Marleen de Crée (ja)
Marleen de Crée (ja)
We mogen méér gedichten van Marleen de Créé plaatsen Maar niet een hele bundel
http://www.poezie-leestafel.info/marleen-de-cree
Dettie
http://www.poezie-leestafel.info/marleen-de-cree
Dettie
Laatst gewijzigd door Dettie op Za Apr 24, 2010 20:32, 1 keer totaal gewijzigd.
Geplaatst: 14 mrt 2006 10:25 am
Op verzoek van Tiba* ook toestemming gevraagd aan Marleen de Crée.
En toestemming gekregen!!
Dettie
*Dit heb ik er bij gezet omdat ik anders niet meer weet wie er om vroeg, geheugensteuntje voor mij dus
Laatst aangepast door Dettie op 31 mei 2006 07:05 am, in totaal 4 keer bewerkt
Op verzoek van Tiba* ook toestemming gevraagd aan Marleen de Crée.
En toestemming gekregen!!
Dettie
*Dit heb ik er bij gezet omdat ik anders niet meer weet wie er om vroeg, geheugensteuntje voor mij dus
Laatst aangepast door Dettie op 31 mei 2006 07:05 am, in totaal 4 keer bewerkt
Geplaatst: 14 mrt 2006 10:27 am
BRIEVEN AAN PLINIUS XX
ach, Plinius, dit zijn de laatste regels,
de takken van mijn spraakgebrek.
en wat aan voelbaarheid niet is bewezen
komt later in de grote trek
van vogels voor de winter.de bomen
in doorzichtige golven van licht, niet
te genezen dierbaarheid van dromen.
de nachten worden gewet aan de ramen.
en trager dan ooit is mijn taal uitgeroeid
in wortels van denken en praten.
ik hoor bij de liefde in schuchtere namen.
mijn lichaam ontsnapt in voorzichtige handen
en kantelt het woord in je tederheid.
de tijd kan langer dan duurzaamheid branden.
Marleen de Créé
Uit: Brieven aan Plinius
Manteau 1984
Dettie
BRIEVEN AAN PLINIUS XX
ach, Plinius, dit zijn de laatste regels,
de takken van mijn spraakgebrek.
en wat aan voelbaarheid niet is bewezen
komt later in de grote trek
van vogels voor de winter.de bomen
in doorzichtige golven van licht, niet
te genezen dierbaarheid van dromen.
de nachten worden gewet aan de ramen.
en trager dan ooit is mijn taal uitgeroeid
in wortels van denken en praten.
ik hoor bij de liefde in schuchtere namen.
mijn lichaam ontsnapt in voorzichtige handen
en kantelt het woord in je tederheid.
de tijd kan langer dan duurzaamheid branden.
Marleen de Créé
Uit: Brieven aan Plinius
Manteau 1984
Dettie
Geplaatst: 20 mei 2006 10:57 pm
Brieven aan Plinius I - IV
over mijn lippen breek je open
in een spiegelend water van meren.
en wind komt wonen in mijn huis.
duiven met doorzichtige veren.
je kan er ooit van dromen.
verbeelding is voor later.
de spiegelende meren van het water.
over mijn lippen moet je komen.
een huis op de wind van het woord.
wonen is een tijd van keren.
maar ik breek open, wazigheid van bomen.
spiegelende doorzichtigheid van water.
mijn lippen zijn nu vederlichte
duiven, die gaan, die gaan en komen.
Marleen de Crée
uit: Over de brug der aarzelingen, Gedichten 1969-1989,
Poëziecentrum, Gent 1990
Tiba.
Brieven aan Plinius I - IV
over mijn lippen breek je open
in een spiegelend water van meren.
en wind komt wonen in mijn huis.
duiven met doorzichtige veren.
je kan er ooit van dromen.
verbeelding is voor later.
de spiegelende meren van het water.
over mijn lippen moet je komen.
een huis op de wind van het woord.
wonen is een tijd van keren.
maar ik breek open, wazigheid van bomen.
spiegelende doorzichtigheid van water.
mijn lippen zijn nu vederlichte
duiven, die gaan, die gaan en komen.
Marleen de Crée
uit: Over de brug der aarzelingen, Gedichten 1969-1989,
Poëziecentrum, Gent 1990
Tiba.
Geplaatst: 22 mei 2006 09:46 am
de symboliek in deze verzen is wel moeilijk, ik krijg er geen vat op:
de spiegelende meren van het water.
over mijn lippen moet je komen
slaat het op de taal?
Groetjes. Tiba.
over mijn lippen breek je open
in een spiegelend water van meren.
en wind komt wonen in mijn huis.
duiven met doorzichtige veren.
je kan er ooit van dromen.
verbeelding is voor later.
de spiegelende meren van het water.
over mijn lippen moet je komen
de symboliek in deze verzen is wel moeilijk, ik krijg er geen vat op:
de spiegelende meren van het water.
over mijn lippen moet je komen
slaat het op de taal?
Groetjes. Tiba.
Geplaatst: 04 dec 2006 08:09 pm
Water – I
springen. in het water springen en dan
zwemmen. vettig water drinken, geen haar
scheelt het, verdrinken, een vader
aan de kant, alsof hij en ik.
daarna de weelde, zacht bewegen. van
kop tot teen gedragen worden, gewogen
en gewikt, gewikkeld en gewenteld,
onhandig en verlegen. licht op licht.
zon ontsnapt uit lissen aan de rand,
schittert fleurig in de ogen.
legt zich gewillig in mijn natte plooien.
niets dan vreugde in de stroming, op
en neer. water en ik. tot laat, tot ver,
tot eindeloos: het wiegen, het glooien.
Marleen de Crée
Uit: Vita Vita
Uitgeverij P 2004
Marleen de Crée (Bree, 1941) studeerde kunstgeschiedenis aan de K.U. Leuven. Ze publiceerde tot op heden 15 dichtbundels, die onder meer bekroond werden met de Maurice Gilliamsprijs, de August Beernaertprijs en de Prijs van de Vlaamse Poëziedagen. Daarnaast is Marleen de Crée een veelzijdig plastisch kunstenaar..
Dettie
Ik vind dit een gedicht dat heel mooi weergeeft hoe heerlijk je in water kan voelen. Het altijd nare begin en dan de heerlijke gewichtloosheid en je laten meevoeren, deinen op het water.
--
Water – I
springen. in het water springen en dan
zwemmen. vettig water drinken, geen haar
scheelt het, verdrinken, een vader
aan de kant, alsof hij en ik.
daarna de weelde, zacht bewegen. van
kop tot teen gedragen worden, gewogen
en gewikt, gewikkeld en gewenteld,
onhandig en verlegen. licht op licht.
zon ontsnapt uit lissen aan de rand,
schittert fleurig in de ogen.
legt zich gewillig in mijn natte plooien.
niets dan vreugde in de stroming, op
en neer. water en ik. tot laat, tot ver,
tot eindeloos: het wiegen, het glooien.
Marleen de Crée
Uit: Vita Vita
Uitgeverij P 2004
Marleen de Crée (Bree, 1941) studeerde kunstgeschiedenis aan de K.U. Leuven. Ze publiceerde tot op heden 15 dichtbundels, die onder meer bekroond werden met de Maurice Gilliamsprijs, de August Beernaertprijs en de Prijs van de Vlaamse Poëziedagen. Daarnaast is Marleen de Crée een veelzijdig plastisch kunstenaar..
Dettie
Ik vind dit een gedicht dat heel mooi weergeeft hoe heerlijk je in water kan voelen. Het altijd nare begin en dan de heerlijke gewichtloosheid en je laten meevoeren, deinen op het water.
--
Geplaatst: 05 dec 2006 11:56 am
Jan inderdaad, dit heeft mooi de sensatie weer die men voelt in het water.
Doet me denken aan Paul Snoek:
schreef hij niet: "zwemmen is bijna een beetje heilig zijn" (moet het nakijken).
Ik zit nu te denken wat ze bedoelt in de vierde regel met alsof hij en ik. Wat moet je daar nu bijdenken? Ik zie het niet direct.
Groetjes. Tiba (die gelukkig wat meer tijd heeft nu en haar achterstand met de gedichten kan inhalen).
Jan inderdaad, dit heeft mooi de sensatie weer die men voelt in het water.
Doet me denken aan Paul Snoek:
schreef hij niet: "zwemmen is bijna een beetje heilig zijn" (moet het nakijken).
Ik zit nu te denken wat ze bedoelt in de vierde regel met alsof hij en ik. Wat moet je daar nu bijdenken? Ik zie het niet direct.
Groetjes. Tiba (die gelukkig wat meer tijd heeft nu en haar achterstand met de gedichten kan inhalen).
Geplaatst: 07 dec 2006 06:12 pm
Ter vergelijking even het gedicht van Paul Snoek:
Een zwemmer is een ruiter
Zwemmen is losbandig slapen in spartelend water,
is liefhebben met elke nog bruikbare porie,
is eindeloos vrij zijn en inwendig zegevieren.
En zwemmen is de eenzaamheid betasten met vingers,
is met armen en benen aloude geheimen vertellen
aan het altijd allesbegrijpende water.
Ik moet bekennen dat ik gek ben van het water.
Want in het water adem ik water, in het water
word ik een schepper die zijn schepping omhelst,
en in het water kan men nooit geheel alleen zijn
en toch nog eenzaam blijven.
Zwemmen is een beetje bijna heilig zijn.
Paul Snoek
uit: Gedichten 1954-1968
Manteau 1969
Tiba.
Ter vergelijking even het gedicht van Paul Snoek:
Een zwemmer is een ruiter
Zwemmen is losbandig slapen in spartelend water,
is liefhebben met elke nog bruikbare porie,
is eindeloos vrij zijn en inwendig zegevieren.
En zwemmen is de eenzaamheid betasten met vingers,
is met armen en benen aloude geheimen vertellen
aan het altijd allesbegrijpende water.
Ik moet bekennen dat ik gek ben van het water.
Want in het water adem ik water, in het water
word ik een schepper die zijn schepping omhelst,
en in het water kan men nooit geheel alleen zijn
en toch nog eenzaam blijven.
Zwemmen is een beetje bijna heilig zijn.
Paul Snoek
uit: Gedichten 1954-1968
Manteau 1969
Tiba.
Geplaatst: 20 dec 2006 11:34 am
Dit is zo'n mooi detail in het gedicht.
In 1 versregel zie je ook het landschap eromheen en heb je meteen de sensatie van het water met daabij het groen en geel (van de zon, de lisbloemen), dus kleur in het gedicht (zonder die werkelijk te noemen).
Mooi!
Tiba.
zon ontsnapt uit lissen aan de rand
Dit is zo'n mooi detail in het gedicht.
In 1 versregel zie je ook het landschap eromheen en heb je meteen de sensatie van het water met daabij het groen en geel (van de zon, de lisbloemen), dus kleur in het gedicht (zonder die werkelijk te noemen).
Mooi!
Tiba.
Geplaatst: 05 jan 2007 03:41 pm
Brieven aan Plinius I*
Ik zeg je Plinius, het is september.
de dichters keren in 't getij.
vruchten rijpen aan de warme muren,
vergeet dat niet: het zijn de laatste uren
van de zomer. warmte, niets kan nog gebeuren.
het zijn de stille dagen van het jaar,
want alles wordt geduldiger gedragen
in veelvoud van de laatste dracht.
september weet wat dierbaarheid betekent
en liefde tekent schaduwen van was.
ik zeg: voorzichtigheid werd ooit berekend
aan de contouren van een waterglas.
de druiven, Plinius, de laatste schragen
van wat een dichterzomer was.
Marleen de Crée
uit: 'Brieven aan Plinius',
Manteau 1984.
*) Plinius: Gaius Plinius Caecilius Secundus Minor was een Romeins politicus en redenaar uit de 1e-2e eeuw na Christus. Zijn oeuvre bevat onder meer een aantal gedichten en epigrammen. Het is vooral zijn uitgebreide correspondentie die nog steeds de aandacht trekt. Er zijn 9 boeken privé-brieven bewaard met eigen belevenissen, nieuwtjes, raadgevingen.
(informatie gevonden op gedichten.nl)
--
Brieven aan Plinius I*
Ik zeg je Plinius, het is september.
de dichters keren in 't getij.
vruchten rijpen aan de warme muren,
vergeet dat niet: het zijn de laatste uren
van de zomer. warmte, niets kan nog gebeuren.
het zijn de stille dagen van het jaar,
want alles wordt geduldiger gedragen
in veelvoud van de laatste dracht.
september weet wat dierbaarheid betekent
en liefde tekent schaduwen van was.
ik zeg: voorzichtigheid werd ooit berekend
aan de contouren van een waterglas.
de druiven, Plinius, de laatste schragen
van wat een dichterzomer was.
Marleen de Crée
uit: 'Brieven aan Plinius',
Manteau 1984.
*) Plinius: Gaius Plinius Caecilius Secundus Minor was een Romeins politicus en redenaar uit de 1e-2e eeuw na Christus. Zijn oeuvre bevat onder meer een aantal gedichten en epigrammen. Het is vooral zijn uitgebreide correspondentie die nog steeds de aandacht trekt. Er zijn 9 boeken privé-brieven bewaard met eigen belevenissen, nieuwtjes, raadgevingen.
(informatie gevonden op gedichten.nl)
--
Geplaatst: 07 jan 2007 11:58 am
Brieven aan Plinius I - IV
Het lijkt mij dat diegene probeert te vertellen/schrijven maar dat lukt aanvankelijk niet.
over mijn lippen breek je open
in een spiegelend water van meren.
en wind komt wonen in mijn huis.
duiven met doorzichtige veren.
je kan er ooit van dromen.
verbeelding is voor later.
de spiegelende meren van het water.
over mijn lippen moet je komen
Dan lukt het wél om zich uit te drukken.
een huis op de wind van het woord.
wonen is een tijd van keren
maar ik breek open, wazigheid van bomen.
spiegelende doorzichtigheid van water.
mijn lippen zijn nu vederlichte
duiven, die gaan, die gaan en komen
Dettie
Brieven aan Plinius I - IV
Het lijkt mij dat diegene probeert te vertellen/schrijven maar dat lukt aanvankelijk niet.
over mijn lippen breek je open
in een spiegelend water van meren.
en wind komt wonen in mijn huis.
duiven met doorzichtige veren.
je kan er ooit van dromen.
verbeelding is voor later.
de spiegelende meren van het water.
over mijn lippen moet je komen
Dan lukt het wél om zich uit te drukken.
een huis op de wind van het woord.
wonen is een tijd van keren
maar ik breek open, wazigheid van bomen.
spiegelende doorzichtigheid van water.
mijn lippen zijn nu vederlichte
duiven, die gaan, die gaan en komen
Dettie
Geplaatst: 15 dec 2007 03:00 pm
III
veulens met een zacht en vochtig vel
van dauw, zonnestelsels gloeien
hen in de ogen. Ik hef nu vreemde
hemellichamen uit hun baan.
op mijn weide wandelen de paarden.
maar ik ben hard en stil als steen.
na al de jaren, het eenzame geween
van pauwen na de regen.
ondoorzichtig, in een dal van velen.
en wat mijn draven ooit heeft aangedaan
kan geen plaats mij ooit vergeven.
van veulens razend en verbaasd,
het radeloze waaien van de manen.
het nodeloze leven steigert in zijn banen.
Marleen De Crée
Uit: Brieven aan Plinius.
(het derde van 20 sonnetten)
Uitg. Manteau-Antwerpen 1984
leni
III
veulens met een zacht en vochtig vel
van dauw, zonnestelsels gloeien
hen in de ogen. Ik hef nu vreemde
hemellichamen uit hun baan.
op mijn weide wandelen de paarden.
maar ik ben hard en stil als steen.
na al de jaren, het eenzame geween
van pauwen na de regen.
ondoorzichtig, in een dal van velen.
en wat mijn draven ooit heeft aangedaan
kan geen plaats mij ooit vergeven.
van veulens razend en verbaasd,
het radeloze waaien van de manen.
het nodeloze leven steigert in zijn banen.
Marleen De Crée
Uit: Brieven aan Plinius.
(het derde van 20 sonnetten)
Uitg. Manteau-Antwerpen 1984
leni
Wendy little rose
rozen, als kwamen ze 's avonds, laten
zich niet lezen. ze slurpen taal en teken
uit mijn blik. in een sonore stoet trekken
ze voorbij. maanlicht staat te staren,
rukt aan de tijd, zwart als water en
vol onzekerheid. niets is nog bewezen.
rozen hebben me beet en bijten. ik slik
hun geur, blijf aan ze haken.
lucht hangt als verbeelding te verbleken,
veegt met een vage hand mijn adem uit.
hoe ver zijn rozen, hoe dicht aan mij gebrand.
mijn stem wikkelt zich soms uit hun blaren.
niets is guller dan een rozenhart. daarin
zal ik slapen, schuilen, leven als het moet.
Marleen de Créé
uit: Vita Vita, Leuven, P, 2004
Tiba
rozen, als kwamen ze 's avonds, laten
zich niet lezen. ze slurpen taal en teken
uit mijn blik. in een sonore stoet trekken
ze voorbij. maanlicht staat te staren,
rukt aan de tijd, zwart als water en
vol onzekerheid. niets is nog bewezen.
rozen hebben me beet en bijten. ik slik
hun geur, blijf aan ze haken.
lucht hangt als verbeelding te verbleken,
veegt met een vage hand mijn adem uit.
hoe ver zijn rozen, hoe dicht aan mij gebrand.
mijn stem wikkelt zich soms uit hun blaren.
niets is guller dan een rozenhart. daarin
zal ik slapen, schuilen, leven als het moet.
Marleen de Créé
uit: Vita Vita, Leuven, P, 2004
Tiba
Ik zit nog altijd op mijn oudje (traag, maar werkt). Iemand heeft een backup gemaakt van mijn gewone pc. Weet niet of alles erop staat, want die pc werkt nog niet.
Mijn oog viel op dit gedicht omdat er in een ander item sprake was van rozen. Vond het wel toevallig. Zei jij niet dat rozen geen inhoud hebben?
Merkwaardig dat ik op dit gedicht stootte!
Tiba.
Mijn oog viel op dit gedicht omdat er in een ander item sprake was van rozen. Vond het wel toevallig. Zei jij niet dat rozen geen inhoud hebben?
Merkwaardig dat ik op dit gedicht stootte!
Tiba.
We hopen maar dat je alles terugvindt, Tiba.
Ik weet dat dat er over rozen duizenden gedichten zijn gemaakt, door Rainir Maria Rilke zelfs een hele bundel die ik pas gelezen heb. Maar jij begrijpt me wel, de inhoud komt uit de dichters. Een roos heeft van zichzelf slechts physieke kenmerken; gedachten, en dus ook gedichten, hebben de inhoud, de betekenis, zoals ik die bedoel. Ik hoop dat je me niet te gelijkhebberig vind.
Pieter
Ik weet dat dat er over rozen duizenden gedichten zijn gemaakt, door Rainir Maria Rilke zelfs een hele bundel die ik pas gelezen heb. Maar jij begrijpt me wel, de inhoud komt uit de dichters. Een roos heeft van zichzelf slechts physieke kenmerken; gedachten, en dus ook gedichten, hebben de inhoud, de betekenis, zoals ik die bedoel. Ik hoop dat je me niet te gelijkhebberig vind.
Pieter
Hier staat een interview met Marleen de Crée
http://decontrabas.typepad.com/dekleine ... w_m_1.html
Op poezie-Leestafel staat een recensie van Annematie Sauer
http://www.poezie-leestafel.info/annemarie-sauer
Daarin staat
Ook Wendy Rose trekt mijn aandacht. Zij werd geboren in 1948. Haar vader is Hopi en haar moeder euro-amerikaans en deels Miwok. Zij schrijft over haar wankele twee-éénheid, zowel in zichzelf als door het feit dat zij tot twee volken en twee culturen behoort. Zij is antropologe. Ze heeft meer dan tien bundels op haar naam.
Zou Marleen de Crée het over deze Wendy hebben?
Dettie
http://decontrabas.typepad.com/dekleine ... w_m_1.html
Op poezie-Leestafel staat een recensie van Annematie Sauer
http://www.poezie-leestafel.info/annemarie-sauer
Daarin staat
Ook Wendy Rose trekt mijn aandacht. Zij werd geboren in 1948. Haar vader is Hopi en haar moeder euro-amerikaans en deels Miwok. Zij schrijft over haar wankele twee-éénheid, zowel in zichzelf als door het feit dat zij tot twee volken en twee culturen behoort. Zij is antropologe. Ze heeft meer dan tien bundels op haar naam.
Zou Marleen de Crée het over deze Wendy hebben?
Dettie
Vita Vita is een bundel over het leven in alle facetten en opgebouwd rond de twee polen, water en vuur.
Het water waaruit we allemaal geboren worden en waarin we ons bestaan kunnen evalueren.
Het vuur daarentegen typeert de relatie met de geliefde: haar kracht, haar warmte, haar gevaar. Vuur kan smeulen en laaien, kan verwarmen en verbranden.
Tussen beide polen, een intermezzo waarin de dichteres een hommage brengt aan vrienden én aan het wonder van de roos. Roos symbool van liefde en vriendschap. Bloem met doornen.
Dit vond ik bij uitgeverij P tiba, over de bundel VitaVita.
Wendy Rose viel me gewoon op omdat zij toevallig ook genoemd in de recensie over Sauer én omdat de titel van het gedicht in het Engels is.
Wendy Rose was een Indiaanse. Haar vader was volbloed Indiaan, haar moeder was deels Miwok indiaan maar weigerde die achtergrond te accepteren, zij verwees steeds naar het deel van haar Europese achtergrond.
Wendy Rose ging bij the American Indian Movement (AIM) en haar verdere leven staat ook in het teken van de originele bewoners van Amerika. Vooral de taal heeft haar aandacht.
Zie ook http://en.wikipedia.org/wiki/Wendy_Rose
Ik dacht misschien is het gedicht van Marleen de Cree wel een ode aan Wendy Rose vooral ook omdat de rest van haar bundel over water en vuur gaat. De elementen die heel belangrijk zijn voor Indianen.
Maar ik kan er natuurlijk helemaal naast zitten.
Uit het gedicht kan ik het niet echt halen. Het is puur een gedachtekronkel van mij
Dettie
Het water waaruit we allemaal geboren worden en waarin we ons bestaan kunnen evalueren.
Het vuur daarentegen typeert de relatie met de geliefde: haar kracht, haar warmte, haar gevaar. Vuur kan smeulen en laaien, kan verwarmen en verbranden.
Tussen beide polen, een intermezzo waarin de dichteres een hommage brengt aan vrienden én aan het wonder van de roos. Roos symbool van liefde en vriendschap. Bloem met doornen.
Dit vond ik bij uitgeverij P tiba, over de bundel VitaVita.
Wendy Rose viel me gewoon op omdat zij toevallig ook genoemd in de recensie over Sauer én omdat de titel van het gedicht in het Engels is.
Wendy Rose was een Indiaanse. Haar vader was volbloed Indiaan, haar moeder was deels Miwok indiaan maar weigerde die achtergrond te accepteren, zij verwees steeds naar het deel van haar Europese achtergrond.
Wendy Rose ging bij the American Indian Movement (AIM) en haar verdere leven staat ook in het teken van de originele bewoners van Amerika. Vooral de taal heeft haar aandacht.
Zie ook http://en.wikipedia.org/wiki/Wendy_Rose
Ik dacht misschien is het gedicht van Marleen de Cree wel een ode aan Wendy Rose vooral ook omdat de rest van haar bundel over water en vuur gaat. De elementen die heel belangrijk zijn voor Indianen.
Maar ik kan er natuurlijk helemaal naast zitten.
Uit het gedicht kan ik het niet echt halen. Het is puur een gedachtekronkel van mij

Dettie
Raar, maar ik had dezelfde gedachtenkronkel toen ik gedicht plaatste en had een link met Rose gevonden op het net.
Maar een verbinding met het gedicht vond ik evenmin.
De bundel Vita Vita heb ik niet, dus kan het geheel niet bekijken.
Ik heb wel de bundel "Passage". Daarin staan prachtige liefdesgedichten.
Zal er binnenkort eentje uit plaatsen.
Tiba.
Maar een verbinding met het gedicht vond ik evenmin.
De bundel Vita Vita heb ik niet, dus kan het geheel niet bekijken.
Ik heb wel de bundel "Passage". Daarin staan prachtige liefdesgedichten.
Zal er binnenkort eentje uit plaatsen.
Tiba.
langzaam, als een zachte steen,
rol ik aan de flarden van je naam.
sprakeloos wil je me overnachten.
ik stapel bed en ogen vol met wachten
op je grillig haar, je stem, het branden
aan de bakens om me heen.
ik denk: er is geen onschuld langer
dan de kamer, mijn mond, je hart
dat beeft, het ruilen van gedachten.
dan rol ik langzaam als een zachte steen.
Marleen de Crée
uit: Passage, uitgeverij Hadewijch nv,
Schoten, 1987
Tiba.
rol ik aan de flarden van je naam.
sprakeloos wil je me overnachten.
ik stapel bed en ogen vol met wachten
op je grillig haar, je stem, het branden
aan de bakens om me heen.
ik denk: er is geen onschuld langer
dan de kamer, mijn mond, je hart
dat beeft, het ruilen van gedachten.
dan rol ik langzaam als een zachte steen.
Marleen de Crée
uit: Passage, uitgeverij Hadewijch nv,
Schoten, 1987
Tiba.
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 10 gasten