Belofte

Zoals het blanke appelvlees
nog niet tevoorschijn gebeten,
zoals de grand cru in de fles
nog vol met gloed geweten,

zoals het eerste goede vers
nog enkel in het hoofd geschreven,
zoals jouw geschiedenis
nog niet met die van mij verweven,

zo is mij je oksel en je mond:
een geur, een onbetreden grond.

© Hilde Keteleer
uit: Al wat winter is en waar,
Wereldbibliotheek, Amsterdam 2001