Poëzie-Leestafel

...

  • Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Christina Guirlande







Christina Guirlande (pseudoniem van G. Van den Eede-De Beule) werd geboren te Moerzeke (deelgemeente van
Hamme, Oost-Vlaanderen) op 11 november 1938.

Na de lagere school in haar geboortedorp studeerde zij voor onderwijzeres aan de Normaalschool O.L.V. Presentatie
te Sint-Niklaas. Zij gaf daarna enkele jaren les aan de Oefenschool van hetzelfde Instituut.

Op haar dertiende begon ze met het schrijven van verhaaltjes maar vooral van gedichten. Ze gebruikte toen al het
pseudoniem Guirlande, gevonden in het jeugdboek 'Sabinneke' van Beatrijs Vermeyen.

Als onderwijzeres schreef zij voor haar leerlingen verhalen, gedichten en toneelstukjes. Die werden meestal gepubliceerd
in de tijdschriften van Averbode. Zij was een van de eersten in Vlaanderen om voor de jeugd over de Derde Wereld te
schrijven. Haar verhalen voor jonge kinderen spelen zich overwegend af in de wereld van de fantasie.

Tot hiertoe verschenen een 60-tal boeken (jeugd- en kinderboeken, dichtbundels, novellen) en werden meer dan
750 verhalen, gedichten en korte essays gepubliceerd in tijdschriften, periodieken of weekbladen.

Zij schrijft ook gedichten voor volwassenen, gebundeld in twaalf dichtbundels. Talrijke gedichten werden in bloemlezingen
opgenomen, o.a. bij Davidsfonds, Lannoo, Poëziecentrum. Een vijftigtal gedichten werden getoonzet door diverse
toondichters. Zij schrijft, dikwijls in opdracht, teksten voor tiener- en kinderliederen.

Voor haar jeugdboeken ontving zij o.a. tweemaal de Boekenleeuw.
Ook haar gedichten werden meermaals bekroond.

Christina Guirlande geeft naast schoollezingen cursussen over poëzie aan o.a. Leesclubs en Seniorenacademies.


 

Zekerheid

Je weet het wel, alles gaat over: het nieuwe,
het doodgewone, de oude en verse pijn,

het zwijgen, het praten, het vrezen,
de rede, de roep van het bloed,

de stilstand, het nu en het later,
de groei, net het hoofd boven water,

ontgoocheling, overmoed, schaarste
en overvloed, de valstrik verbittering,

de honger, verzadiging, grimassen
van zuur of de glimlach van zoet,

het gaat over, omdat het moet.

Christina Guirlande
Uit de bundel Stadsbeelden, 2016

 

Oude boom


Er werd een boom geslacht. Hij kende mij
al jaren. De zijne waren uitgeteld in
ringen van zijn zieke stam. Men vond
dat het nu tijd was voor de bijl. Zijn bast
liet los als huid, zijn binnenste vermolmd


en uitgevreten, maar in zijn hoofd
woonden nog vogels als gehaaide krakers,
pronkten nog takken met het groen
van malachiet. De boom verdedigde zich
niet, hij kreunde zacht tussen de slagen door.


Nu warm ik mij behaaglijk aan zijn dood,
gooi brokken van zijn leven in het vuur,
vergeet het uur. Wat weten wij over
het wrang verdriet van bomen.


© Christina Guirlande
Uit ‘Het taaie geheugen van water’,
Uitg. de Contrabas 2012

 

Rode roos blauwe maan

(Bij het schilderij ‘red rose blue moon’ van G. Van Noppen)


Ik lig als een wig tussen aarde en maan, tussen
wachtende blauwe aarde en zeldzame blauwe
maan, en de hemel dreint blauwe tranen.
Ik trek mij op aan de rode roos, aan het groen
van haar blad en haar takken, de doornen deren
mij niet. Haar geur maakt de wonden zoet.

Wind is afwezig en toch suist een bries door mijn
lange losbandige haren, bezoekt mijn albasten huid.
Ik ben vrouw en van alle tijden, het rode van
hartenbloed, het blauwe van maan en water, de koortsige
kramp van het kind. Mijn angstdroom: dat ik een leven
lang de verwonde roos van een schietschijf ben.


© Christina Guirlande
Uit ‘De Vallei’,  2011

 

Onvervulde wens


Eén keer in haar leven had ze de zee willen zien
maar zoveel water deed haar aan rampspoed denken

Ze had het ruisen van de golven willen horen
maar de wind maakte haar bang en verward

Ze had blootvoets de duinen willen beklimmen
maar hield zich het liefst op de vlakte

Ze had schelpen willen rapen als een kind
wie kon ze dààrmee nog verrassen

Ze wou de zon op het water zien ondergaan
maar moest voor het donker weer thuis

Toen jaren later op ieder verweer
een passend weerwoord gevonden was

nam iemand haar mee voor een andere reis
en bracht haar nooit meer terug.


© Christina Guirlande
Uit ‘Rozentuin, Klavierklanken, zes dichteressen’,
Demeruitgeverij, 2012

 

Het geheugen van water

Hier stond ooit een kind bij het veer
in een eerder leven, op deze
eigenste plek. De dijken waren
hoog als bergen, het water
stroom én oceaan. Tussen de oevers
pendelde de veerboot op de Styx.
Je hoefde voor de tocht niet
te betalen, de veerman had
een eindeloos geduld.

Het kind dat nu hier staat heeft
uur na uur de tol vergaard in
hongerwinters, afscheidswoorden,
morgens van tule, huisvrede,
broodkruimels, moederwonden.
Als de veerman komt wordt
de som gemaakt, bestaat haar naam
in het taaie geheugen van water.

© Christina Guirlande
Uit ‘Het taaie geheugen van water’
Uitg. De Contrabas 2012

 

Verzwegen gedicht I


Hij bracht de geur mee van het hout
dat hij die dag bewerkte, in zijn haar
hier en daar nog spaanders, in zijn ogen
de donkerte van verre wouden.
Hij sprak zo goed als nooit, alleen maar
het noodzakelijkste toen een blik
niet kon volstaan. Wij vreesden
en vereerden hem als God,

bleven in onze kleine woorden steken, hielden
de adem in wanneer hij met vereelte
duim ons voorhoofd merkte voor de nacht.
Wij luisterden gespannen naar de stilte
daar beneden, en sliepen met de glimlach in
bij het gedroomde zingen van hààr stem.


© Christina Guirlande
Uit ‘Sporen in een holle weg’
Uitg. Het Punt, 2016

 

Verzwegen gedicht IV


Ze keken altijd over onze schouders mee, zaten
naast ons aan tafel, waren volgzaam als een
schaduw, lieten ons nooit alleen. Antwoorden
deden ze niet. Daardoor hoopten vragen zich op
tot elke hoek was gevuld, ieder hoofd te klein,
elke nacht te lang. We waren zelfs in eigen
huis de richting kwijt. Zingen om ze af te schudden
bleek een maat voor niets, de echo keerde altijd

smalend weer. Tot tijd zijn werk deed en wij
ongezien achter hun rug en met het oog op later,
onder het kiezen tussen vasteland of water,
de talen leerden om ze voorgoed te verjagen.
Maar toch kwamen ze af en toe, en meestal
ongevraagd terug, die oude kinderangsten.

© Christina Guirlande
Uit ‘Schoon Schip’
decembernummer 2014






Lees de reacties over deze gedichten
op het forum en/of reageer, klik HIER