In Memoriam Karel Van de Woestijne
Veel dichters zochten in Parijs, in Londen,
Voor ’t moede hoofd vergeefs een harden steen,
Maar op het doodsbed werd hun harte sereen:
Hun lied werd eindelijk met hun droom verbonden.
Gepijnigd door het leven als niet één,
Het zwakke lijf vol ziekten en vol wonden,
Heeft ook weer hij de diepe rust gevonden
Op’t blanke doodsbed, maar ook daar alleen.
Bedwelmd door licht en vreedzame’ appelgeur,
Gij die het leven mint, en wien de kleur
Des hemels nooit zoo zoet was als vandaag,
Waar zal uw vreugd te leven zich verschuilen,
Wat is uw antwoord op de bittre vraag:
Wilt ge uw bleek lot niet voor het zijne ruilen?
Jan van Nijlen
Uit: Geheimschrift
Enschedé, Haarlem, 1934