PieterD schreef:Rob Haster schreef:Maar,... als ik dit lees op De Neef's website, dan denk ik: Yes! Daar kan ik wat mee, opzoeken die gedichten!
"Poezie beoogt geen verklaring maar is verwondering voor het mysterie. Is deel van de „open religie“ zoals R.M. Rilke het bedoelde, vrij van etiketten, voorschriften, dogma's en van iedere vorm van openbaring.
Ik noem het dat ogenblikelijke gevoel van „samenheid“, respect, verantwoordelijkheid en verwisselbaarheid. Want Poëzie is samenhang, is dichtheid, is overleving. Zij schuwt iedere vorm van hierarchie, evalueert niets of niemand. Maakt geen onderscheid tussen dier, mens en ding; zij is aandacht, „totale aanwezigheid."
ROGER M.J. DE NEEF

Betekent toch niet dat je boos bent? Zou ik heel erg vinden. Ik wil ook helemaal mijn gelijk niet halen, ik begreep alleen niet dat iemand poëzie leest om ergens een verklaring voor te vinden, en dat de Neef dan tegen deze imaginaire groep stelling neemt. Ik trek mijn qualificatie "dom" in en vervang die door overbodig.
Ik heb voor jou ook nog een vraag:
kun jij deze vier of vijf beweringen uitleggen?
Ik noem het dat ogenblikelijke gevoel van „samenheid“, respect, verantwoordelijkheid en verwisselbaarheid.
Pieter
Ik denk dat niemand poëzie leest om ergens een verklaring voor te vinden, dan pak je een woordenboek of een encyclopedie. Ik denk dat iemand poëzie leest om eigen gevoelens te herkennen in een gedicht of om dingen op een verrassende manier benaderd te zien.
Maar dat staat er ook niet. Ik zal proberen dit stukje op de Gradamanier te bespreken.
Poezie beoogt geen verklaring maar is verwondering voor het mysterie.
Poëzie heeft niet als doel een verklaring te vinden maar is verwondering voor het onbegrijpelijke (het raadsel) is de letterlijke vertaling.
Is deel van de „open religie“ zoals R.M. Rilke het bedoelde, vrij van etiketten, voorschriften, dogma's en van iedere vorm van openbaring.
Poëzie is een deel van de 'open geloofsleer' zoals Rilke het bedoelde, vrij van etiketten, voorschriften, het vastomlijnde en van iedere vorm van openbaring.
Hoe bedoelde Rilke het is de vraag? Rilke heeft verschillende periodes gehad. Naar welke periode en open geloofsleer wordt verwezen?
Bij Kunstbus staat:
De gedichten van Rainer Maria Rilke hebben vaak een mystieke inslag: soms is het thema de relatie van de dichter met God, soms ook is de dichter een 'ziener': hij ziet de essentie van mens en dier en probeert zich in te voelen in hun diepste innerlijk.
In het werk van de Duitser Rainer Maria Rilke (1875-1926) primeert aanvankelijk het estheticisme: zijn stijl is impressionistische en kenmerkt zich door een geraffineerde en vaak gemaniëreerde vorm en door ritmisch-lyrisch proza (zie bijvoorbeeld Die Weise von Liebe und Tod des Cornets Christoph Rilke uit 1889).[...]
Zijn vroege proza getuigt van een (vertwijfeld) geloof in het goddelijke, dat zich in de natuur openbaart. Daarnaast spelen de dood, als inherent aan het leven, en de eenzaamheid een grote rol in dit sensitieve proza. Sommige verhalen zijn symbolistisch, andere vooral naturalistisch of impressionistisch. De plasticiteit uit het latere lyrische werk is nagenoeg afwezig.
Geleidelijk aan echter evolueert Rilke in Das Studenbuch (1905) en Neue Gedichte (1907-1908) naar een beeldende stijl die moderner aandoet: zijn Dinggedichte, waar Rilke poogt de dingen eerder van binnenuit dan van buitenaf te beschrijven, kenmerken zich door een eenvoudige dictie en een sterke symbolische lading.
Rilke was diep onder de indruk gekomen van Rodin, bij wie hij een tijdlang in dienst was als particulier secretaris. Rodin, zei hij later, had hem leren kijken. Dit kijken kwam neer op intense concentratie, om het mysterie te kunnen zien ‘achter de schijnbare werkelijkheid'. Hij verdiepte zich in een onderwerp - een object, een dier, een mythe, een stadsbeeld of landschap, een historische of allegorische figuur - totdat zo'n onderwerp in verhevigde vorm voor hem ging leven en tot hem sprak met een werkelijk nieuwe stem.
Rilke's nieuwe gedichten lijken door hun compacte zeggingskracht soms gecompliceerd maar zijn nooit hermetisch, zoals de grote werken uit zijn laatste periode.
Dus... wat bedoelt Neefs met die opmerking...
Ik noem het dat ogenblikelijke gevoel van „samenheid“, respect, verantwoordelijkheid en verwisselbaarheid.
Poëzie is dus als ik het goed begrijp dat onmiddelijke gevoel van samenheid... het woord samenheid staat niet in het woordenboek maar ik neem aan dat hier een wederzijdse herkenning van een gevoel bedoeld wordt.
Poezie is dus dat ogenblikkelijk gevoel van samenheid en
respect - (Volgens van Dale eerbied, ontzag)
verantwoordelijkheid (1 de plicht verantwoording af te leggen 2 grote zorg en toewijding die voor iets vereist zijn)
verwisselbaarheid. (als woord staat het niet in de Van Dale, wel Verwisselbaar - kunnende verwisseld worden)
verwisselbaarheid??? Ja als Pablo Neruda over zijn land schrijft toont hij respect en verantwoordelijkheid maar verwisselbaarheid? Wat bedoelt Neefs met verwisselbaarheid? Is poëzie het gevoel van verwisselbaarheid? want dat zegt Neefs. Bedoelt hij daarmee dat je van gedachten kunt wisselen? Dat mensen het gelijk begrijpen en je dus woordeloos van gedachten wisselt? (Het is natuurlijk niet woordeloos want de woorden zijn er, die staan in het gedicht.)
Maar IS poëzie dat gevoel van samenheid, respect, verantwoordelijkheid en verwisselbaarheid??
Want Poëzie is samenhang (Volgens Van Dale - logisch geheel) .
Poezie is een logisch geheel?
dichtheid (volgens Van Dale de mate van onderlinge nabijheid vd delen )
Met andere woorden - denk ik - één geheel???
overleving (overleving staat niet in Van Dale maar overleven is o.a. doorstaan, niet uitgeschakeld worden door of tijdens.)
Met andere woorden - denk ik- doorstaat de tijd?
Alle drie, samenhang, dichtheid, overleving zou IN poezie kunnen maar IS volgens mij geen poëzie.
Zij schuwt iedere vorm van hierarchie, evalueert niets of niemand. Maakt geen onderscheid tussen dier, mens en ding; zij is aandacht, „totale aanwezigheid."
Zij schuwt (uit de weg gaan ) iedere vorm van hiërarchie ( rangorde in het priesterambt, bij ambtenaren enz.) evalueert (achteraf bespreken om ervan te leren) niets of niemand.
In gewoon Nederlands dus...Poëzie gaat iedere rangorde uit de weg en bespreekt achteraf niets of niemand ???? (Waar slaat dit op)
Poëzie maakt geen onderscheid tussen dier, mens en ding (dat is duidelijk)
Poezie is aandacht (oplettendheid, belangstelling)
Poëzie is "totale aanwezigheid" In alles zit poëzie ? Of wordt bedoeld dat de dichter in alles poëzie ziet? Poëzie is alom vertegenwoordigd? Net zoals gelovigen de hand van God in alles vertegenwoordigd zien? (Dit is een voorbeeld, en het is niet de bedoeling en ook ongewenst om het uitgebreid over het geloof te hebben, zoals inmiddels wel bekend is)
Misschien dat iemand van het bovenstaande in gewoon Nederlands een begrijpelijk geheel van kan maken?
Ik kan het niet en volgens mij kan Neefs het zelf ook niet. het 'klinkt' allemaal prachtig, maar wat staat er eigenlijk?
In het kader van
er staat wat er staat heb ik het geprobeerd, maar mij is het niet gelukt dan ook nog te begrijpen wat er staat.
Dettie
die Tiba's antwoord niet gelezen had toen ze dit plaatste