Met mijn kwantorslag
en mijn indwenloopje
kan ik ze wel verslaan.
Ik ben sterker
dan de zwebongbeesten
en niet bang.
Ik ben niet bang.
Jo Govaerts
Uit: Hanne Ton
Kritak 1987
“Er zijn weinig zekerheden in de wereld, en zeker in de literatuur, maar dat Jo Govaerts op
dit moment de beste dichteres van haar generatie is, is zo’n zekerheid.”
Herman de Coninck
Met mijn kwantorslag
en mijn indwenloopje
kan ik ze wel verslaan.
Ik ben sterker
dan de zwebongbeesten
en niet bang.
Ik ben niet bang.
Jo Govaerts
Uit: Hanne Ton
Kritak 1987
Diegenen met wie ik nooit heb geslapen...
Diegenen met wie ik nooit heb geslapen
-ik hield van hen
soms
heel vleselijk.
Te denken aan hun zachte vel
of de tastbaarheid van hun botten,
al was me dat nooit meer
dan in vluchtigheid gegeven.
Maar niet minder concreet,
niet minder aanwezig,
in dromen, gedachten, daden,
in al mijn vezels.
Er waren zeeën tussen ons,
zwaar bewaakte grenzen,
een tafeltje met glazen wijn,
dwaas verstand of een belofte
en een door niets gestelpte begeerte.
Jo Govaerts
Uit Apenjaren
Van Halewyck, 1998
Liefde was een heldere kamer ...
Liefde was een heldere kamer
met open vensters en ons
walsend in het rond
zon
was een glazen klokkenspel
wind bracht nieuwe jaargetijden
wij
hielden van elkaar
Jo Govaerts
uit: De twijfelaar
Leuven 1989
Als ik tenslotte oud zal zijn...
Als ik tenslotte oud zal zijn
en na een zoveelste kale reis strand
in mijn laatste onhuis
zal het jouw gezicht zijn, ongelezen,
dat ik uit verre dagen aanhaal.
Geloof me of niet dat het liefde is
jou mijn zwerven om je heen te besparen
en het hoogste, straffend geluk voor mij
als je je dan warmend in honkvaster gezelschap
nog eens schamper aan me denkt:
'In gedichten probeerde ze nog
iets van de liefde te bestendigen,
ja, in gedichten probeerde ze dat nog wel.'
Jo Govaerts
uit: Waar je zit naar te kijken,
Kritak, 1994
Waar ik naar verlang vandaag
Waar ik naar verlang vandaag
een frisse zomerjurk te dragen
met blote schouders, een uitgesneden
hals en rug en vooral goed
los om de heupen
waarmee ik dan de tuin in loop
de zon schijnt warm, maar de wind
houdt het draaglijk en brengt
de jurk in beweging en dan
ben jij er natuurlijk ook die
de jurk al even mooi vindt en samen
trekken we hem uit en hangen hem
aan een tak
en liggen te kijken in het gras naar
zo'n frisse zomerjurk in een boom, daar
verlang ik het meest naar vandaag.
Jo Govaerts
uit: 'Waar je naar zit te kijken',
Kritak 1994