Opzij

Mijn vrouw voert broodresten

aan de zwanen, erbarmen

is zij in de zomerzon, waar

vogels eten samen, slechts dons

en veren op het kalme meer. Ik

onbezonnen jongeling, een schaduw

op haar achtergrond weet: Telkens weer

ontroert ze mij. Ze pakt mijn hand, ik

zie nu kruimels en haar glimlach

van opzij.


© Karel Wasch
Uit: Het geluid van denken
In de Knipscheer 2018