertellen over Duitsers en
onder kleren gesmokkelde
boter. Die me steevast redde

als de wereld te groot werd.
Haar nu, ondanks het late
uur, nog even bellen en

zeggen dat het me spijt. Dat
ik er had moeten zijn die nacht
toen ze voorgoed vertrok.

Marc Tritsmans
uit:Van aarde,
Lannoo 1999
 
Neem

Neem een man, neem een vrouw.
Neem mij, neem jou. En laat
ons binnen een jaar of dertig
nog eens op deze zelfde plek
komen staan en nog eens kijken
naar diezelfde bosrand en nog
eens zoeken naar elkaars even
koude hand en denken: ja

Marc Tritsmans
Uit: Van aarde,
Lannoo, 1999.
 
Herfstige beukendreef

 

Wekenlang gaat het vallen vanuit almaar
kalere kruinen achteloos door. En deze
vreemde droefheid: ook bij bomen hoort
ze blijkbaar bij de kleine dood want zo

kwistig wordt leven zelden rondgestrooid.
Hoe tomeloze drift onder zolen kraakt
en knapt. Al die geduldig opgeblonken
minuskule houten kistjes met binnenin

rantsoen voor onderweg en na miljoenen
jaren koppig deze zelfde boodschap die
aan aarde wordt bezorgd: het feilloze
plan voor het bouwen van een rode beuk.

Marc Tritsmans
uit: De Vlaamse Gids 1996/4

 
Zeezicht

 

Dit uitzicht heeft zich dus honderd jaar eerder
ook voor mijn overgrootvaders ogen ontvouwd.
Toen hij in zijn zondagse pak met strohoed,
vrouw in zwierige jurk aan de arm, op net
zo'n warme julidag de dijk beklom en

haar daar zag liggen. Bij deze zee van
millennia kan ik even weer naast hem op die
bruinige foto. Hij knikt verstrooid als ik me
voorstel en neuriet verder een liedje dat ik
later nog wel van zijn kleindochter leer.

Marc Tritsmans
uit: Onder bomen,
uitgeverij Lannoo, Tielt 1994

 
Kastanjes

 

Ik zie hen naast elkaar gehurkt
met de handen door de bladeren
woelen. Ze zoeken naar iets kostbaars
dat vooral niet mag verloren gaan.

Ze fluisteren en ik hoor hen lachen
maar gedempt: ze delen de geheimen
waar ik voor altijd buiten sta. Dit
zijn mijn vader en mijn zoon maar

van de zestig jaren tussen hen in
is er geen spoor dat nog naar mij
verwijst. Ze verdwijnen in elkaar

zoals de glimmende kastanjes
vanzelfsprekend verdwijnen
in hun broekzakken.

Marc Tritsmans
uit: De wetten van de zwaartekracht,
uitgeverij Lannoo, Tielt 1992

 
79 N.C. Zomer in Herucaneum

 

Boven de heuvels hangt een gele rookpluim
met de geur van zwavel en bedrieglijk is dit
onverminderd krassen van cicaden in de

boomgaard. Olijven wachten ongeduldig op
een hand die plukt. De laatste dagen vallen
bekers uit de kasten, zit er 's morgens plots

een nieuwe scheur dwars door alle kamers
heen. Maar hoe kunnen we dit dorp verlaten
waar alle doden rusten. Terwijl landschap wil

vervagen: onder lagen stof en as wordt het grijs
en onherkenbaar toegedekt. Morgen vertrekken
vrouw en kinderen. Mij laat dit huis niet gaan.

Marc Tritsmans
uit: Sterk water,
uitgeverij Lannoo Tielt 2000