interview
met Jos Versteegen (De Contrabas)
Jos Versteegen
(boeken vpro)
Leestafel heeft toestemming van
Jos Versteegen en uitgeverij
Nieuw Amsterdam om deze
gedichten te plaatsen.
Iets ligt op sterven achter in
je blik. De zinnen vallen van
je lippen op de grond, als oude
glazen. Je doet de winkeldochters
van je geheugen steeds cadeau
aan wie je lakens komt verversen.
Vergeet de grote schoonmaak die
je veertig keer hebt aangericht
van keukenkast tot Christusbeeld,
de bezems die je wegveegde
op tegels en cement, het stof
dat aan je doeken hing, paniek
van spinnen, ruiming van karkasjes:
de uitgezogen pissebedden
onder de webben die je brak.
Vergeet je lente en je verf,
ze denken ook allang niet meer
aan jou.
Wat weet je zomer nog
van twee geschampte knieën in
de hof, tussen margrieten en
doronicum, en bloedend soms –
een dier trok wiedend door de tuin,
de hoofddoek als een rood signaal
tot achter, bij de heesters en
de put die grijzig overstroomde.
Je herfst weet niets meer van je handen,
die kouder werden, als het weer,
en roder, als de bladeren,
terwijl je zinken emmers tilde
met waswater of varkensbloed.
Wat zal je winter zich van jou
herinneren, al heb je hem
bestookt met gas en eierkolen,
al heeft hij op je bed gelegen
om rijp te maken uit je adem.
Je nam het wasgoed van de lijn:
bevroren ondergoed, sneeuwwit,
rokken en blauwe overalls
die tegen muren konden staan,
maar knakten bij de warmte van
de haard, alsof een aangekleed,
onzichtbaar spook opeens de geest gaf.
De muizen roffelen op zolder:
ze zijn de woning ingeklommen
vanuit het leeggemaaide veld
en graven tunnels in matrassen,
fauteuils en stapels dameshoeden.
Ze knagen door de plastic zakken
van opgeheven winkels vol
bestek en kookgerei. Een spatel,
decennia gedrenkt in vet,
krijgt kartelranden, want de muizen
kluiven. Geen vallen zijn hierboven,
geen katten die uit jagen gaan.
© Jos Versteegen
Uit: Slapen bij een warme man
Uitg. Nieuw Amsterdam 2008
Tuin zal je vloertje zijn wanneer
dit huis dood en begraven is.
Dan springen balsemienen uit
de hoek, buigen twee zonnebloemen
zich over bijzettafeltjes
en regenen de venkelschermen
hun zaad in omastoelen uit.
© Jos Versteegen
Uit: Slapen bij een warme man
Uitg. Nieuw Amsterdam 2008
Je stort er lakens in, die bollen,
verdrinkt ze met een grote stok
en stampt ons voetenvuil en zweet
en oogvocht murw, zodat het loslaat
en in de zinken emmer stroomt,
het voorportaal van grup en put.
Spookdromen, kom maar op. Ja vos
die in mijn deken woont, heus wolf
die op mijn kussen ligt – jij ruikt
straks net als ik naar groene zeep.
© Jos Versteegen
Uit: Slapen bij een warme man
Uitg. Nieuw Amsterdam 2008
In dit gebouw zijn honderd vrouwen
die slapen bij hun warme man.
© Jos Versteegen
Uit: Slapen bij een warme man
Uitg. Nieuw Amsterdam 2008