Zusje - 1

Verdween mijn zusje onverwacht.
En niemand die haar lopen zag.

De zon sloop weg, de dag werd oud.
De maan kwam op, de nacht was koud.

We zochten haar aan strand en zee.
Misschien nam Westenwind haar mee.

We riepen hard en zongen zacht.
We zochten sporen in de nacht.

Maar alles gaat zoals het moet.
En zij bleef weg, voorgoed, voorgoed.

Nu zingt de wind een droevig lied.
Vergeet mij niet, vergeet mij niet.

Johanna Kruit
uit “Wie weet nog waar we zijn?”
Uitg. Leopold Amsterdam - 1999