Vijf bomen voor het raam

Er staan vijf bomen voor het raam.
Het zijn mijn broers en zussen

die me trouw blijven, nooit vloeken,
elke dag een bos bloemen bezorgen.

Het zijn mijn diepste gedachten
over liefde, ontucht, glasheldere

doorzichten naar morgen, de dood.
Het zijn vijf namen die ik nooit

zou kunnen vergeten. Vijf vingers
en aan elke vinger een zegel van goud.

Het is de hand van God, die dag en
nacht over me waakt en me telkens

vasthoudt om mijn middel zoals jij
als ik omval, als ik niet rechtop sta.

© Hannie Rouweler
Uit: "Rozen verwelken, bloemen"
Uitgeverij WEL, Bergen op Zoom (december 2006)