Poëzie-Leestafel

...

  • Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Het land der mensen

Ik lig in een landschap van heuvels alleen
met bloemen en water en gras;
de tijd liet me los en liep ijlings heen,
nu ben ik een mosbed, een zwervende steen
of een vlijmscherpe splinter van glas.

Het water beneden maalt binnen zijn boord,
de bloem legt haar bloemenhart bloot;
als de wind herbegint is het grasvlak gestoord
met een snelle golf die vloeit blinkende voort
als de voorgolf, ineens, van de dood.

Met de laatste mens is het laatste gesprek
op het zwijgen der dingen gestrand;
nattuur graaft zich onder herfstelijk dek,
de bomen staan naakt met een twijgenhek
voor een zeekim van zilver en zand.

Ik lig in de schoot van de heuvels alleen
en het licht van de zomer verdooft;
het water spoelt koud op zijn bodem van steen
en mijn hart, als van hoorn of elpenbeen,
stuwt zijn laatste bloed naar mijn hoofd.

Anton van Wilderode
uit: Het land der mensen,
Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel 1952