Jana Beranová (ja)
Geplaatst: 07 jan 2009 07:26 am
1
De kracht te hebben
je schoonheid te verliezen
boom te zijn
met alleen je stam
2
Geen hemel zo hoog
of hij zal ernaar grijpen
alleen zijn wortels
nog
Jonge, jonge, wat hebben jullie je best gedaan op die op het eerste gezicht simpele vraag van mij. Daarvoor hartelijk dank. Ik kom duidelijk als mosterd na de maaltijd. Jullie hebben bijna alles al gezegd. Maar ik heb nou eenmaal de moeite gedaan dit op te schrijven en daarom plaats ik het toch maar.
Over het eerste gedicht (of strofe) zijn we het allemaal eens; het is de metafoor van het ouder worden, ziek worden, gehandicapt zijn, al die mogelijkheden mogen we invullen. En toch een volwaardig mens blijven. Eerder een aforisme dan een gedicht, zo eenvoudig van woorden en opbouw. Toch maakt het diepe indruk door zijn voor iedereen herkenbare waarheid. Ik herken er verschillende mensen van onze site in, zoals Manja ook schrijft.
Dan vier regels die nauwelijks iets met de voorgaande te maken hebben; het enige verband is het woordje “hij” dat op de boom moet slaan en de wortels natuurlijk.
Mira veronderstelt dat het twee strofen zijn uit verschillende gedichten en dat kan ik me best voorstellen, zo weinig logische aansluiting is er. Het kan ook zijn dat ze twee variaties gemaakt heeft op het thema “boom”. Dat doet er eigenlijk niet zoveel toe, ik denk dat we de twee strofen op zichzelf moeten bezien. De eerste is duidelijk, zie boven.
Met de tweede heb ik meer moeite. “Geen hemel zo hoog of hij zal ernaar grijpen.” Over wat voor soort bomen heeft ze het? De boom is hier metafoor van de mens: Maar de meeste mensen grijpen helemaal niet zo hoog. Ze heeft het dus over bijzondere mensen. Wat bedoelt ze met de hoge hemel? Ordinaire carrièreambities? Topprestaties? Of misschien het hogere in de cultuur, de kunst in het algemeen, muziek, literatuur., godsdienst, spiritualiteit? Dan de regel waar ik eerst niets van begreep: “alleen zijn wortels nog”. Ik ben het met Tiba en Dettie eens dat we onszelf niet kunnen “ontstijgen” we blijven met onze wortels vastzitten in de aarde, het “aardse”, het lichamelijke, onze afkomst, de dagelijkse zorgen en beslommeringen.
Het negatieve dat Dettie in het naar de hemel reiken zag, zag ik niet, maar is ook mogelijk.
Conclusie: de laatste strofe (of het laatste gedicht of laatste wijsheid) is erg onduidelijk: je kunt er vele kanten mee op. Daarom vind ik het veel minder sterk dan het eerste, ofschoon ik hiermee niet pleit voor altijd 100% duidelijkheid.
Pieter
_________________
"Hoed u voor de literatuur. Gebruik de woorden die het eerst bij je opkomen" J.P. Sartre
1
De kracht te hebben
je schoonheid te verliezen
boom te zijn
met alleen je stam
2
Geen hemel zo hoog
of hij zal ernaar grijpen
alleen zijn wortels
nog
Jonge, jonge, wat hebben jullie je best gedaan op die op het eerste gezicht simpele vraag van mij. Daarvoor hartelijk dank. Ik kom duidelijk als mosterd na de maaltijd. Jullie hebben bijna alles al gezegd. Maar ik heb nou eenmaal de moeite gedaan dit op te schrijven en daarom plaats ik het toch maar.
Over het eerste gedicht (of strofe) zijn we het allemaal eens; het is de metafoor van het ouder worden, ziek worden, gehandicapt zijn, al die mogelijkheden mogen we invullen. En toch een volwaardig mens blijven. Eerder een aforisme dan een gedicht, zo eenvoudig van woorden en opbouw. Toch maakt het diepe indruk door zijn voor iedereen herkenbare waarheid. Ik herken er verschillende mensen van onze site in, zoals Manja ook schrijft.
Dan vier regels die nauwelijks iets met de voorgaande te maken hebben; het enige verband is het woordje “hij” dat op de boom moet slaan en de wortels natuurlijk.
Mira veronderstelt dat het twee strofen zijn uit verschillende gedichten en dat kan ik me best voorstellen, zo weinig logische aansluiting is er. Het kan ook zijn dat ze twee variaties gemaakt heeft op het thema “boom”. Dat doet er eigenlijk niet zoveel toe, ik denk dat we de twee strofen op zichzelf moeten bezien. De eerste is duidelijk, zie boven.
Met de tweede heb ik meer moeite. “Geen hemel zo hoog of hij zal ernaar grijpen.” Over wat voor soort bomen heeft ze het? De boom is hier metafoor van de mens: Maar de meeste mensen grijpen helemaal niet zo hoog. Ze heeft het dus over bijzondere mensen. Wat bedoelt ze met de hoge hemel? Ordinaire carrièreambities? Topprestaties? Of misschien het hogere in de cultuur, de kunst in het algemeen, muziek, literatuur., godsdienst, spiritualiteit? Dan de regel waar ik eerst niets van begreep: “alleen zijn wortels nog”. Ik ben het met Tiba en Dettie eens dat we onszelf niet kunnen “ontstijgen” we blijven met onze wortels vastzitten in de aarde, het “aardse”, het lichamelijke, onze afkomst, de dagelijkse zorgen en beslommeringen.
Het negatieve dat Dettie in het naar de hemel reiken zag, zag ik niet, maar is ook mogelijk.
Conclusie: de laatste strofe (of het laatste gedicht of laatste wijsheid) is erg onduidelijk: je kunt er vele kanten mee op. Daarom vind ik het veel minder sterk dan het eerste, ofschoon ik hiermee niet pleit voor altijd 100% duidelijkheid.
Pieter
_________________
"Hoed u voor de literatuur. Gebruik de woorden die het eerst bij je opkomen" J.P. Sartre
Hier kan je Jana Beranová zien voordragen, en heb je meteen een interview met haar:
http://www.cineac.tv/pbcinema/taaltoven ... ilm_ID=260
Klikken op: "klik hier voor video" .
Tiba.
http://www.cineac.tv/pbcinema/taaltoven ... ilm_ID=260
Klikken op: "klik hier voor video" .
Tiba.
Goden
Er rolde een kind binnen
een weer één
en weer één
op Bali ben je nooit alleen.
Hoe jonger het kind, hoe reiner zijn geest,
des te dichter is zijn ziel bij de hemel,
fluistert de rijst, de bamboe, de beek,
fluistert het zweet.
Sla nimmer een kind,
anders vertrekken de goden!
Er rolde een god binnen
en weer één
en weer één
op Bali ben je nooit alleen.
Jana Beranová
uit: Kiskassend gedicht, De Geus, 1996
Tiba.
Uit het thema "gedichten over Nederlands Indië/Indonesië" ook hier geplaatst
Er rolde een kind binnen
een weer één
en weer één
op Bali ben je nooit alleen.
Hoe jonger het kind, hoe reiner zijn geest,
des te dichter is zijn ziel bij de hemel,
fluistert de rijst, de bamboe, de beek,
fluistert het zweet.
Sla nimmer een kind,
anders vertrekken de goden!
Er rolde een god binnen
en weer één
en weer één
op Bali ben je nooit alleen.
Jana Beranová
uit: Kiskassend gedicht, De Geus, 1996
Tiba.
Uit het thema "gedichten over Nederlands Indië/Indonesië" ook hier geplaatst
Tja, nu vraag je wat.
Ik heb dit gedicht al een aantal keren gelezen.
Het begint bij de interpretatie van de eerste versregel:
er rolde een kind binnen
Ben niet zeker of ik die juist begrijp.
Misschien gaat het over de geboorte van een kind?
Een kind wordt geboren, en nog een, en nog een ?
Dat was mijn eerste interpretatie.
Maar strookt dat dan met de tweede strofe:
Hoe jonger het kind, hoe reiner zijn geest,
des te dichter is zijn ziel bij de hemel,
???
Ieder nieuwgeboren kind is immers "piepjong".
Kun je dan zeggen: "hoe jonger het kind"?
Misschien gaat het over kleine kinderen die binnenkwamen op een plek waar de dichter zich bevond? Maar waarom dan "binnenrollen"? Dat doet me eerder aan een (gemakkelijke ) bevalling denken.
Zoals vaker blijf ik in het beginvers( de versregel) van een gedicht steken, en het is moeilijk het gedicht te begrijpen als je niet zeker bent van de verklaring van het begin... dan raak ik niet meer verder.
Misschien dat iemand het duidelijker ziet?
Tiba.
Ik heb dit gedicht al een aantal keren gelezen.
Het begint bij de interpretatie van de eerste versregel:
er rolde een kind binnen
Ben niet zeker of ik die juist begrijp.
Misschien gaat het over de geboorte van een kind?
Een kind wordt geboren, en nog een, en nog een ?
Dat was mijn eerste interpretatie.
Maar strookt dat dan met de tweede strofe:
Hoe jonger het kind, hoe reiner zijn geest,
des te dichter is zijn ziel bij de hemel,
???
Ieder nieuwgeboren kind is immers "piepjong".
Kun je dan zeggen: "hoe jonger het kind"?
Misschien gaat het over kleine kinderen die binnenkwamen op een plek waar de dichter zich bevond? Maar waarom dan "binnenrollen"? Dat doet me eerder aan een (gemakkelijke ) bevalling denken.
Zoals vaker blijf ik in het beginvers( de versregel) van een gedicht steken, en het is moeilijk het gedicht te begrijpen als je niet zeker bent van de verklaring van het begin... dan raak ik niet meer verder.
Misschien dat iemand het duidelijker ziet?
Tiba.
Toch wel mysterieus gedicht.
Daar heb je de titel 'goden'!
Maar het gedicht begint met een kind, een kind dat binnenrolt.
Waar precies rolt het binnen?
Er volgen nog kinderen, ze blijven binnenrollen, dan blijkt het 'verhaal' zich af te spelen op Bali.
Jana Beranova is Tsjechische van oorsprong, daar is alvast geen aanknopingspunt.
Haar belangstelling is altijd wel al internationaal geweest, nam oa. deel aan Poetry international, misschien kan Leni wat verduidelijking brengen?
In de tweede strofe gaat het over de onschuld, de reinheid van een jong kind, met de waarschuwing:
De link met de titel wordt al duidelijker.
En in de derde strofe rolt een god binnen, en nog meer goden, ook zij blijven binnenrollen.
Ondertussen heeft Tiba ook al gereageerd.
Ik stuur dit al even door.
mira
Daar heb je de titel 'goden'!
Maar het gedicht begint met een kind, een kind dat binnenrolt.
Waar precies rolt het binnen?
Er volgen nog kinderen, ze blijven binnenrollen, dan blijkt het 'verhaal' zich af te spelen op Bali.
Jana Beranova is Tsjechische van oorsprong, daar is alvast geen aanknopingspunt.
Haar belangstelling is altijd wel al internationaal geweest, nam oa. deel aan Poetry international, misschien kan Leni wat verduidelijking brengen?
In de tweede strofe gaat het over de onschuld, de reinheid van een jong kind, met de waarschuwing:
Sla nimmer een kind,
anders vertrekken de goden
De link met de titel wordt al duidelijker.
En in de derde strofe rolt een god binnen, en nog meer goden, ook zij blijven binnenrollen.
Ondertussen heeft Tiba ook al gereageerd.
Ik stuur dit al even door.
mira
Tiba schreef:
Niet onmogelijk.
Een betere verklaring heb ik niet.
Wat ik ook vrij onbegrijpelijk vind, is de associatie van 'het binnenrollen van een kind'/ de reinheid van het zeer jonge kind' met de onverwachte vermaning 'SLA nimmer een kind...'.
Vanwaar ineens de idee van 'het slaan'? Wat is het verband? Dat 'slaan' duikt ineens op.
Moeten we een verband leggen met Bali?
Zoniet, waarmee, met welke gebeurtenissen, met wie?
En 2X zegt de dichteres:
'op Bali ben je nooit alleen'.
Ik ben zeker dat er een heel 'verhaal/idee/ervaring' achter schuilt.
Jammer genoeg vind ik de sleutel niet.
mira
Het zweet van de bevalling?
Niet onmogelijk.
Een betere verklaring heb ik niet.
Wat ik ook vrij onbegrijpelijk vind, is de associatie van 'het binnenrollen van een kind'/ de reinheid van het zeer jonge kind' met de onverwachte vermaning 'SLA nimmer een kind...'.
Vanwaar ineens de idee van 'het slaan'? Wat is het verband? Dat 'slaan' duikt ineens op.
Moeten we een verband leggen met Bali?
Zoniet, waarmee, met welke gebeurtenissen, met wie?
En 2X zegt de dichteres:
'op Bali ben je nooit alleen'.
Ik ben zeker dat er een heel 'verhaal/idee/ervaring' achter schuilt.
Jammer genoeg vind ik de sleutel niet.
mira
Goden
Er rolde een kind binnen
een weer één
en weer één
op Bali ben je nooit alleen.
Hoe jonger het kind, hoe reiner zijn geest,
des te dichter is zijn ziel bij de hemel,
fluistert de rijst, de bamboe, de beek,
fluistert het zweet.
Sla nimmer een kind,
anders vertrekken de goden!
Er rolde een god binnen
en weer één
en weer één
op Bali ben je nooit alleen.
Jana Beranová
uit: Kiskassend gedicht, De Geus, 1996
Tiba.
Misschien kom je zo een stukje verder mira
Indonesië is het land van de goden en het kastenstelsel. Maar Bali is het enige eiland van Indonesië waar het hindoeisme de dominerende religie is. Zoals je denkelijk wel weet heb je de onaanraakbaren die zijn het laagst geplaatst in het kastenstelsel. (eigenlijk vallen ze zelfs buiten het kastenstelsel)
En een weduwe bijvoorbeeld moet in het wit gekleed gaan, een teken van reinheid, ze mag alleen in het donker tevoorschijn komen. Niemand mag haar overdag aanraken want dan is ze niet rein meer, als mensen dat toch doen dan moet ze zich wassen en schone kleren aantrekken.
Misschien dat met De reinheid van het zeer jonge kind bedoeld wordt dat het kind nog rein is volgens het hindoeisme.
Op Bali ben je nooit alleen zal ook verwijzen naar de Goden die er altijd zijn. Bovendien leven families met elkaar en voor elkaar, ze vangen elkaar op. (Tenzij je zelf verkiest als eenling te leven.)
Het gezin en de familie zijn heel belangrijk voor Hindoes.
Als het kind geboren is fluistert de vader mantra's (heilige spreuken) in het oor van de baby. Hij fluistert bijvoorbeeld: 'Moge God, de schepper van alle dingen, je wijsheid geven'.
Hindoekinderen hebben vaak namen van goden, zoals Parvatti of Mahesh. (er rolde weer een god binnen en nóg een)
Soms zijn het namen uit de natuur zoals Usha (opgaande zon). Naast hun gewone voornaam krijgen de kinderen ook een geheime naam. Die geheime naam heet rashi ka nam. De ouders gaan naar de pandit (de priester) die een almanak raadpleegt en een horoscoop trekt. Daarin staan gegevens over de stand van de sterren tijdens de geboorte van het kind.
Sla nimmer een kind,
anders vertrekken de goden!
Bij een geboorte wordt vaak een kind zachtjes op de billen getikt om het te laten huilen, zodat je weet dat de longetjes goed werken.
Ik denk dat het gebruik op Bali is dat je dat niet doet, anders verjaag je de goden. Vaak wordt een pasgeborene ook aan de goden gepresenteerd en wordt bescherming van de goden gevraagd.
fluistert de rijst, de bamboe, de beek,
fluistert het zweet.
Hindoes hebben voor bijna alles wel een god.
Hier staat veel over het hindoeïsme en de rituelen bij de geboorte
http://nl.wikipedia.org/wiki/Hindoe%C3%AFsme#Feesten
dettie
Er rolde een kind binnen
een weer één
en weer één
op Bali ben je nooit alleen.
Hoe jonger het kind, hoe reiner zijn geest,
des te dichter is zijn ziel bij de hemel,
fluistert de rijst, de bamboe, de beek,
fluistert het zweet.
Sla nimmer een kind,
anders vertrekken de goden!
Er rolde een god binnen
en weer één
en weer één
op Bali ben je nooit alleen.
Jana Beranová
uit: Kiskassend gedicht, De Geus, 1996
Tiba.
Misschien kom je zo een stukje verder mira
Indonesië is het land van de goden en het kastenstelsel. Maar Bali is het enige eiland van Indonesië waar het hindoeisme de dominerende religie is. Zoals je denkelijk wel weet heb je de onaanraakbaren die zijn het laagst geplaatst in het kastenstelsel. (eigenlijk vallen ze zelfs buiten het kastenstelsel)
En een weduwe bijvoorbeeld moet in het wit gekleed gaan, een teken van reinheid, ze mag alleen in het donker tevoorschijn komen. Niemand mag haar overdag aanraken want dan is ze niet rein meer, als mensen dat toch doen dan moet ze zich wassen en schone kleren aantrekken.
Misschien dat met De reinheid van het zeer jonge kind bedoeld wordt dat het kind nog rein is volgens het hindoeisme.
Op Bali ben je nooit alleen zal ook verwijzen naar de Goden die er altijd zijn. Bovendien leven families met elkaar en voor elkaar, ze vangen elkaar op. (Tenzij je zelf verkiest als eenling te leven.)
Het gezin en de familie zijn heel belangrijk voor Hindoes.
Als het kind geboren is fluistert de vader mantra's (heilige spreuken) in het oor van de baby. Hij fluistert bijvoorbeeld: 'Moge God, de schepper van alle dingen, je wijsheid geven'.
Hindoekinderen hebben vaak namen van goden, zoals Parvatti of Mahesh. (er rolde weer een god binnen en nóg een)
Soms zijn het namen uit de natuur zoals Usha (opgaande zon). Naast hun gewone voornaam krijgen de kinderen ook een geheime naam. Die geheime naam heet rashi ka nam. De ouders gaan naar de pandit (de priester) die een almanak raadpleegt en een horoscoop trekt. Daarin staan gegevens over de stand van de sterren tijdens de geboorte van het kind.
Sla nimmer een kind,
anders vertrekken de goden!
Bij een geboorte wordt vaak een kind zachtjes op de billen getikt om het te laten huilen, zodat je weet dat de longetjes goed werken.
Ik denk dat het gebruik op Bali is dat je dat niet doet, anders verjaag je de goden. Vaak wordt een pasgeborene ook aan de goden gepresenteerd en wordt bescherming van de goden gevraagd.
fluistert de rijst, de bamboe, de beek,
fluistert het zweet.
Hindoes hebben voor bijna alles wel een god.
Hier staat veel over het hindoeïsme en de rituelen bij de geboorte
http://nl.wikipedia.org/wiki/Hindoe%C3%AFsme#Feesten
dettie
Mooie toelichting, Dettie.
Vooral hetvolgende vind ik een hele verduidelijking:
Kinderen en goden zijn hierdoor a.h.w. verwisselbaar in het gedicht.
Of het 'slaan' hier betrekking heeft op het billengetik bij de geboorte?
Zou kunnen, maar ik ben niet echt overtuigd.
Heeft iemand nog een andere uitleg?
mira
Vooral hetvolgende vind ik een hele verduidelijking:
Hindoekinderen hebben vaak namen van goden, zoals Parvatti of Mahesh. (er rolde weer een god binnen en nóg een)
Kinderen en goden zijn hierdoor a.h.w. verwisselbaar in het gedicht.
Of het 'slaan' hier betrekking heeft op het billengetik bij de geboorte?
Zou kunnen, maar ik ben niet echt overtuigd.
Heeft iemand nog een andere uitleg?
mira
De rivier stroomt naar zee
De brug heeft een hoofd, daar sta ik op.
De boog is een belofte.
De rivier draagt ranke aken op haar rug
en aan haar flanken schiet de stad recht
naar de sterren, maar breek haar de bek
niet open. Ze is het brood, ze is het zout.
Zij is ook het mes dat de stad in tweeën snijdt.
Ik vaar met haar
naar de achterwijken in haar buik,
de polsslagen van de bonte culturen,
omdat water onderhuids ook tere
plekken raakt, bedompte muren.
Aan de oever staat een vrouw uit leem.
De waakmoeder met sterke borsten.
Ze schuwt het vreemde niet. Steekt
de Jordaan over. De Nieuwe Maas.
Er is geen tijd voor pas op de plaats.
De rivier stroomt naar zee,
fluistert dag en nacht
in alle talen van onze stad.
Jana Beranová
stadsgedicht 2009
Gepresenteerd tijdens het 13e Lezersfeest op zaterdag 7 nov 2009. Wordt eind december gepubliceerd als ansichtkaart.
Tiba.
De brug heeft een hoofd, daar sta ik op.
De boog is een belofte.
De rivier draagt ranke aken op haar rug
en aan haar flanken schiet de stad recht
naar de sterren, maar breek haar de bek
niet open. Ze is het brood, ze is het zout.
Zij is ook het mes dat de stad in tweeën snijdt.
Ik vaar met haar
naar de achterwijken in haar buik,
de polsslagen van de bonte culturen,
omdat water onderhuids ook tere
plekken raakt, bedompte muren.
Aan de oever staat een vrouw uit leem.
De waakmoeder met sterke borsten.
Ze schuwt het vreemde niet. Steekt
de Jordaan over. De Nieuwe Maas.
Er is geen tijd voor pas op de plaats.
De rivier stroomt naar zee,
fluistert dag en nacht
in alle talen van onze stad.
Jana Beranová
stadsgedicht 2009
Gepresenteerd tijdens het 13e Lezersfeest op zaterdag 7 nov 2009. Wordt eind december gepubliceerd als ansichtkaart.
Tiba.
Ik kreeg deze nieuwe reacties niet door, misschien door de sneeuw .
Dit gedicht is meteen raak.
Je kijkt mee met de dichteres en vaart mee, gepassionneerd, zoals ook dit gedicht, zoals ook Beranova.
Dit gaat toch over Rotterdam.
Ik ben er nog nooit geweest, .
Ik kijk dus zeker uit naar het volgende gedicht.
In de vijfde strofe gaat het over een beeld aan de rivier, zo begrijp ik het.
Wie weet daar meer over ?
mira
Dit gedicht is meteen raak.
Je kijkt mee met de dichteres en vaart mee, gepassionneerd, zoals ook dit gedicht, zoals ook Beranova.
Dit gaat toch over Rotterdam.
Ik ben er nog nooit geweest, .
Ik kijk dus zeker uit naar het volgende gedicht.
In de vijfde strofe gaat het over een beeld aan de rivier, zo begrijp ik het.
Wie weet daar meer over ?
mira
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 4 gasten