Dodenherdenking op de Grebbeberg


koraalmuziek als klinkend rouwbeklag
tot ieder zich heeft opgesteld
een zitplaats is verwanten toegewezen
zij staren op de rijen witte stenen
de triniteit der krijgsmachtstaven
staat roerloos en formeel vooraan

een trompet verbant ’t laatste woord
in de schrale wind ontluikt de stilte niet
er wiekt een vogel er hoest een vrouw
dan dringt de tijd en zwijgen de minuten

de dag verliest de schemer wint het al
wat onverwerkt blijft in de litanie
dooft in het jaarlijks slinkend nabestaanden tal

het protocol schrijdt voort
kransen worden overdragen
een aalmoezenier klaagt oorlog aan

stil zou de omgang moeten zijn
tussen verzorgde graven door
niet ieder is daadwerkelijk betrokken
een lach klinkt op nu het donker wordt

Alfred van Haskerland
mei 1987/2006