Een psalm voor het smelten
Nu ik weet dat ijs-hoge
torens die het menselijk woelen
in al die kantoren
van bazen en bazinnen
liefde en onvermogen
van binnen niet voelen of horen,
dat die kunnen smelten
in luttele seconden
de pratende omzetten
in pruttelend vlees
en de haatvolle hitte
die hele lieve bevolking
om kan zetten tot een
dikke witte wolk
die na dagen zout en zacht
vredig neerzinkt als een grijze vacht
zodat de nu overtollige
tafels en stoelen, kopjes en borden
binnen verre huizen
mollige wezentjes worden,
en ver buiten de stad
op het gras, het verlaten speelgoed,
het poeder blijft praten
over wie het zopas nog,
al pratende, was,
nu ik dat weet, Systeem,
nu weet ik niets meer
Leo Vroman:
Uit Tweede Verschiet,
Uitgeverij Querido, 2003