balalaika en gitaar

een jong stel met instrumenten
nomaden in het U-Bahn web
komt gehaast het treinstel binnen
het wordt voor ons een muzikale rit

zij verleidt haar balalaika tot een droevig lied
meeslepend klinkt dat op en tekent de gezichten
de gitaar weeft luchtig variaties in de melodie
verzachtend is dat niet zo voelbaar blijft verdriet

we naderen een bovengronds station
de wielen gaan er over wissels luid te keer
zij overstemmen met een ongehoord applaus
waarvoor het tweetal wel immuun zal zijn
het bedelt nog gehaast om eurocenten

dan ontdek ik na het stoppen van de trein
de droeve klanken in me als refrein
het hoorbaar heimwee naar hun vaderland
heeft voor mij die dag de toon gezet

Alfred van Haskerland
april 2006