Eva Cox (ja)
Eva Cox (ja)
We mogen méér gedichten van Eva Cox plaatsen
Maar geen hele bundels
zie ook http://www.poezie-leestafel.info/eva-cox
Dettie
Maar geen hele bundels
zie ook http://www.poezie-leestafel.info/eva-cox
Dettie
Laatst gewijzigd door Dettie op Za Apr 24, 2010 21:47, 1 keer totaal gewijzigd.
Geplaatst: 17 feb 2006 08:56 pm
Op verzoek van Tiba* toestemming gevraagd voor het plaatsen van gedichten van Eva Cox.
En de toestemming gekregen!
Dettie
*Dit er even bij gezet anders weet ik niet meer wie er om vroeg, geheugensteuntje voor mij dus.
Laatst aangepast door Dettie op 08 mei 2006 08:20 am, in totaal 3 keer bewerkt
Op verzoek van Tiba* toestemming gevraagd voor het plaatsen van gedichten van Eva Cox.
En de toestemming gekregen!
Dettie
*Dit er even bij gezet anders weet ik niet meer wie er om vroeg, geheugensteuntje voor mij dus.
Laatst aangepast door Dettie op 08 mei 2006 08:20 am, in totaal 3 keer bewerkt
eplaatst: 19 feb 2006 10:27 pm
Zij droomt zich
Zij droomt zich een stoel,
touw om de enkels,
metaal van een loop in de nek.
Maar niets dwingt.
Niets dat de woorden uit haar vingers wringt.
De polsen gebonden aan pannen en emmers,
de mond aan een mond, het hart aan twee poppen.
In de verte de pen.
Splinter in het lampgeel van de kamer.
Tussen haar en daar een web van stemmen
dat haar stopt. Als een dolle bal.
Eva Cox
uit: Pritt.stift.lippe, Holland 2004
Tiba.
Zij droomt zich
Zij droomt zich een stoel,
touw om de enkels,
metaal van een loop in de nek.
Maar niets dwingt.
Niets dat de woorden uit haar vingers wringt.
De polsen gebonden aan pannen en emmers,
de mond aan een mond, het hart aan twee poppen.
In de verte de pen.
Splinter in het lampgeel van de kamer.
Tussen haar en daar een web van stemmen
dat haar stopt. Als een dolle bal.
Eva Cox
uit: Pritt.stift.lippe, Holland 2004
Tiba.
Geplaatst: 19 feb 2006 10:33 pm
Ik heb dit enkele malen gelezen...
Vermoedelijk bedoelt ze dat ze in plaats van gebonden te zijn aan "pannen en emmers", gebonden wil zijn aan een stoel.... om te kunnen schrijven? het is een dwingende behoefte want ze droomt ervan dat haar enkels gebonden zijn en een loop in haar nek haar dwingt om te schrijven.
Zo zie ik het momenteel. Iemand een ander idee?
Groetjes. Tiba.
Zij droomt zich een stoel,
touw om de enkels,
metaal van een loop in de nek.
Ik heb dit enkele malen gelezen...
Vermoedelijk bedoelt ze dat ze in plaats van gebonden te zijn aan "pannen en emmers", gebonden wil zijn aan een stoel.... om te kunnen schrijven? het is een dwingende behoefte want ze droomt ervan dat haar enkels gebonden zijn en een loop in haar nek haar dwingt om te schrijven.
Zo zie ik het momenteel. Iemand een ander idee?
Groetjes. Tiba.
Geplaatst: 20 feb 2006 09:45 am
Ja, dat lijkt mij ook. Dat ze door haar huishouden (pannen en emmers) en haar gezin (twee poppen) en door de drukte in huis (web van stemmen) steeds maar niet aan schrijven toekomt, terwijl ze wel een enorme innerlijke drang voelt tot schrijven. Geen fijn gevoel zo, lijkt me.
Sarah
Ja, dat lijkt mij ook. Dat ze door haar huishouden (pannen en emmers) en haar gezin (twee poppen) en door de drukte in huis (web van stemmen) steeds maar niet aan schrijven toekomt, terwijl ze wel een enorme innerlijke drang voelt tot schrijven. Geen fijn gevoel zo, lijkt me.
Sarah
Geplaatst: 19 mei 2006 09:58 am
Ik vond nog het weblog van Eva Cox
http://evacox.web-log.nl/log/2148844
Dettie
Ik vond nog het weblog van Eva Cox
http://evacox.web-log.nl/log/2148844
Dettie
Geplaatst: 19 mei 2006 03:04 pm
Kan daarmee een woordspeling zijn (zie het vervolg: in vorm "slaan", zoals men deeg "slaat"?).
Maar volgens mij bestaat een zandbaktaart wel degelijk: is wat kinderen met een vormpje op het strand of in de zandbak maken.
Je moet daarvoor nat zand hebben (herinner ik me nog goed), dan krijg je een mooi taartje als je het vormpje verwijdert.
Eens het zand droog, zakt het taartje in mekaar.... jammer.
Groetjes. Tiba.
Wel goed gevonden.
Zandbak in plaats van zandgebak. (gebak voor de verjaardag?)
Kan daarmee een woordspeling zijn (zie het vervolg: in vorm "slaan", zoals men deeg "slaat"?).
Maar volgens mij bestaat een zandbaktaart wel degelijk: is wat kinderen met een vormpje op het strand of in de zandbak maken.
Je moet daarvoor nat zand hebben (herinner ik me nog goed), dan krijg je een mooi taartje als je het vormpje verwijdert.
Eens het zand droog, zakt het taartje in mekaar.... jammer.
Groetjes. Tiba.
Geplaatst: 19 mei 2006 03:18 pm
Ik kwam er eigenlijk op omdat het gedicht 'Verjaardag' als titel heeft.
Zakt ze, omdat ze ouder wordt, in elkaar als een zandtaart?
Is de verjaardag zelf haar teveel?
Ze valt uit elkaar.
En ze is eenzaam, niemand die haar helpt om weer stevig op haar benen te komen staan. mij terug in mijn vorm kan slaan
Dettie
Ik kwam er eigenlijk op omdat het gedicht 'Verjaardag' als titel heeft.
Zakt ze, omdat ze ouder wordt, in elkaar als een zandtaart?
Is de verjaardag zelf haar teveel?
Ze valt uit elkaar.
En ze is eenzaam, niemand die haar helpt om weer stevig op haar benen te komen staan. mij terug in mijn vorm kan slaan
Dettie
Geplaatst: 16 dec 2006 08:14 am
Ik ben beplakt met kleine spiegeltjes
Ik ben beplakt met kleine spiegeltjes.
Ik dans als een strandbal rond.
Ik kan oogverblindend zijn.
Wie naar mij kijkt denk mij te zien.
Wie naar mij kijkt die ziet zichzelf.
De eigen monsterlijk vervormde grimas.
Wie van mij wegrent jaagt zichzelf weg.
Ik ben beplakt met kleine spiegeltjes.
De randen snijden in mijn eigen vlees.
Ik ben:
een glinsterende mozaïek
met weke rode voegen en
een hart van sneeuwwit.
Eva Cox,
Uit: Pritt.stift.lippe
(verschenen in de Windroosreeks).
Uitgeverij Holland, Haarlem, 2004.
Apart gedicht vind ik dit.
Knap om een spiegelbol zo te kunnen beschrijven.
Dettie
Ik ben beplakt met kleine spiegeltjes
Ik ben beplakt met kleine spiegeltjes.
Ik dans als een strandbal rond.
Ik kan oogverblindend zijn.
Wie naar mij kijkt denk mij te zien.
Wie naar mij kijkt die ziet zichzelf.
De eigen monsterlijk vervormde grimas.
Wie van mij wegrent jaagt zichzelf weg.
Ik ben beplakt met kleine spiegeltjes.
De randen snijden in mijn eigen vlees.
Ik ben:
een glinsterende mozaïek
met weke rode voegen en
een hart van sneeuwwit.
Eva Cox,
Uit: Pritt.stift.lippe
(verschenen in de Windroosreeks).
Uitgeverij Holland, Haarlem, 2004.
Apart gedicht vind ik dit.
Knap om een spiegelbol zo te kunnen beschrijven.
Dettie
Geplaatst: 16 dec 2006 09:49 pm
Ik denk dat ze het over zichzelf heeft, en dat ze zich vergelijkt met een spiegelbol.
Om haar eigen kwetsbaarheid te verbergen, is ze rondom beplakt met keline spiegeltjes. Ze ziet er oogverblindend uit, maar de voegen zijn week en binnenin is haar hart sneeuwwit (= zuiver, onbevangen?).
Als ze naar haar kijken zien ze alleen de glinsterende buitenkant, maar die is niet echt, hij oogt alleen oogverblindend, het is niet haar echte innerlijk met al zijn kwetsbaarheid.
De mensen die naar haar kijken zien "de eigen monsterlijk vervormde grimas". In zo'n spiegelbol wordt het beeld vervormd. Bedoelt ze dat de mensen door met haar om te gaan met hun eigen monsterlijk vertoon worden geconfronteerd? Of gaat het over hun innerlijk dat zich daarin weerspiegelt?
Toch doet deze vermomming pijn: de randen van de spiegeltjes snijden in haar vlees.
Dit haal ik er voorlopig uit.
Een gedicht om over na te denken.
Tiba.
Ik denk dat ze het over zichzelf heeft, en dat ze zich vergelijkt met een spiegelbol.
Om haar eigen kwetsbaarheid te verbergen, is ze rondom beplakt met keline spiegeltjes. Ze ziet er oogverblindend uit, maar de voegen zijn week en binnenin is haar hart sneeuwwit (= zuiver, onbevangen?).
Als ze naar haar kijken zien ze alleen de glinsterende buitenkant, maar die is niet echt, hij oogt alleen oogverblindend, het is niet haar echte innerlijk met al zijn kwetsbaarheid.
De mensen die naar haar kijken zien "de eigen monsterlijk vervormde grimas". In zo'n spiegelbol wordt het beeld vervormd. Bedoelt ze dat de mensen door met haar om te gaan met hun eigen monsterlijk vertoon worden geconfronteerd? Of gaat het over hun innerlijk dat zich daarin weerspiegelt?
Toch doet deze vermomming pijn: de randen van de spiegeltjes snijden in haar vlees.
Dit haal ik er voorlopig uit.
Een gedicht om over na te denken.
Tiba.
Geplaatst: 25 mrt 2007 07:11 am
VANNACHT
wil zij in een kamertje kruipen en een nest vol woorden werpen.
Haar buikje strakgespannen. Weeën golven door haar heen.
Hoe zullen ze er uitzien? Ze weet niet wie de vader is...
(er is die vreemde droom, iets besprong haar op een nacht
begin dit jaar, het boorde zich diep in haar ziel, die ochtend
vond ze bloed tussen de lakens en iets als stuifmeel op haar kin)
Na jaren dorre droogte hagelt het pijpenstelen letters in haar kop.
Ze ontwaart een golfbeweging: het maanloos eb
en dan de vloedgolf de pen die haar gedachten achterna
hinkt verzinsels die in warrige kluwens over mekaar rollen richting
EXIT
De gelukkigen
die kunnen ontsnappen door de nauwe patrijspoort van haar pen.
Een moerassig tapijt van achterblijvers.
Vertrappelden.
Of: hoe er bloed kleeft aan ieder woord dat hier staat want
de onuitspreekbaren, de onbeschrijflijken halen het niet.
Haar onmacht. Hoe ze àlle gedachten uit haar kop wil sleuren.
Maar het zijn er teveel. Een kolkende massa voor dat ene poortje
en zij maar schrijven schrijven zonder stoppen zo snel ze kan
maar ze hoort het krijsen, het kermen, de oorverdovende
doodsstrijd van het leger zwakken.
------------------------------------ paniek in opengesperde ogen
------------------- vingers die wanhopig houvast zoeken in een spiegelwand
---------- nagels die aan splinters snerpen
Wat rest, is niet te identificeren.
© Eva Cox, 2001
Dettie
VANNACHT
wil zij in een kamertje kruipen en een nest vol woorden werpen.
Haar buikje strakgespannen. Weeën golven door haar heen.
Hoe zullen ze er uitzien? Ze weet niet wie de vader is...
(er is die vreemde droom, iets besprong haar op een nacht
begin dit jaar, het boorde zich diep in haar ziel, die ochtend
vond ze bloed tussen de lakens en iets als stuifmeel op haar kin)
Na jaren dorre droogte hagelt het pijpenstelen letters in haar kop.
Ze ontwaart een golfbeweging: het maanloos eb
en dan de vloedgolf de pen die haar gedachten achterna
hinkt verzinsels die in warrige kluwens over mekaar rollen richting
EXIT
De gelukkigen
die kunnen ontsnappen door de nauwe patrijspoort van haar pen.
Een moerassig tapijt van achterblijvers.
Vertrappelden.
Of: hoe er bloed kleeft aan ieder woord dat hier staat want
de onuitspreekbaren, de onbeschrijflijken halen het niet.
Haar onmacht. Hoe ze àlle gedachten uit haar kop wil sleuren.
Maar het zijn er teveel. Een kolkende massa voor dat ene poortje
en zij maar schrijven schrijven zonder stoppen zo snel ze kan
maar ze hoort het krijsen, het kermen, de oorverdovende
doodsstrijd van het leger zwakken.
------------------------------------ paniek in opengesperde ogen
------------------- vingers die wanhopig houvast zoeken in een spiegelwand
---------- nagels die aan splinters snerpen
Wat rest, is niet te identificeren.
© Eva Cox, 2001
Dettie
VANNACHT
wil zij in een kamertje kruipen en een nest vol woorden werpen.
Haar buikje strakgespannen. Weeën golven door haar heen.
Hoe zullen ze er uitzien? Ze weet niet wie de vader is...
(er is die vreemde droom, iets besprong haar op een nacht
begin dit jaar, het boorde zich diep in haar ziel, die ochtend
vond ze bloed tussen de lakens en iets als stuifmeel op haar kin)
Na jaren dorre droogte hagelt het pijpenstelen letters in haar kop.
Ze ontwaart een golfbeweging: het maanloos eb
en dan de vloedgolf de pen die haar gedachten achterna
hinkt verzinsels die in warrige kluwens over mekaar rollen richting
EXIT
De gelukkigen
die kunnen ontsnappen door de nauwe patrijspoort van haar pen.
Een moerassig tapijt van achterblijvers.
Vertrappelden.
Of: hoe er bloed kleeft aan ieder woord dat hier staat want
de onuitspreekbaren, de onbeschrijflijken halen het niet.
Haar onmacht. Hoe ze àlle gedachten uit haar kop wil sleuren.
Maar het zijn er teveel. Een kolkende massa voor dat ene poortje
en zij maar schrijven schrijven zonder stoppen zo snel ze kan
maar ze hoort het krijsen, het kermen, de oorverdovende
doodsstrijd van het leger zwakken.
------------------------------------ paniek in opengesperde ogen
------------------- vingers die wanhopig houvast zoeken in een spiegelwand
---------- nagels die aan splinters snerpen
Wat rest, is niet te identificeren.
© Eva Cox, 2001
Ik zie hierin een worsteling van de dichteres met het gedicht.
Welke woorden laat ze eruit, welke mogen niet 'geboren' worden, ze zijn nog te zwak en er zitten nog zoveel woorden in haar kop, of beter gezegd in haar lijf, ze staan te dringen, willen eruit.
Een heel plastisch woordgebruik, lijfelijk.
Het maken gedicht beschreven als een geboorte, met een onbekende vader, want ja, vanwaar komen ze, de woorden en gedichten?
Een eerste impressie.
mira
Mij lijkt dat je eerste impressie een juiste is. Ik lees het ook zo.
Voor mij is het echter niet alleen de beschrijving van een geboorte, maar meer nog van een bevalling. Een kind (of gedicht) wordt geboren, de moeder (dichteres) bevalt van haar kind (haar gedicht). Het gedicht is vanuit haar geschreven, dus vandaar dat ik meer aan de bevalling denk.
Het heftige van een bevalling symbolisch gebruikt voor het beschrijven van het ontzaggelijke karwei een gedicht op papier te krijgen. Interessante invalshoek.
Toch is het niet mijn gedicht. Ik vind het een beetje teveel van het goede.
Librije.
Voor mij is het echter niet alleen de beschrijving van een geboorte, maar meer nog van een bevalling. Een kind (of gedicht) wordt geboren, de moeder (dichteres) bevalt van haar kind (haar gedicht). Het gedicht is vanuit haar geschreven, dus vandaar dat ik meer aan de bevalling denk.
Het heftige van een bevalling symbolisch gebruikt voor het beschrijven van het ontzaggelijke karwei een gedicht op papier te krijgen. Interessante invalshoek.
Toch is het niet mijn gedicht. Ik vind het een beetje teveel van het goede.
Librije.
Hetzelfde zien
Maar het zò zien
Zoals niemand het zag
(J.A. Deelder - Euforismen
Bezige Bij, 1991)
Maar het zò zien
Zoals niemand het zag
(J.A. Deelder - Euforismen
Bezige Bij, 1991)
Librije schreef:Mij lijkt dat je eerste impressie een juiste is. Ik lees het ook zo.
Voor mij is het echter niet alleen de beschrijving van een geboorte, maar meer nog van een bevalling. Een kind (of gedicht) wordt geboren, de moeder (dichteres) bevalt van haar kind (haar gedicht). Het gedicht is vanuit haar geschreven, dus vandaar dat ik meer aan de bevalling denk.
Het heftige van een bevalling symbolisch gebruikt voor het beschrijven van het ontzaggelijke karwei een gedicht op papier te krijgen. Interessante invalshoek.
Toch is het niet mijn gedicht. Ik vind het een beetje teveel van het goede.
Librije.
Inderdaad interessante invalshoek.
Bij nogmaals lezen vallen een aantal zwakke regels op, bv.:
Een kolkende massa voor dat ene poortje
Brr, dat verkleinwoord.
Het lijkt weer te geven hoe de woorden in overvloed op de dichter afkomen, bijna als in een roes. Die boodschap komt over, maar mss. kon er wat meer geschaafd worden.
Tiba.
Verkleinwoorden zijn inderdaad vaak storend in een gedicht, Tiba.
Eva Cox gebruikt er hier drie: 'kamertje, buikje, poortje'.
Stel dat je in de eerste verzen denkt aan een klein dier, een diertje dus, dan is het misschien toch verantwoord, maar dat vormt dan wel een contrast met 'sterke' woorden van elders, de suggestie nl. van het overweldigende.
En dat 'poortje' vind ik ook niet denderend.
Wat me o.a. aanspreekt in dit gedicht is het vitalistische (en verkleinwoorden passen daar inderdaad niet zo goed bij) en de interessante invalshoek van al die ongeboren woorden.
mira
Eva Cox gebruikt er hier drie: 'kamertje, buikje, poortje'.
Stel dat je in de eerste verzen denkt aan een klein dier, een diertje dus, dan is het misschien toch verantwoord, maar dat vormt dan wel een contrast met 'sterke' woorden van elders, de suggestie nl. van het overweldigende.
En dat 'poortje' vind ik ook niet denderend.
Wat me o.a. aanspreekt in dit gedicht is het vitalistische (en verkleinwoorden passen daar inderdaad niet zo goed bij) en de interessante invalshoek van al die ongeboren woorden.
mira
ik heb een mijnschacht in mijn keel
ik val omlaag vanuit mijn kamer
zit als een pad
gevangen in een bel van steen
het is hier stil
zo stil dat ik mijn dromen hoor
ritselen als dode blad’ren
ik gil
ik heb een mijnschacht in mijn keel
een tong van scherp gesmeed metaal
en lagen gitzwart erts voor jaren
ik hak met felle korte slagen
Eva Cox
Pritt.stift.lippe, Uitgeverij Holland, 2004
Helaas heb ik morgen pas tijd voor mijn mening over dit gedicht. Jullie mogen rustig sneller je mening geven.
Pieter
ik val omlaag vanuit mijn kamer
zit als een pad
gevangen in een bel van steen
het is hier stil
zo stil dat ik mijn dromen hoor
ritselen als dode blad’ren
ik gil
ik heb een mijnschacht in mijn keel
een tong van scherp gesmeed metaal
en lagen gitzwart erts voor jaren
ik hak met felle korte slagen
Eva Cox
Pritt.stift.lippe, Uitgeverij Holland, 2004
Helaas heb ik morgen pas tijd voor mijn mening over dit gedicht. Jullie mogen rustig sneller je mening geven.
Pieter
ik heb een mijnschacht in mijn keel
ik val omlaag vanuit mijn kamer
zit als een pad
gevangen in een bel van steen
het is hier stil
zo stil dat ik mijn dromen hoor
ritselen als dode blad’ren
ik gil
ik heb een mijnschacht in mijn keel
een tong van scherp gesmeed metaal
en lagen gitzwart erts voor jaren
ik hak met felle korte slagen
Eva Cox
Pritt.stift.lippe, Uitgeverij Holland, 2004
Somber toch zijn de gedichten van Eva Cox, maar ook scherp, vlijmend, hard als metaal.
De taal van dit gedicht is één grote metafoor, ontleend aan de terminologie van het werken in de mijnen:
mijnschacht, bel van steen, scherp gesmeed metaal, lagen gitzwart erts, ik hak met felle korte slagen'
Hakken wil en doet deze dichteres.
Eén, maar toch wel hele strofe, valt onder de traditonele noemer van 'poëtisch', en het moet gezegd, Eva Cox doet het met verve:
het is hier stil
zo stil dat ik mijn dromen hoor
ritselen als dode blad’ren
Inclusief het archaïsche 'bladr'en'
Maar dan volgt de kreet:
ik gil
Dat snijdt, het doet pijn, heel erg.
Ik wou het nog niet over de inhoud hebben, maar dit lijkt me toch een 'ars poetica' te zijn van de dichteres, maar ook zoveel meer.
Ik zou zeggen: over naar anderen.
mira
Ik vind het een krachtig, mooi en optimistisch gedicht met een heel fantasierijke beeldspraak. Ze valt diep, door een mijnschacht, maar plaatst die mijnschacht niet in haar hoofd, of naar haar hart, dat is te veel cliché, maar in haar keel. Dat trekt meteen aandacht. Gevallen voelt ze zich een opgesloten pad, in het donker, alleen. Ze droomt van de dode bladeren waarin een pad pleegt te ritselen. Ze verlangt ernaar terug, ze gilt. En dan komt het optimistische: ondanks die zwarte lagen erts begint ze zich te bevrijden, met korte felle slagen, zoals haar woorden, ze bevrijdt zich o.a. met dit gedicht.
P.S. Dit gedicht staat ook in de bloemlezing van Erik Jan Harmens, Ik heb een bijl. Ook mooi van toepassing op dit gedicht.
Pieter
P.S. Dit gedicht staat ook in de bloemlezing van Erik Jan Harmens, Ik heb een bijl. Ook mooi van toepassing op dit gedicht.
Pieter
Nou, optimistisch, 't is maar hoe je het bekijkt!
De dichteres heeft een mijnschacht in haar keel, ze valt erin omlaag, inderdaad niet in haar hoofd of hart. Kiest ze 'keel' omdat dit te maken heeft met 'taal', met...dichten? Men spreekt eerder met de mond, maar 'keel' beantwoordt beter aan het beeld van een diepe mijnschacht.
Binnen in de mijn zit ze gevangen, niet in een bevrijdende luchtbel, maar in een bel van steen.
Ja, ze voelt zich opgesloten, een totaal isolement, en het is er stil, een ijzige, akelige stilte, denk ik, het is er oorverdovend stil, zo stil dat ze haar dromen kan horen, ze ritselen als dorre, dode blaren.
Ik denk dus niet dat ze 'droomt' van dode blaren.
En dan gilt ze, ze wil die oorverdovende stilte doorbreken, maw., haar taal, haar dichterschap, baant zich een weg naar buiten.
De dichteres hakt erop los.
Vooral vitalisme, levensdrift, verbetenheid, etc. zie ik daarin.
mira
De dichteres heeft een mijnschacht in haar keel, ze valt erin omlaag, inderdaad niet in haar hoofd of hart. Kiest ze 'keel' omdat dit te maken heeft met 'taal', met...dichten? Men spreekt eerder met de mond, maar 'keel' beantwoordt beter aan het beeld van een diepe mijnschacht.
Binnen in de mijn zit ze gevangen, niet in een bevrijdende luchtbel, maar in een bel van steen.
Ja, ze voelt zich opgesloten, een totaal isolement, en het is er stil, een ijzige, akelige stilte, denk ik, het is er oorverdovend stil, zo stil dat ze haar dromen kan horen, ze ritselen als dorre, dode blaren.
Ik denk dus niet dat ze 'droomt' van dode blaren.
En dan gilt ze, ze wil die oorverdovende stilte doorbreken, maw., haar taal, haar dichterschap, baant zich een weg naar buiten.
De dichteres hakt erop los.
Vooral vitalisme, levensdrift, verbetenheid, etc. zie ik daarin.
mira
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 2 gasten