Recensie, geschreven door Karel Wasch, over de bundel


Een bloembed, een bloedbad


gedichten

Paul Roelofsen




Paul Roelofsen (Harlingen, 1940) schreef aanvankelijk korte verhalen, die werden gepubliceerd in een aantal bladen.. Vanaf 2002 schreef Paul Roelofsen gedichten en las hij voor op vele podia in Nederland, België en Frankrijk. In 2010 verscheen van Paul Roelofsen zijn debuutbundel 'De dame en de vrouw' bij De Witte Uitgeverij. In 2015 verscheen zijn tweede bundel Een roos in december bij uitgeverij Kontrast. Nu dan een nieuwe bundel van hoge kwaliteit.


De slim geconstrueerde gedichten van Paul Roelofsen kenmerken zich door een misleidende eenvoud. Paul Roelofsen is in staat met eenvoudige zinnen en woorden toch een interessante gelaagdheid en dubbelzinnigheid in zijn gedichten aan te brengen. Neem nu eens dit gedicht:

Vooroordeel


Wij hadden veel gemeen, sigarenbandjes

was er een

wij waren vrienden, Rein en ik


tot er een Willem 2 bij mij verdween


de dief had geen staart, laat staan een pluim

toch wist ik: Rein


een van zijn ogen zit nu dicht

tot mijn verdriet toen mijn zusje schreiend zei:


het was niet Rein, Rein was het niet

ik was het, ik

 
Een vooroordeel hebben we allemaal wel, maar in dit geval wordt de zaak extra pijnlijk. De dief wordt door de dichter verdacht van het stelen van een sigarenbandje. Hij heet Rein en er wordt aan Rein de Vos geassocieerd. Alleen heeft deze dief geen staart maar is wel sluw. Helaas of gelukkig misschien heeft hij niets gestolen maar dat is gedaan door de zus van de hoofdpersoon. Een pijnlijke vergissing, gebaseerd op een vooroordeel.


Man met strooien hoed


Kijk, daar wandelt een man met strooien hoed

nog langzamer

dan zijn gedachten gaan langs het strand


er brandt geen verzengende zon op zijn hoed

maar onder het stro

is het toch warmer dan goed voor de man


nu lacht hij, bang dat het is gedaan

met zijn hoofd dat te gek gaat voor een heer

die als evenwichtig te boek staat


loopt dan zwaaiend de zee in


Dominee met strooien hoed
is een verhaal uit Gesponnen suiker van Jan Wolkers. Het lijkt met dit vers niet zoveel te maken te hebben. De eerste strofe is werkelijk magistraal: nog langzamer dan zijn gedachten gaan. Een mens dat wandelt, langzamer dan zijn gedachten. We kunnen ons er van alles bij voorstellen, maar het is meer een imaginatie dan een beeld. De hoed schenkt hem geen verkoeling. En aan het eind loopt hij zelfs zwaaiend de zee in. Heeft hij gedronken? Is hij van de wereld? We weten het niet. Maar het doet er niet toe.


Wiegendood


Ja, ik had lief

de zoelte van je adem

en ik had lief

je speelse tong, je zacht geblaat

en ik had lief

zo lief je geurend hoofd

o ik had lief

zo lief je korte leven lang


Naarmate de bundelt vordert, verandert de toon van de dichter van vrolijk naar verdrietig en soms zelfs naar morbide. Het is alsof hij ons wil zeggen: ’Zo leuk is het nou ook allemaal weer niet!’ En in een van de laatste gedichten het bovenstaande Wiegendood trekt hij de registers open. Een jong leven in de kiem gesmoord. Dat op papier te zetten zonder sentimenteel uit te glijden is een hele prestatie.


De 46 gedichten in deze mooie bundel zijn stuk voor stuk juweeltjes. Een grote dichter!


ISBN 9789087598495 |Softcover|  63 blz.| Reeks ‘Open’. Uitgeverij U2pi BV.| september 2019

© Karel Wasch, 20 november 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER