SlakkenVier slakken worden op de muur gezet,
de strijd begint, wie is het eerst beneden,
met vrije val of slijmerig gegleden,
twee dochters en hun pa hebben gewed.
De grootste slijmbal is voor kale Pa,
de groengerande is voor de kleinste,
voor de oudste dochter is de fijnste,
de laatste toegewezen aan een Ma.
Daar gaat Anna’s, het is de eerste slak
die afhaakt, duikt in een kansloze voeg;
Cleo’s, na een beloftevolle sprint,
is teruggekropen; als in de kroeg
blijft die van Pa halfweg steken en wint,
door hun gebreken, zij die steeds ontbrak.
© Nanne Nauta