Bouwstenen voor de gestalten van je dromen.
Nu onder het laatste hoofdstuk de stempels zijn gezet,
de laatste gerafelde hoek is omgezoomd,
nu de werkelijkheid is opgegaan in de droom,
is er geen vluchten meer.
Nam je de verkeerde afslag naar het paradijs?
Zijn willen en weten slaags geraakt met elkaar?
Als een vuurvlieg doolde je rond,
een nomadenbestaan.
Dromen, meisje, worden geboren in een ver land,
waar geen scheiding bestaat.
Koester ze,
bouw ze tot paleizen;
behalve die ene,
die ragfijne,
vouw die tot een bootje van papier
en bevaar de zeeën
van mijn middernacht.
© Marianne Som
Uit: Schemertijd, 1999