Getijde *

IV

 

Ik heb het allemaal zelf bedacht:
de dansen, het water,
de auto, het ijs.

Alleen jou, jou heb ik niet bedacht.
Jij was uit de doorzichtige tijd gekomen
misschien zoals ik, misschien anders.
Jij had een miljoen jaar wereld
als een eierschaal achtergelaten
en daar sta je
boven op het bestaande

een vlinder in de winter.

Tot het ogenblik kruimelt, breekt
en ons opvreet
en zichzelf verteert tot de wolk
die zo groot was als alles

en zo groot was als niets.
© Cees Nooteboom
uit: Rollende stenen, getijde,
met schilderijen van Jan van den Berg Eindhoven,
Stichting Plint 1991
* Dit gedicht maakt deel uit van
het vierluik 'Getijde'.