Johanna Kruit (ja)
Meisje aan zee
Laaiende zon op het witte strand.
Meisje alleen aan de waterkant.
Water is zout en water is zacht.
Water omhelst als maanlicht de nacht.
Water is wijder dan land.
Meisje alleen waar nog water is.
Golven zijn hoog boven zilveren vis.
Vissen zijn stil en vissen zijn snel.
Vissen vergeten van dagen de tel.
Vissen zijn zonder gemis.
Meisje en vissen in golvende zee.
Hoog boven water de dansende meeuw.
Meeuwen zijn vrij en meeuwen zijn groot.
Meeuwen gaan verder dan avondrood.
Avond neemt alles mee.
Johanna Kruit
Gedicht uit de bundel voor jongeren “Zoals wind om het huis“
Bakermat Uitgevers - België
Aan Leestafel gestuurd door Joahnna Kruit
Dettie
Laaiende zon op het witte strand.
Meisje alleen aan de waterkant.
Water is zout en water is zacht.
Water omhelst als maanlicht de nacht.
Water is wijder dan land.
Meisje alleen waar nog water is.
Golven zijn hoog boven zilveren vis.
Vissen zijn stil en vissen zijn snel.
Vissen vergeten van dagen de tel.
Vissen zijn zonder gemis.
Meisje en vissen in golvende zee.
Hoog boven water de dansende meeuw.
Meeuwen zijn vrij en meeuwen zijn groot.
Meeuwen gaan verder dan avondrood.
Avond neemt alles mee.
Johanna Kruit
Gedicht uit de bundel voor jongeren “Zoals wind om het huis“
Bakermat Uitgevers - België
Aan Leestafel gestuurd door Joahnna Kruit
Dettie
Nacht
We sluipen door de nacht.
Alleen de kamer luistert
wie weet wat wie verwacht?
Gedachten worden groot.
Ze lopen langs een paadje
door mijn stille hoofd.
Het dorp staat om het plein.
De huizen worden donker.
Wie weet nog waar we zijn ?
Johanna Kruit
Gedicht uit de bundel : Wie weet nog waar we zijn ?
Gedichten voor jongeren Uitgeverij Leopold - Amsterdam
Aan Leestafel gestuurd door Johanna Kruit
dettie
We sluipen door de nacht.
Alleen de kamer luistert
wie weet wat wie verwacht?
Gedachten worden groot.
Ze lopen langs een paadje
door mijn stille hoofd.
Het dorp staat om het plein.
De huizen worden donker.
Wie weet nog waar we zijn ?
Johanna Kruit
Gedicht uit de bundel : Wie weet nog waar we zijn ?
Gedichten voor jongeren Uitgeverij Leopold - Amsterdam
Aan Leestafel gestuurd door Johanna Kruit
dettie
Ha, die Leni
Ik volg je wel in je reactie.
Het woord 'kleengedichtje' kwam spontaan in me op (ik moet Gezelle es herlezen), maar ik doelde in eerst instantie op de vorm, een kort, pretentieloos (ik herhaal het woord) gedicht, niet de poëzie met een grote letter, en in mijn oor klinkend als een deun, iets dat blijft hangen, maar inderdaad een angstig liedje, de twee vragen in strofe 1 en 3 versterken nog het angstgevoel.
Wat vind jij trouwens van de 4dubbele allitteratie in het derde vers?
mira

Ik volg je wel in je reactie.
Het woord 'kleengedichtje' kwam spontaan in me op (ik moet Gezelle es herlezen), maar ik doelde in eerst instantie op de vorm, een kort, pretentieloos (ik herhaal het woord) gedicht, niet de poëzie met een grote letter, en in mijn oor klinkend als een deun, iets dat blijft hangen, maar inderdaad een angstig liedje, de twee vragen in strofe 1 en 3 versterken nog het angstgevoel.
Wat vind jij trouwens van de 4dubbele allitteratie in het derde vers?
mira
Laatst gewijzigd door mira op Di Okt 27, 2009 23:22, 1 keer totaal gewijzigd.
-
- Berichten: 217
- Lid geworden op: Za Jun 27, 2009 18:11
- Locatie: Hoogland
- Contact:
Hier een uitgebreide uitleg over Kleengedichten
http://www.zaan.be/lib/teksten/kleengedichtjes.php
Ik had nog nooit van Kleengedichten gehoord, maar goed dat het forum weer open is!
De bundel 'Wie weet nog waar we zijn?' heb ik jaren geleden via bookcrossing een tijdje in huis gehad. Deze bundel is samen met Wim Hofman gemaakt. Persoonlijk vond ik het een naargeestige bundel, niet echt iets voor een kind, maar dat kan ook aan mij hebben gelegen. Toentertijd zat ik niet echt lekker in m'n vel.
Dit gedicht vind ik zelf niet zo erg naargeestig. Ik zie er een stel kinderen in die het 'spannende' donker ontdekken.
Ik denk dat ze stiekem 's avonds naar buiten gaan vanuit een (slaap)kamer. Ieder kind heeft z'n eigen verwachtingen ( wie weet wat wie verwacht? )
Eenmaal buiten gaan de lichten in de huizen uit. In het donker kan je je slecht oriënteren. (Wie weet nog waar we zijn?)
Als je wilt kun je er diepere betekenis aan geven, maar het is een gedicht voor kinderen dus ik weet niet of Johanna Kruit dat wilde of bedoelde.
Wat ik altijd prettig vind aan haar gedichten is net wat mira zegt, er zit een cadans in, het is als een deuntje.
Dettie
http://www.zaan.be/lib/teksten/kleengedichtjes.php
Ik had nog nooit van Kleengedichten gehoord, maar goed dat het forum weer open is!

De bundel 'Wie weet nog waar we zijn?' heb ik jaren geleden via bookcrossing een tijdje in huis gehad. Deze bundel is samen met Wim Hofman gemaakt. Persoonlijk vond ik het een naargeestige bundel, niet echt iets voor een kind, maar dat kan ook aan mij hebben gelegen. Toentertijd zat ik niet echt lekker in m'n vel.
Dit gedicht vind ik zelf niet zo erg naargeestig. Ik zie er een stel kinderen in die het 'spannende' donker ontdekken.
Ik denk dat ze stiekem 's avonds naar buiten gaan vanuit een (slaap)kamer. Ieder kind heeft z'n eigen verwachtingen ( wie weet wat wie verwacht? )
Eenmaal buiten gaan de lichten in de huizen uit. In het donker kan je je slecht oriënteren. (Wie weet nog waar we zijn?)
Als je wilt kun je er diepere betekenis aan geven, maar het is een gedicht voor kinderen dus ik weet niet of Johanna Kruit dat wilde of bedoelde.
Wat ik altijd prettig vind aan haar gedichten is net wat mira zegt, er zit een cadans in, het is als een deuntje.
Dettie
Wat een prachtige en interessant artikel over Gezelle's kleengedichtjes, Dettie.
Mira, ik vind het wel geslaagd die alliteratie..het klinkt wel een beetje als de 4 vragende w's (wie, wat waar, wanneer?)die je nodig hebt voor een interview of een opstel of één of ander plan dat je moet gaan uitvoeren; wat 'schools' misschien..al is dat geen bezwaar toch?
Mira, ik vind het wel geslaagd die alliteratie..het klinkt wel een beetje als de 4 vragende w's (wie, wat waar, wanneer?)die je nodig hebt voor een interview of een opstel of één of ander plan dat je moet gaan uitvoeren; wat 'schools' misschien..al is dat geen bezwaar toch?
O que for quando for, é que será o que é (F. Pessoa)
Mij viel op:
Voor kinderen vind ik toch net even iets anders dan voor jongeren. Misschien gaat het over die schimmige pubertijd? Waarin er nog onduidelijke verwachtingen zijn (wie weet wat wie verwacht) en grote idealen (gedachten worden groot)? Wat denken jullie?
Ik vind in dat verband het omarmende rijm (dat heet toch zo?) in elke strofe symbolisch voor bescherming die ouders op afstand toch nog bieden.
Librije.
Gedicht uit de bundel : Wie weet nog waar we zijn ?
Gedichten voor jongeren Uitgeverij Leopold - Amsterdam
Voor kinderen vind ik toch net even iets anders dan voor jongeren. Misschien gaat het over die schimmige pubertijd? Waarin er nog onduidelijke verwachtingen zijn (wie weet wat wie verwacht) en grote idealen (gedachten worden groot)? Wat denken jullie?
Ik vind in dat verband het omarmende rijm (dat heet toch zo?) in elke strofe symbolisch voor bescherming die ouders op afstand toch nog bieden.
Librije.
In het woordenboek staat:
Jongere - persoon tussen ca. 16-30 jaar
ja hee, zo kan ik het ook. Mensen van 30 kunnen al kinderen hebben en dan worden ze nog jongeren genoemd?
Het boek 'Wie weet nog waar we zijn' is voor kinderen vanaf 12 jaar.
beschrijving:
Iedereen heeft er wel eens last van: nachtgedachten. Gedachten over angst, eenzaamheid, je eigen identiteit. In deze gedichten zijn ze mooi verwoord.
Dus jullie zagen het goed!
Kijk! Dat zie jij weer Librije! Omarmend rijm! Ik ben zo slecht in dit soort dingen. Ik lees een gedicht op inhoud, kijk zelden naar vorm mede omdat ik daarvan nagenoeg niets weet.
Dettie
Jongere - persoon tussen ca. 16-30 jaar
ja hee, zo kan ik het ook. Mensen van 30 kunnen al kinderen hebben en dan worden ze nog jongeren genoemd?
Het boek 'Wie weet nog waar we zijn' is voor kinderen vanaf 12 jaar.
beschrijving:
Iedereen heeft er wel eens last van: nachtgedachten. Gedachten over angst, eenzaamheid, je eigen identiteit. In deze gedichten zijn ze mooi verwoord.
Dus jullie zagen het goed!
Kijk! Dat zie jij weer Librije! Omarmend rijm! Ik ben zo slecht in dit soort dingen. Ik lees een gedicht op inhoud, kijk zelden naar vorm mede omdat ik daarvan nagenoeg niets weet.
Dettie
Volgens mij weet jij veel meer, dan je zelf denkt, Dettie. En bovendien onthoud je alles wat voorbij komt. Om mijn weggezakte kennis weer wat op te frissen heb ik tweedehands aangeschaft:
Literaire kunst - H.J.M.F. Lodewick - Uitg. Malmberg Den Bosch.
Het is eigenlijk een schoolboek, maar tevens een heel helder, handzaam en duidelijk naslagwerk. Ik kan het iedereen die zich wat meer wil verdiepen in (m.n.) de dichtkunst van harte aanbevelen. Tweedehands te koop voor heel weinig geld.
Misschien moet ik dit nog ergens anders plaatsen Dettie? Zodat het door meer mensen gelezen wordt, dan alleen de liefhebbers van Johanna Kruit?
Die van 20-30 zijn toch Oudere jongeren? (grapje)
Vanaf 12 jaar kan wel kloppen. Daar begint toch zo'n beetje de pubertijd. De titel van de bundel: Wie weet nog waar we zijn? (net als een regel in het gedicht) kan het Niemandsland aanduiden waarin pubers ronddolen.
Librije.
Literaire kunst - H.J.M.F. Lodewick - Uitg. Malmberg Den Bosch.
Het is eigenlijk een schoolboek, maar tevens een heel helder, handzaam en duidelijk naslagwerk. Ik kan het iedereen die zich wat meer wil verdiepen in (m.n.) de dichtkunst van harte aanbevelen. Tweedehands te koop voor heel weinig geld.
Misschien moet ik dit nog ergens anders plaatsen Dettie? Zodat het door meer mensen gelezen wordt, dan alleen de liefhebbers van Johanna Kruit?
Ja hee, zo kan ik het ook. Mensen van 30 kunnen al kinderen hebben en dan worden ze nog jongeren genoemd?
Die van 20-30 zijn toch Oudere jongeren? (grapje)
Vanaf 12 jaar kan wel kloppen. Daar begint toch zo'n beetje de pubertijd. De titel van de bundel: Wie weet nog waar we zijn? (net als een regel in het gedicht) kan het Niemandsland aanduiden waarin pubers ronddolen.
Librije.
November
De avond ligt al voor de hand. Kleuren
van het veld hielden zich stil vandaag.
Omsluierd land waarin contouren vaag
vertellen over wat nog kan gebeuren.
Je bent er niet. Ik zwerf wat door
het huis, kijk bij alle ramen uit en
zie de regen, vogels. Bomen druipen
herfst. Nu wil ik weg. Stond voor
de deur niet net de wind ? Hij gaat
wel met me mee tot waar het strand
het water vindt. Voet aan land
zetten de golven steeds opnieuw. Ik
sla ze gade. Zo zonder te vergaan
wilden ook wij zijn. Fel en overslaand.
Johanna Kruit
Gedicht uit de bundel “Voorheen te Orisande “
Uitgeverij Rap - Amsterdam
Ons toegezonder door Johanna Kruit
Dettie
De avond ligt al voor de hand. Kleuren
van het veld hielden zich stil vandaag.
Omsluierd land waarin contouren vaag
vertellen over wat nog kan gebeuren.
Je bent er niet. Ik zwerf wat door
het huis, kijk bij alle ramen uit en
zie de regen, vogels. Bomen druipen
herfst. Nu wil ik weg. Stond voor
de deur niet net de wind ? Hij gaat
wel met me mee tot waar het strand
het water vindt. Voet aan land
zetten de golven steeds opnieuw. Ik
sla ze gade. Zo zonder te vergaan
wilden ook wij zijn. Fel en overslaand.
Johanna Kruit
Gedicht uit de bundel “Voorheen te Orisande “
Uitgeverij Rap - Amsterdam
Ons toegezonder door Johanna Kruit
Dettie
Avond
Geur van tabak . Je droeg het met je rond
zoals de woorden in je stem. Soms leek
je iets te willen zeggen . Maar je zweeg
meestal, en in je mond
vermoedde ik gesprekken die je achterhield
over geheimen die ik van je wilde leren.
Wel sprak je soms met vreemde heren
zoals de dominee. Achter de deur zat ik geknield
te luisteren. De avond oud. Ik ging
geregeld uit mijn bed om je te horen
vertellen : mijn vader vreemdeling.
Nog steeds zit ik geknield in mijn herinnering
omdat je sprak over de dood en god. Zijn toorn
hing om me heen wanneer ik weer naar boven ging.
Johanna Kruit
Gedicht uit de bundel “Omtrent het Getij“
Uitgeverij Thomas Rap - Amsterdam
Geur van tabak . Je droeg het met je rond
zoals de woorden in je stem. Soms leek
je iets te willen zeggen . Maar je zweeg
meestal, en in je mond
vermoedde ik gesprekken die je achterhield
over geheimen die ik van je wilde leren.
Wel sprak je soms met vreemde heren
zoals de dominee. Achter de deur zat ik geknield
te luisteren. De avond oud. Ik ging
geregeld uit mijn bed om je te horen
vertellen : mijn vader vreemdeling.
Nog steeds zit ik geknield in mijn herinnering
omdat je sprak over de dood en god. Zijn toorn
hing om me heen wanneer ik weer naar boven ging.
Johanna Kruit
Gedicht uit de bundel “Omtrent het Getij“
Uitgeverij Thomas Rap - Amsterdam
Avond
Geur van tabak . Je droeg het met je rond
zoals de woorden in je stem. Soms leek
je iets te willen zeggen . Maar je zweeg
meestal, en in je mond
vermoedde ik gesprekken die je achterhield
over geheimen die ik van je wilde leren.
Wel sprak je soms met vreemde heren
zoals de dominee. Achter de deur zat ik geknield
te luisteren. De avond oud. Ik ging
geregeld uit mijn bed om je te horen
vertellen : mijn vader vreemdeling.
Nog steeds zit ik geknield in mijn herinnering
omdat je sprak over de dood en god. Zijn toorn
hing om me heen wanneer ik weer naar boven ging.
Johanna Kruit
Gedicht uit de bundel “Omtrent het Getij“
Uitgeverij Thomas Rap - Amsterdam
Een mijmerend gedicht.
Een schilderij ook, maar dan wel een met geur, die van tabak, en met stemmmen, de stem van de zwijgende (!) vader die wel praatte met vreemde ernstige heren over dingen die een kind te boven gaan.
Even staat de tijd stil en bevriest het beeld, een levensecht tableau:
het geknielde kind dat in nachtjapon luistervinkt aan de deur, daarachter ernstige heren -in rookgordijn- die praten over god en dood.
Donker, bruin, berookt, zo zie ik het doek voor mijn ogen, met een bleke vlek van het knielende meisje.
De vader blijft een vreemdeling, sfumato.
Een impressie.
mira
Wat die sfeer betreft: het is duidelijk dat die voorgoed voorbij is. Je moest als kind vroeg naar bed, licht uit, en slapen! Dat kon je dan meestal niet, ging naar beneden maar durfde de deur niet open te maken en ging dan maar wat luisteren. Tegenwoordig kun je je dat niet meer voorstellen. Op elke kinderkamer staat wel een radiootje, teeveetje of computer en in het ergste geval mogen ze met het licht aan een boek lezen.
Naar beneden gaan komt dan niet meer bij ze op. En een dominee of pastoor komen ook niet meer zo vaak op bezoek om over de dood en god te praten.
Pieter
Naar beneden gaan komt dan niet meer bij ze op. En een dominee of pastoor komen ook niet meer zo vaak op bezoek om over de dood en god te praten.
Pieter
Mira schreef:
Door je "impressie" wordt het visuele aspect van dit gedicht voor mij ook levendiger.
Een meisje dat luistervinkt achter de deur, ja daarbij heb ik dat meisje ook in een bestaand schilderij voor ogen. Het schiet me maar niet te binnen van wie. Het meisje zie ik helder voor mij, de rest van het schilderij niet. Mss. wel sfumato?!
Wel toepasselijk op de vader in dit gedicht.
Tiba.
Een mijmerend gedicht.
Een schilderij ook, maar dan wel een met geur, die van tabak, en met stemmmen, de stem van de zwijgende (!) vader die wel praatte met vreemde ernstige heren over dingen die een kind te boven gaan.
Even staat de tijd stil en bevriest het beeld, een levensecht tableau:
het geknielde kind dat in nachtjapon luistervinkt aan de deur, daarachter ernstige heren -in rookgordijn- die praten over god en dood.
Donker, bruin, berookt, zo zie ik het doek voor mijn ogen, met een bleke vlek van het knielende meisje.
De vader blijft een vreemdeling, sfumato.
Door je "impressie" wordt het visuele aspect van dit gedicht voor mij ook levendiger.
Een meisje dat luistervinkt achter de deur, ja daarbij heb ik dat meisje ook in een bestaand schilderij voor ogen. Het schiet me maar niet te binnen van wie. Het meisje zie ik helder voor mij, de rest van het schilderij niet. Mss. wel sfumato?!
Wel toepasselijk op de vader in dit gedicht.
Tiba.
Die sfeer is wellicht grotendeels voorbij, grotendeels, maar toch even zeggen dat niet ieder kind over al die (luxe)artikelen beschikt.
En is luistervinken niet een beetje van alle tijden, of het spitsen van kinderoren wanneer volwassenen dingen vertellen die niet voor hun oren zijn bestemd?
Mijmering over het verleden, bijna nostalgie, maar een die me heel dubbel lijkt, ik zou zeggen, een geur van nostalgie, die inderdaad opgeroepen wordt door de beginwoorden Geur van tabak. En dan die stem...die zo vaak zweeg, zeker voor kinderoren, prachtig verwoord:
Bij het quoten komt die eerste regel te ver naar voren, wat ik jammer vind.
Waarom ik deze regels zo prachtig vind, bijna subliem, kan ik niet meteen uitleggen.
Waarom ik zei dat dit gedicht maar ten dele nostalgisch is, haal ik uit de laatste strofe:
De toorn van god bleef hangen om het kind dat naar boven ging, geknield bleef de dichteres in haar herinnering, en dat lijkt me niet nostalgisch.
Zeker is dit opnieuw een prachtig gedicht van Johanna Kruit.
mira
En is luistervinken niet een beetje van alle tijden, of het spitsen van kinderoren wanneer volwassenen dingen vertellen die niet voor hun oren zijn bestemd?
Mijmering over het verleden, bijna nostalgie, maar een die me heel dubbel lijkt, ik zou zeggen, een geur van nostalgie, die inderdaad opgeroepen wordt door de beginwoorden Geur van tabak. En dan die stem...die zo vaak zweeg, zeker voor kinderoren, prachtig verwoord:
Maar je zweeg
meestal, en in je mond
vermoedde ik gesprekken die je achterhield
over geheimen die ik van je wilde leren.
Bij het quoten komt die eerste regel te ver naar voren, wat ik jammer vind.
Waarom ik deze regels zo prachtig vind, bijna subliem, kan ik niet meteen uitleggen.
Waarom ik zei dat dit gedicht maar ten dele nostalgisch is, haal ik uit de laatste strofe:
.Nog steeds zit ik geknield in mijn herinnering
omdat je sprak over de dood en god. Zijn toorn
hing om me heen wanneer ik weer naar boven ging
De toorn van god bleef hangen om het kind dat naar boven ging, geknield bleef de dichteres in haar herinnering, en dat lijkt me niet nostalgisch.
Zeker is dit opnieuw een prachtig gedicht van Johanna Kruit.
mira
Het beeld van het knielende kind is voor altijd op het netvlies van de dichteres gebrand:
Suggereert de dichteres dat ze ook nu nog 'gebukt' (geknield) gaat onder die kindertijd met een toornige god.
Letterlijk zegt ze dat niet, maar suggereert ze dat?
mira
Nog steeds zit ik geknield in mijn herinnering
Suggereert de dichteres dat ze ook nu nog 'gebukt' (geknield) gaat onder die kindertijd met een toornige god.
Letterlijk zegt ze dat niet, maar suggereert ze dat?
mira
Ik geloof absoluut niet dat Johanna Kruit gebukt gaat onder haar jeugdherinneringen, en ik denk ook niet dat ze dat suggereert. Ze ziet slechts het knielende kind en herinnert zich dat ze bang was voor een toornige god, maar die angst bestaat volgens mij niet meer. Een subtiele aanwijzing hiervoor is dat ze god met een kleine letter schrijft.
Pieter
Pieter
Geboortehuis
Namen die ik achterliet.
De wind voorbij de hoge ramen.
Een huis achter het duin , ik hoor
nog stemmen. Zij die kwamen
en later gingen zijn zo na
dat ik ze bijna aan kan raken.
Maar enkel in een droom. Zij slapen
zoals herinneringen slapen.
Toch lopen ze vaak met me mee
als hoge wolken in de lucht.
De jaren hebben veel veranderd.
Het komt nog wel , maar niet terug.
Johanna Kruit
Ons toegestuurd door Johanna Kruit
Namen die ik achterliet.
De wind voorbij de hoge ramen.
Een huis achter het duin , ik hoor
nog stemmen. Zij die kwamen
en later gingen zijn zo na
dat ik ze bijna aan kan raken.
Maar enkel in een droom. Zij slapen
zoals herinneringen slapen.
Toch lopen ze vaak met me mee
als hoge wolken in de lucht.
De jaren hebben veel veranderd.
Het komt nog wel , maar niet terug.
Johanna Kruit
Ons toegestuurd door Johanna Kruit
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 4 gasten