Het tijdstip

het was vier uur in de ochtend
het tijdstip waarop ik wakker werd
behoedzaam ben ik op gaan staan
angstig met het onbestemde voorgevoel
kleedde ik me toch maar haastig aan

in mijn afgelegen huis
kon het wel weken duren
voor mijn overschot zou zijn ontdekt
daarom besloot ik te gaan lopen
door de stil gevallen stad
waar in kilte opgenomen
mijn leven toch nog werd gerekt

lantaarnlicht werd fletser
schuchter kwam verkeer op gang
straten pleinen kaden
ik nam er steeds weer afscheid van
maar de dood is niet verschenen
mijn leven zou nog duren

Alfred van Haskerland
1987