Poëzie-Leestafel

...

  • Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Zurkel

Een blaadje zurkel op de mond,
een beven in mijn keel,
geheim, gezouten, zoet, gezond
en dan schudt af de dag geheel
zijn sleeuwte, roest en zurigheid,
zijn geelte en zijn gedurigheid
en 't ritselt in mijn kieuwen.

O vroeger moest 't een bos, een boom,
nu mag 't een takje wezen,
een blaadje, dat mij zijn aroom
geeft om mij te genezen.

Een tand erin, een tong eraan
en vijftig jaar vernieuwen.

Tot in mijn moeder heb ik dit verstaan.

Hubert van Herreweghen
Uit: Gedichten V - Brak,
opgenomen in Verzamelde gedichten /
Nijmegen: Gottmer 1997

Bewust gebruikt de dichter hier gewesttaal,
aansluitend bij de gewone plattelandsmens:
zurkel = zuring
sleeuwte = loomheid, stroefheid
kieuwen = kaaksbeen.
Zie ook: Woorden om wakker te lezen,
Rudolf van de Perre, Davidsfonds, 1992