Poëzie-Leestafel Poëzie-Leestafel
  • Poëzie
    • Overzicht A-B-C-D
    • Overzicht E-F-G-H
    • Overzicht I-J-K
    • Overzicht L-M-N
    • Overzicht O-P-Q-R-S
    • Overzicht T-U-V
    • Overzicht W-X-Y-Z
    • Thema's
  • Gedicht uitgelicht
  • Biografieën
  • Recensies bundels
  • Poëzie schrijven
  • Linken
  • Forum
  • Zoeken
  1. U bevindt zich hier:  
  2. Startpagina
  3. Gedichten
  4. Frédéric Leroy

Frédéric Leroy afb

Ondraaglijke lichtheid

Ondraaglijke lichtheid

In het raam een meisje, jong nog en vrijwillig
machteloos, overtollige zwaarte heeft ze
vrolijk naast zich neergelegd: want zij is licht
en vluchtig, in essentie een uitgehold raadsel
dat moeiteloos de kunst verstaat van het verdwijnen
in de alledaagsheid: zij is de fluisterstem,
de vogelvlucht, het trillen van het spinnenweb,
het licht dat uitdooft op de bodem van de put.

Zij is,

in het raam een meisje, een schatje en ze werkt
je danig op de zenuwen – je hebt een borrel nodig,
denk je, maar bij elke slok wordt je lichaam
weer wat zwaarder, een gapend gravitatieveld.

Frédéric Leroy
Zal verschijnen in:
Gierik&NVT, 2006.

7:53 AM

7:53 AM

Ik (nu ook onder de levenden) herinner
me het woord – nog net of net niet meer,
proefde het op mijn verwonde lippen,
het woord zoals het was: onuitgesproken
maar drachtig als een zeug, hoe het rook
naar ontucht en onophoudelijk wisselde
van vorm, hoe het alles was en dan weer
niets, een lege oceaan, de frêle glimlach
van een meisje, een ruwe noordenwind,
hoe het uiteindelijk stolde: tot een bevel,
tot het willen, het opeisen, de roepnaam
van het ingeslapen beest. Ja – ik wil,

als een god ontwaken wil ik, ontbloot
en zonbeschenen op krijtwitte lakens,
met dit door oorlogen getekend lichaam
dat smaakt naar zeezout en die knoert
van een stierenkop, dit groteske hoofd
dat de wereld dragen wil maar zichzelf
niet herkent, in het eigenste labyrint
verloren loopt, pijnlijk bevreemdend
is zoals een ochtendlijke motelkamer
die geneest van bourbon en netkousen
(terwijl de poetsploeg luiken opengooit
en de nacht in holen kruipt) – ontwaken

van mezelf wil ik, het eenzame en trage
openen van nachtelijk gebroken ogen,
krokussen zien ontluiken en het brood
van gisteren wil ik, de zon in het gezicht
spuwen, lasteren en bloed doen stromen,
als een moeder jongen uitsturen wil ik,
en de hemel wil ik, helemaal, op natte klei
dansen, met wilde honing in het speeksel,
vol van liefde wil ik, als kapitein ter zee,
als pooier, als vreemdeling wil ik, rood
van woede, triomferen wil ik. Ja, ik wil!

Frédéric Leroy
Zal verschijnen in:
Gierik&NVT, 2006.

Meer artikelen …

  1. Aanzoek
  2. Ochtendritueel
  3. Het ontwaken
  4. De nood aan vaste middelpunten
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6

Pagina 1 van 6

Nieuwste recensies over dichtbundels of gedichten

De zachte veren van de tijd

De driehoek is rond

Verloren in verlangen

Tantes zijn fantastisch (ooms ook)

Hier ligt de waarheid in overdaad

Kopwolven

Oog in oog met de maan

Dat ijsberen eieren eten

Copyright © 2004-2025 Poëzie leestafel  -  Alle rechten voorbehouden.
Niets van deze site mag ter publicatie worden overgenomen.
Indien nodig kunt u contact opnemen met de beheerder van Leestafel, e-mail: dettie@poezie-leestafel.info