Son of a beach

Zee, het zeer wijde gevoel
van te klein, bijna overbodig

ouder wordende billen waarin
nog iets trilt en schommelt

lopend naar de rommel die hij
heeft gevonden: wier, dooie

vis, slijm. Bukt, tot waar
het wit wordt tilt de wind

haar jurk op: zacht vlees. Kijk
naar de zee.

Rutger Kopland
uit: Wie wat vindt heeft slecht gezocht
Van Oorschot, Amsterdam 1972