ik vind de weg wel door het bos.
Mijn hart is sterk, mijn oog is open.
Kom, laat mij lopen, laat mij los.
Vrees je dat ik de weg niet vind,
mijn vrijheid al te duur zal kopen?
Jij vader was ook eenmaal kind,
en toch ben jij ook weggelopen.
Kom, laat mij lopen, laat mij los.
© Jan van Nijlen
uit: Verzamelde gedichten,
Van Oorschot 1964