De schepen

Van ver kwamen de schepen. Vreemde namen
in tekens die ik niet kon lezen
hielden beloftes in. Ik dacht te weten
waarom en met welk doel ze kwamen.

“Jij spoelde aan, ik droomde dat je kwam.
Toen ik je vond was je nog nat”.
Omdat mijn moeder nooit gelogen had
werd ik prinses die wachtte aan de kant.

De schepen kwamen langzaam dichterbij
en kozen zee. Na jaren gaan en komen
spoelden zij gaten in mijn dromen.
Dat wat niet waar was, was ineens voorbij.

Johanna Kruit
uit “Omtrent het getij”
Uitg. Thomas Rap – Amsterdam - 1985