Gedicht 6

Het schrijven pakt mijn handen vast.

Ieder uur het kijkend wit en de horende leegte.
Ik voel wat mij is aangeleerd.

Ik schrijf en doe mijn vierentwintig uren met geduld.
Ik schrijf en verwar elke zin met de zin van het leven.

Ik schrijf om na mijn dood met je te blijven praten,
Om bij jou te blijven als ik weg moet gaan.

Leonard Nolens
uit: Hommage aan het woord (1981)
Opgenomen in ‘Laat alle deuren op een kier’
Em. Querido's Uitgeverij B.V., Amsterdam, 2004