Het geluid van denken
Ongetwijfeld waren ook voor haar
die ruzies vermoeiend,
eens stond de slaapkamerdeur op een
kier, waar ik de tijd dichtte met
liefdespoëzie voor een onzichtbare
geliefde.
Ze kwam niet binnen; vroeg alleen op matte
toon of ik iets wilde eten.
Mijn uitgehongerde geest gaf al geen antwoord
meer en alleen een leeslamp verlichtte
mijn schrijfmachine, terwijl een
smalle straal licht van het portaal
de kamer even binnenstroomde, de weg
naar haar, voordat de deur met een
smak werd dichtgegooid.
Later vertelde mijn zoon, dat toen
hij klein was en in de kamer erboven
sliep, hij het prettig vond mij te
horen typen beneden.
Het was een troostend geluid zei
hij, alsof hij naar mijn denken
luisterde. Soms vraag ik me af
hoe het geluid van mijn
denken tot troost kan zijn,
integendeel
lijkt me.
© Karel Wasch
Uit: Het geluid van denken
In de Knipscheer 2018