Poëzie-Leestafel

...

  • Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Esther Jansma
Leestafel heeft toestemming van
Esther Jansma en De Arbeiderspers
tot 1 januari 2009 om haar gedichten
op de Leestafelsite te plaatsen.

(Een nieuwe aanvraag is ingediend)

 
De val

We kruisten de Styx.
De veerman lag dronken in zijn schip.
Ik hield het roer en we zonken als stenen.

Water bestaat als de aarde
in lagen, transparante linten, glanzende strata
van steeds kleiner leven, minder warmte.

In je haren bloeiden luchtbellen,
de stroom trok je hoofd naar achter
en streelde je hals.

Stenen wuifden met armen van algen en varens,
zongen zachtjes gorgelend "vrede".
Ze sneden je kleren los.

Vissen likten het bloed van je benen.
Ik hield je hand vast. Ik wilde je troosten
maar we vielen te snel en er zijn geen woorden

die zonder lucht bestaan, mijn liefde
bleef boven, blauwe ballonnen, bakens voor even,
de plaats markerend van het ongeluk

voordat ze verder dreven. Je mond ging open.
Je gezicht werd rood, je handen zochten
evenwicht, zochten mijn armen.

Je probeerde in me omhoog te klimmen.
Je was een glasblazer met een wolk van diamanten
aan zijn mond. Ik hield je vast als een katje.

Ik aaide je vingers.
Je liet niet los.
Je sliep en ik aaide je vingers, liet los.

Esther Jansma:
Uit: Hier is de tijd.
De arbeiderspers, Amsterdam 1998.

 
Archeologie

Als we ons dan toch moeten kleden,
tegen kou bijvoorbeeld, of in naam van iets,
in resten van dit of dat verleden,
verhalen en geheugensteuntjes die niets

vertellen dan dat we er al waren
in de tijd die bestond voor dit heden -
als wij onszelf alleen in het nu kunnen bewaren
door onszelf voortdurend uit te vinden in het nu

dan liefst eenvoudig, aan de hand van kleding.
Je zit aan tafel. Opeens zie je hoe iemand
ijs overstak, hoe hem de kou beving

of een ander einde en je zegt: kijk,
hier heb je zijn schoenen, leren mantel, wanten.
'Waar is de tijd? Hier is de tijd.'

Esther Jansma
uit: Hier is de tijd,
De arbeiderspers 1998

 
Alles is nieuw

Wat zou gebeuren was er altijd al, volmaakt
gespeld door een beker die stuk viel
scherven waarin afdrukken van duimen
het rilschrift van naalddunne takjes staan.

Het is geen verhaal dat wij maakten maar iets
wat er was en er is in de sporen van greppels
en staanders en lang gedoofd houtvuur.
Het hoefde alleen maar gevonden te worden.

Iemand moest ernaar kijken en zeggen: wat is het
dit is het, en daar was het, een huis met een haard-
plaats, mensen die daar zoals altijd en altijd
voor het eerst in het nu zichzelf zijn en zitten

met warme handen die een beker vasthouden
bij het vuur en ze praten en de tiktak van regen
is een cirkel geluid en het deert niet, de nacht
de onzichtbare wolken, de stilte van alles

wat buiten in slaap is of wacht op de dag
zijn het dak en de wanden om het dak en de muren
van het huis dat al oud is maar nieuw
want opnieuw in dit heden gevonden.

Esther Jansma
Uit: Alles is nieuw, gedichten
Amsterdam, De Arbeiderspers, 2005

 
Aardappelkunde

Het was laat en het ging over de waarheid.
Essenties vind je in het kleinste meest gewone
zei iemand, zelfs een aardappel heeft zwaartekracht

het grootste wat ik deed in mijn leven tot dusver
was niet schreeuwen maar dag zwaaien, dagdag naar alles
wat verdween en begon, doden, kinderen, alles

verandert nu eenmaal, de thermodynamica stelt
dat chaos de regel is, alles beweegt
voortdurend van gaaf naar voor altijd kapot

hieruit leidt men het bestaan van de tijd af, vandaar
ook dat wuiven van mij, van ons – correctie
tot dusver is onzin, het verleden bestaat niet

vroeger is een gedachte, een maaksel, een aanschaf
dus ik heb niets moedigs gedaan, ik heb alleen
zojuist in het donker van de kast die mijn hoofd is

getast naar het vermeende eeuwige vanzelf
van vandaag gekochte knollen en daar dacht ik iets bij
wat ik nooit eerder bij precies datzelfde dacht.

Esther Jansma
Uit: Alles is nieuw,
Uitgeverij de Arbeiderspers 2005