In het pianozaaltje
Hier speelde ze voor u in het pianozaaltje
De snaren gister of van ochtend nog gestemd
De toonvork in de klankladder geklemd
Ik leerde snel het muzikantentaaltje
Bekijk de ruimte: ’n zuiltje hier en daar een paaltje
In onze honger naar het stuk nog afgeremd
Tot daar verscheen in rok, plastron en galahemd
En afgewogen op een apothekerschaaltje
De dirigent. Applaus. Toen kwam de pianiste.
Ovatie van opstaand publiek met handgeklap
Daar schreed ze naar haar instrument, bezag de piste.
De nooduitgang en haar kunstenaressenschap
Waarna ze zich van de pedalen vergewiste,
De toonladder beklom met een besliste stap.
Dirk van Babylon