In de maneschijn, in de maneschijn,
Klom ik op het trapje naar het raamkozijn.
Maar je waagt het niet, maar je waagt het niet.
Zo doet een vogel en zo doet een vis,
Zo doet een duizendpoot
Die schoenenpoetser is.
En dat is één en dat is twee,
En dat is dikke, dikke, dikke tante Ké,
En dat is recht,
En dat is krom,
En nu draaien we het wieletje nog eens om,
Rom bom!
Klom ik op het trapje naar het raamkozijn.
Maar je waagt het niet, maar je waagt het niet.
Zo doet een vogel en zo doet een vis,
Zo doet een duizendpoot
Die schoenenpoetser is.
En dat is één en dat is twee,
En dat is dikke, dikke, dikke tante Ké,
En dat is recht,
En dat is krom,
En nu draaien we het wieletje nog eens om,
Rom bom!