Een dag van bordkarton

I

Ach de dag is bordkarton
Het néon gedoofd geraamte
En stof, waarde vriend.
Een rede tot vele levens.

Schuif je schaduw door het raam
En zie hem zitten in het café
Martinho de Arcada, koffie op
Het marmeren tafelblad.

Een slopende nacht voorbij
Kijk mee over de Taag, nu
Verbergt de ochtendnevel nog
De schepen in een droef concert.

Het plein, na de koffie, na
De aguardente: verfomfaaid
Marmer vol armoedig afval, 25 april
Tien jaar later met lege handen.

VI

Sociedade Nacional de Belas-Artes. Verse anjers
Op het revers of in de hand. Loop verdwaald
Tussen de beelden, de tekens. Wat blijft er over?
Daar loopt de man, evenbeeld, met hoed en koffertje,

Stijlvol in zijn zwarte pak. Pessoa, herrezen
Uit de muffe kelder van het verleden. Pessoa,
Het ene oog rood, het andere zwart. Pessoa
Monstert met monocle schilderij na schilderij.

Beelden en bezoekers. Performance binnen performance.
Tenslotte viert men de revolutie. Kookt het water
Voor de koffie nog steeds? Beschaafd applaus.
De revolutie zelf treedt binnen, Pessoa verdwijnt.

Oh, oh de kapiteins! Een aantal ponden dikker,
Maar herkenbaar. Glimlachen, flitsen, fluisteringen.
Ik schud de handen. Rood hoofd. Late middagzon.
Ach, de dag is bordkarton en néon gedoofd geraamte.

Hans van de Waarsenburg
Lissabon, 25 april 1984
Bzzlletin 136 mei 1986