Tamminga, ook ik verloor een zoon.
Toorn richting de hemel, die met zwijgen
werd beloond. Laagtij voor het zware hart.
Weten: niet méér dan ijdel wachten lijkt
dit leven, nu het moet geleefd. Mijn zoon
is droomschuim, rouwkruid, inkt op perkament.
Vaders tronen hoog, hoogmoedig, boven
eigen schepsels uit. De natuur verdraagt
dat niet en straft. Inktwaan, zangdrift,
en het leven in een leeg heelal.
Chrétien Breukers
Uit: Gysbert Japics bezoekt het Drielandenpunt,
verschijnt in augustus bij De Friese Pers