Mowgli

Starend in de kleurige ogen
van de slang

die koud en glibberig
acht of negen maal zich
om zijn tengere lichaam
draait.

Zijn waarheid is verdampt
of smelt zoals cacaoboter
in de tropenzon

en buiten zich, verdwaasd
lacht hij ook nog daarbij

Geluk doorstroomt
zijn schaamte dat
hij is


Erik Spinoy
uit: Boze wolven
Meulenhoff 2002