zoals jij dit huis vindt, de gele beer in je kamer
zo vond ik zelf ooit mijn eerste oude, het sterke
rode dat ronddreef in een zee van weide, zo
zal ik jou wiegen in mijn rusteloos, rusteloos
zoals ik keerde naar het huis met het licht,
het licht dat op de zomertuin vol rozen
en ik die nog verder, ik rende zomaar
de weg af met mijn rusteloos, rusteloos
woonde in zoveel vreemde sindsdien, een huis
als een schip dat op stuurloze golven,
zonk weg in zijn donkere gangen, een huis
zonder muren als een rusteloos, rusteloos
maar ik zal jou wiegen, kleine, in je eerste,
lieve huis, als was het voor eeuwig, en waar
in al je huizen van later vind je ooit een thuis
als je eerste voor je rusteloos, rusteloos
Jabik Veenbaas
Uit: Brieven aan mijn kind
BnM mei 2007