Laat de avond vallen, ik,
en hou het huis heel stil zodat ik niet gestoord word -
zolang het schemert kan het misgaan.
De vogels zoeken langzaamaan hun takken op,
ik wijs ze die, en sterren tillen zich eruit omhoog.
Heel anders klinkt het razen van de auto's in de nacht!
Recht zo die gaat! Het ene zeil door het andere vervangen,
dag door nacht, maar nergens sluimert haperen, niets mokt.
Zolang het dit is wat ik doe gehoorzaamt men glimlachend.
Ik hoop maar dat er koffie is, of whisky, als ik
weer de kamer inkom, zeer vermoeid en door het uitblijven
van tegenstand- wat stribbelen zou al genoeg zijn -
vreemd ontmoedigd. Zó gestroomlijnd.
Mark Boog
uit: Alsof er iets gebeurt,
Meulenhoff, 2000