Gedichten over de zee
Gedichten over de zee
Baders hartewens
Dwars door de tuinen
Van roos en ranken
Zich ’t pad te banen,
Dan door de lanen
Van zand en dennen
Vluchtig te rennen
Tot waar de kruinen
Van hoge duinen
In ’t blauwe blanken
En zo te naderen
Met zwellende aderen
In laatste loop
De harde golven
En, overdolven,
Hun koele doop.
Albert Verwey (1865-1936)
uit: Oorspronkelijk dichtwerk,
Querido/v.h. Mees
Amsterdam/Santpoort, 1938
Dettie
Dwars door de tuinen
Van roos en ranken
Zich ’t pad te banen,
Dan door de lanen
Van zand en dennen
Vluchtig te rennen
Tot waar de kruinen
Van hoge duinen
In ’t blauwe blanken
En zo te naderen
Met zwellende aderen
In laatste loop
De harde golven
En, overdolven,
Hun koele doop.
Albert Verwey (1865-1936)
uit: Oorspronkelijk dichtwerk,
Querido/v.h. Mees
Amsterdam/Santpoort, 1938
Dettie
Son of a beach
Zee, het zeer wijde gevoel
van te klein, bijna overbodig
ouder wordende billen waarin
nog iets trilt en schommelt
lopend naar de rommel die hij
heeft gevonden: wier, dooie
vis, slijm. Bukt, tot waar
het wit wordt tilt de wind
haar jurk op: zacht vlees. Kijk
naar de zee.
Rutger Kopland
uit: Wie vindt heeft slecht gezocht,
Van Oorschot, Amsterdam 1972
Tiba
uit het item "gedichten over water" ook hier geplaatst.
Zee, het zeer wijde gevoel
van te klein, bijna overbodig
ouder wordende billen waarin
nog iets trilt en schommelt
lopend naar de rommel die hij
heeft gevonden: wier, dooie
vis, slijm. Bukt, tot waar
het wit wordt tilt de wind
haar jurk op: zacht vlees. Kijk
naar de zee.
Rutger Kopland
uit: Wie vindt heeft slecht gezocht,
Van Oorschot, Amsterdam 1972
Tiba
uit het item "gedichten over water" ook hier geplaatst.
Zeewaarts gezegd
De zee is trots op haar duinen.
Brekensgereed houdt zij de duinen bestendig.
Zij heeft haar kusten lief en kust ze.
De zee plant zich voort in het water.
De zee is voedzaam als een rijpe boomgaard.
Zij is de moeder van de grootste sterren.
De zee is een regen van goedheid,
beken het maar, zij is onmisbaar.
De zee blijft zoals altijd altoos vrede,
want in zee werd nog niemand mishandeld.
Paul Snoek
uit de bundel noodbrug
Antwerpen, De sikkel 1995
Tiba.
Dit gedicht stond al bij het thema "gedichten over water":
http://car.messageboard.nl/38686/viewto ... 1&start=25
De zee is trots op haar duinen.
Brekensgereed houdt zij de duinen bestendig.
Zij heeft haar kusten lief en kust ze.
De zee plant zich voort in het water.
De zee is voedzaam als een rijpe boomgaard.
Zij is de moeder van de grootste sterren.
De zee is een regen van goedheid,
beken het maar, zij is onmisbaar.
De zee blijft zoals altijd altoos vrede,
want in zee werd nog niemand mishandeld.
Paul Snoek
uit de bundel noodbrug
Antwerpen, De sikkel 1995
Tiba.
Dit gedicht stond al bij het thema "gedichten over water":
http://car.messageboard.nl/38686/viewto ... 1&start=25
tiba schreef:De tocht van de tuinen, door de duinen naar de zee is heel visueel voorgesteld.
De taal vind ik toch wat verouderd, of ligt het aan de rijmen?
Tiba.
Het gedicht is geschreven vóór 1936 dus dat kan heel goed dat de taal wat verouderd klinkt.
Albert Verwey woonde in Noordwijk, een kustplaatsje.

Albert Verwey in zijn werkkamer, Villa Nova, Noordwijk aan Zee, 1910
Dettie
Ik lift even mee op Mireilles inschrijving. Mijn oom Max schreef niet tientallen, maar honderden gedichten over de zee.
Gedichten uit Zeekant,Noemenswaard en en raam aan de Noordzee allemaal uitgeverij de Beuk. Het is zoveel dat ik het ook onder zijn item kan zetten met een link.
http://car.messageboard.nl/38686/viewto ... 1684#11684
ik heb een zee bedacht
daar lgt zij
ik heb een wolk bedacht
daar drijft
ik heb een mens bedacht
dit schrijft hij
gedichten
schrijf ik door mijn raam
op het blad
van de Noordzee
ook al loop ik tussen de alpen
we zitten samen
te kijken
naar de Ionische zee
en zwijgen
alleen de Noorzee
verstaat Nederlands
ik adem de wind
die zoëven de golven bewoog
ik proef op mijn lippen
het zout dat hij meeneemt
ik ben geheel en al zee
met de branding in ogen en oren
een dode meeuw ligt op het strand
voorover
de vlerken uitgespreid
hij nu van de aarde
zoals ik
een reusachtige schelp
ligt voor mijn deur
de onderkant zee
de bovenkant hemel
de horizon zijn scharnier
soms heeft hij een volle maan
tot parel
een vlinder fladdert boven zee
eensklaps ben ik een waaghals
op mijn voeten
donderend declameert de branding
het blanke vers
van de Noordzee
regel
na regel
nu mijn tijd lijkt in te korten
laat ik de geboorte van de Noordzee
mij geen ochtend meer ontgaan
nieuwe golven
nieuwe meeuwen
een weer vervangen horizon
en daarboven soms het bleken
van een verlate maan
en dan het af te wachten wonder
of jij met ademen bent doorgegaan
de stralen van de vuurtoren
vegen lichtend
over de nachtelijk Noordzee
maar slepen het duister mee
achter mijn raam
aan de Noordzee
zie ik mijn handen
langzaam bleken
de huid van Steve Biko
verkleurt tot de mijne
de dageraad onthult meer
dan het blauwe van de Noordzee
de ander in mij
die geen dichter is
kijkt naar de Noordzee en vergeet haar
ik benijd hem
vaak urenlang
starend door de mist
over de Noordzee
is mijn voorhoofd
de horizon
die haar omsluit
in mijn achterhoofd
omlijst een schijnbeeld
van het vaste land
nauwelijks opgedoemd
verdwijnen
meeuwen
de Noordzee stijgt
lenteblauw
ten hemel
de hemel daalt
azuurblauw
naar de Noordzee
ze vewarren in elkaar
vlijmscherp vandaag
het kromzwaard horizon
met één houw snijdt mijn blik
de hemel af van de Noordzee
Het behoeft geen betoog dat Max Croiset decennia ( in Scheveningen aan de Zeekant) aan de Nordzee heeft gewoond.
Met dank aan Mireille voor het gebruik mogen maken van haar registratie.
Zelf schreef ik ook nog een gedicht,maar dat zal ik achterwege, er moet geen belangen verstrengeling zijn tussen lezer en schrijver op leestafel.
Manja Croiset.
Gedichten uit Zeekant,Noemenswaard en en raam aan de Noordzee allemaal uitgeverij de Beuk. Het is zoveel dat ik het ook onder zijn item kan zetten met een link.
http://car.messageboard.nl/38686/viewto ... 1684#11684
ik heb een zee bedacht
daar lgt zij
ik heb een wolk bedacht
daar drijft
ik heb een mens bedacht
dit schrijft hij
gedichten
schrijf ik door mijn raam
op het blad
van de Noordzee
ook al loop ik tussen de alpen
we zitten samen
te kijken
naar de Ionische zee
en zwijgen
alleen de Noorzee
verstaat Nederlands
ik adem de wind
die zoëven de golven bewoog
ik proef op mijn lippen
het zout dat hij meeneemt
ik ben geheel en al zee
met de branding in ogen en oren
een dode meeuw ligt op het strand
voorover
de vlerken uitgespreid
hij nu van de aarde
zoals ik
een reusachtige schelp
ligt voor mijn deur
de onderkant zee
de bovenkant hemel
de horizon zijn scharnier
soms heeft hij een volle maan
tot parel
een vlinder fladdert boven zee
eensklaps ben ik een waaghals
op mijn voeten
donderend declameert de branding
het blanke vers
van de Noordzee
regel
na regel
nu mijn tijd lijkt in te korten
laat ik de geboorte van de Noordzee
mij geen ochtend meer ontgaan
nieuwe golven
nieuwe meeuwen
een weer vervangen horizon
en daarboven soms het bleken
van een verlate maan
en dan het af te wachten wonder
of jij met ademen bent doorgegaan
de stralen van de vuurtoren
vegen lichtend
over de nachtelijk Noordzee
maar slepen het duister mee
achter mijn raam
aan de Noordzee
zie ik mijn handen
langzaam bleken
de huid van Steve Biko
verkleurt tot de mijne
de dageraad onthult meer
dan het blauwe van de Noordzee
de ander in mij
die geen dichter is
kijkt naar de Noordzee en vergeet haar
ik benijd hem
vaak urenlang
starend door de mist
over de Noordzee
is mijn voorhoofd
de horizon
die haar omsluit
in mijn achterhoofd
omlijst een schijnbeeld
van het vaste land
nauwelijks opgedoemd
verdwijnen
meeuwen
de Noordzee stijgt
lenteblauw
ten hemel
de hemel daalt
azuurblauw
naar de Noordzee
ze vewarren in elkaar
vlijmscherp vandaag
het kromzwaard horizon
met één houw snijdt mijn blik
de hemel af van de Noordzee
Het behoeft geen betoog dat Max Croiset decennia ( in Scheveningen aan de Zeekant) aan de Nordzee heeft gewoond.
Met dank aan Mireille voor het gebruik mogen maken van haar registratie.
Zelf schreef ik ook nog een gedicht,maar dat zal ik achterwege, er moet geen belangen verstrengeling zijn tussen lezer en schrijver op leestafel.
Manja Croiset.
Laatst gewijzigd door mier op Vr Jun 05, 2009 10:11, 2 keer totaal gewijzigd.
Sorry Tiba en Mira, dat ik jullie moest laten wachten,maar nu is Mireille er.
Het zijn inderdaad een heleboel korte teksten. Er zijn er letterlijk honderden meer.
Ik zal het verduidelijken,door ze om en om blauw te maken.
Manja.
Maar ik moet het maar niet meer doen of niets doen of met Dettie overleggen of ik terugkom.
O ja Tiba, ik dacht aan EN RADE van Jan Engelman,die had ik ooit op een gegeven bij raad de dichter en toen had jij zo'n mooie link naar een gezongen versie. Weet je die nog?
Zelf gevonden.
Geniet ervan met zijn "allen"
http://s91186593.onlinehome.us/poetisch ... php?id=209
Het zijn inderdaad een heleboel korte teksten. Er zijn er letterlijk honderden meer.
Ik zal het verduidelijken,door ze om en om blauw te maken.
Manja.
Maar ik moet het maar niet meer doen of niets doen of met Dettie overleggen of ik terugkom.
O ja Tiba, ik dacht aan EN RADE van Jan Engelman,die had ik ooit op een gegeven bij raad de dichter en toen had jij zo'n mooie link naar een gezongen versie. Weet je die nog?
Zelf gevonden.
Geniet ervan met zijn "allen"
http://s91186593.onlinehome.us/poetisch ... php?id=209
Manja zegt:
Het onderscheid tussen de verschillende gedichten van Max Croiset is nu wel duidelijker.
EN RADE van Jan Engelman herontdek ik nu. Ik ben wel even de vertaling/betekenis van de titel vergeten.
Maar het is een prachtig gedicht.
mira
Sorry Tiba en Mira, dat ik jullie moest laten wachten,maar nu is Mireille er.
Het zijn inderdaad een heleboel korte teksten. Er zijn er letterlijk honderden meer.
Ik zal het verduidelijken,door ze om en om blauw te maken.
Manja.
Maar ik moet het maar niet meer doen of niets doen of met Dettie overleggen of ik terugkom.
O ja Tiba, ik dacht aan EN RADE van Jan Engelman,die had ik ooit op een gegeven bij raad de dichter en toen had jij zo'n mooie link naar een gezongen versie. Weet je die nog?
Zelf gevonden.
Geniet ervan met zijn "allen"
http://s91186593.onlinehome.us/poetisch ... php?id=209
Het onderscheid tussen de verschillende gedichten van Max Croiset is nu wel duidelijker.

EN RADE van Jan Engelman herontdek ik nu. Ik ben wel even de vertaling/betekenis van de titel vergeten.

Maar het is een prachtig gedicht.
mira
Heb het even opgezocht mira,
De titel En rade (aan de ree) is een verwijzing naar de film 'En Rade' van de Alberto Cavalcanti met beelden van een stapel suikerzakken met het opschrift: Sulina Braïla Sulina Brest Sulina Singapore. Een vocalise is een zangoefening op één klinker of een gedicht dat op klankassociaties berust
Dat vond ik hier http://jacobdebruin.web-log.nl/jacobdeb ... an_en.html
Dettie
De titel En rade (aan de ree) is een verwijzing naar de film 'En Rade' van de Alberto Cavalcanti met beelden van een stapel suikerzakken met het opschrift: Sulina Braïla Sulina Brest Sulina Singapore. Een vocalise is een zangoefening op één klinker of een gedicht dat op klankassociaties berust
Dat vond ik hier http://jacobdebruin.web-log.nl/jacobdeb ... an_en.html
Dettie
De oude zeeman
Wanneer ik op de duinen stond,
Vóór vele - vele jaren,
En ginds in zee een zeiltje zag,
De haven uitgevaren;
Dan kwam de lust naar verre reis
Mijn jeugdig hert bedriegen,
En 'k wenste wel de meeuw te zijn
Om heen te mogen vliegen.
De zeeliên in de hoek van 't vuur,
Bij winteravondstonden,
Verhaalden van gevaar en storm
En wat zij al bestonden,
Van lange reis en zeldzaam oord
En vrolijk zeemansleven.
- O reizen, reizen, verre gaan
En op de golven zweven!
Ik had de dagen opgeteld.
Thans was het uur verschenen.
Wat gaf mij eigen haard en huis?
De verte trok mij henen:
De verte met haar toverlach,
En al het onbekende;
Hoe sloeg mijn hert van ongeduld,
Als 't schip zich zeewaarts wendde!
Maar als op 't dek ik eenzaam stond,
In verre zee gedreven,
En door de avondmist allengs
De oever weg zag zweven,
Een vreemde treurnis kwam mij op,
Mijn oog zocht in de verte,
En 'k was verwonderd van de zucht,
Die opsteeg uit mijn herte.
Ik heb gereisd, ik heb gerust,
Gezocht en niet gevonden
't Geluk, in eigen stille streek,
Noch ginds op vreemde gronden.
Maar in de rust en in 't gewoel,
Toch is de tijd verlopen,
En heeft tot weemoed zacht gewiegd
Mijn wensen en mijn hopen.
En 's avonds, als de regen plast
En holle winden tieren
En dat het schip mij morgen wacht,
Om weêr in zee te stieren,
Dan vat mijn hert een droef gevoel,
Ik kan het niet verdrijven,
Maar 'k wenste wel een kind te zijn,
Om t'huis te mogen blijven!
Virginie Loveling
Uit de bundel: Gedichten (1870)
Wanneer ik op de duinen stond,
Vóór vele - vele jaren,
En ginds in zee een zeiltje zag,
De haven uitgevaren;
Dan kwam de lust naar verre reis
Mijn jeugdig hert bedriegen,
En 'k wenste wel de meeuw te zijn
Om heen te mogen vliegen.
De zeeliên in de hoek van 't vuur,
Bij winteravondstonden,
Verhaalden van gevaar en storm
En wat zij al bestonden,
Van lange reis en zeldzaam oord
En vrolijk zeemansleven.
- O reizen, reizen, verre gaan
En op de golven zweven!
Ik had de dagen opgeteld.
Thans was het uur verschenen.
Wat gaf mij eigen haard en huis?
De verte trok mij henen:
De verte met haar toverlach,
En al het onbekende;
Hoe sloeg mijn hert van ongeduld,
Als 't schip zich zeewaarts wendde!
Maar als op 't dek ik eenzaam stond,
In verre zee gedreven,
En door de avondmist allengs
De oever weg zag zweven,
Een vreemde treurnis kwam mij op,
Mijn oog zocht in de verte,
En 'k was verwonderd van de zucht,
Die opsteeg uit mijn herte.
Ik heb gereisd, ik heb gerust,
Gezocht en niet gevonden
't Geluk, in eigen stille streek,
Noch ginds op vreemde gronden.
Maar in de rust en in 't gewoel,
Toch is de tijd verlopen,
En heeft tot weemoed zacht gewiegd
Mijn wensen en mijn hopen.
En 's avonds, als de regen plast
En holle winden tieren
En dat het schip mij morgen wacht,
Om weêr in zee te stieren,
Dan vat mijn hert een droef gevoel,
Ik kan het niet verdrijven,
Maar 'k wenste wel een kind te zijn,
Om t'huis te mogen blijven!
Virginie Loveling
Uit de bundel: Gedichten (1870)
De dorst der havensteden
Wie in dit ultieme zijn
De hand slaat aan pijn
Verdriet of eenzaamheid
"O geschonden, gehavende tijd"
Hem rest slechts de laatste
Der wetmatigheden, een rondgang
Langs de havensteden
Om de onrust te stelpen
In de borst, te stillen
de grote dorst.
Hans van de Waarsenburg,
uit: De dorst der havensteden, J.M. Meulenhoff, Amsterdam, 1990
Tiba.
Wie in dit ultieme zijn
De hand slaat aan pijn
Verdriet of eenzaamheid
"O geschonden, gehavende tijd"
Hem rest slechts de laatste
Der wetmatigheden, een rondgang
Langs de havensteden
Om de onrust te stelpen
In de borst, te stillen
de grote dorst.
Hans van de Waarsenburg,
uit: De dorst der havensteden, J.M. Meulenhoff, Amsterdam, 1990
Tiba.
Terug naar “Thema's in de poëzie”
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 2 gasten