SCHEIDEN

Mijn vader vindt mijn moeder lief,
maar wil niet langer bij haar blijven.
Mijn moeder vindt mijn vader lief,
maar wil hem alleen nog schrijven.
Ze houden niet meer van elkaar.
Dat hoor ik spreken in hun zwijgen.

Mijn vader zoekt een eigen flat.
Hij wil niet bij ons wonen.
Mijn moeder zoekt nog een baan.
Met één kan ze niet rond komen.
Ze houden beiden veel van mij.
Ik mag kiezen bij wie ik wil wonen.

Mijn moeder heeft veel vriendinnen.
Mijn vader werkt de hele dag.
Ze hebben mij beiden nodig.
Als ik mocht zeggen hoe ik het zag,
zou ik kiezen voor hun armen om me
heen. En niet loslaten. Geen dag!