bleef wat hangen in het sleepvoetende huis
om een uur te sterven met een oude vriend
rook er licht naar de oorlog die ongemerkt
was gaan liggen maar de hoge piano
stond er nog met al haar
tien stijve vingers
nog amper ademen, vrachten verhalen
verzwijgen. het was de maag, het haperende
hart, het waren de rennende kinderen, daar
buiten op straat, een step vergeten, de hoge
blauwe bal die over de heg vloog
waar bleef hij toch
de bomen zetten hun tanden in de nacht, die
als een druppel leven van zijn lippen vloeide: wat
hebben we gelachen, had nog zo graag naar
wenen gewild, en: oude vrienden
sterven niet. maar dat laatste heb ik
niet meer gehoord
Jabik Veenbaas
De zon, het smalle bed, mijn lichaam
De Contrabas mei 2009