Poëzie-Leestafel Poëzie-Leestafel
  • Poëzie
    • Overzicht A-B-C-D
    • Overzicht E-F-G-H
    • Overzicht I-J-K
    • Overzicht L-M-N
    • Overzicht O-P-Q-R-S
    • Overzicht T-U-V
    • Overzicht W-X-Y-Z
    • Thema's
  • Gedicht uitgelicht
  • Biografieën
  • Recensies bundels
  • Poëzie schrijven
  • Linken
  • Forum
  • Zoeken
  1. U bevindt zich hier:  
  2. Startpagina
  3. Toon Tellegen

Toon Tellegen

 

 


Ze hoorde mij niet

 

Anna Karenina op weg naar het station...
Ga terug! Sla een zijstraat in!
... tussen de mensen op een perron...
Hoor je me niet! Ga terug!
... de remmen, de stemmen...
Ga terug!!

Het boek glijdt uit haar hand.
Riep ik te zacht?

Maar er is toch genade?
Er is toch meer dan ons lot?

Ze raapt het boek weer op en sluit haar ogen,
buigt zich voorover
en verdwijnt in het papier.

Ze hoorde mij niet.

Toon Tellegen
Uit: Minuscule oorlogen,
- niet met het blote oog zichtbaar
Querido Amsterdam 2004


Soms, een enkele keer...


Soms, een enkele keer,
met heel veel moeite en voornamelijk toevallig,
lukt het iemand
om met beide armen zijn verdriet te omvatten.
Hij tilt het op
Laat de deur niet op slot zijn nu..
Hij duwt hem open met zijn knie
en loopt met grote breedsporige passen naar buiten.
Kijk uit! roept hij
want het verdriet is zo groot dat hij er niet overheen kan kijken,
en doorzichtig is het nooit.
Ver weg, in een sloot of op een drassige plek
onder populieren
of achter een scheve schutting tussen autobanden,
speelgoed, resten van een vuur,
gooit hij het neer

en fluitend loopt hij terug naar huis.

Toon Tellegen,
Uit "Als wij vlammen waren",
Querido Amsterdam 1996

Een appel

 

Er ligt een appel op een schaal
voor een open raam-
als hij zou kunnen denken zou die appel denken:
is dit nu beurs, zo n doof gevoel...
hij is nog zoet,
maar hij wordt al moe zoals alleen een appel
moe kan worden,
hij rimpelt en verkleurt,
het is een warme dag, niets grijpt om zich heen
en niets gebeurt
en een hand pakt hem op, draait hem rond
en gooit hem door het raam-
als hij zich zou kunnen verbazen zou die appel
zich verbazen en denken:
is dit nu ten einde raad,
of is dit nu de opperste verwarring?
De avond valt, wormen komen op hem af,
en hij zou denken:
als ik nog kon glanzen dan zou ik nu toch glanzen...
zijn laatste gedachte
zou dat zijn.

Toon Tellegen,
uit: Een langzame val
Querido Amsterdam 1991


Ik schreef je dat je geen illusies...


Ik schreef je dat je geen illusies...
ik heb het je meteen gezegd, de eerste keer,
ik had het bij me op een briefje
en ik schreef het op de rand van een krant
en op een kalender aan je muur,
en ik zei het in je oor, in de deuropening,
en op straat, aan een kade,
ik riep het naar je over het water
in het licht van een zwiepende straatlantaarn,
en jij riep terug;
"Ik ook van jou".

Toon Tellegen,
Uit: De andere ridders
Querido Amsterdam 1984


Waarom schrijf ik

 

Ik schrijf omdat ik wil schrijven
dat ik gelukkig ben.

Op een dag zal het zover zijn
en zal ik schrijven-
met mijn tong tussen het puntje van mijn tanden,
en met rode oren en rode wangen;
ik ben gelukkig.

Als ik daarna ooit nog twijfel
en meen dat ik verdrietig ben of de wanhoop nabij
of zelfs reddeloos verloren,
kan ik altijd opzoeken wat ik werkelijk ben:
gelukkig.

Toon Tellegen
Uit: Gewone gedichten
Querido Amsterdam 1998

Voorkomen is beter

 

God schudt zijn ernstig betwijfelde hoofd -

als voorkomen beter was dan genezen,
dan was hij nergens aan begonnen,
dan was het nu nog nul uur nul
op de nulde dag
en bleef het dat -

hij bijt op zijn niet langer voorstelbare nagels
en gluurt naar beneden -

straks gaat hij genezen,
in zijn aandoenlijke wijsheid weet hij alleen
waarvan.

Toon Tellegen,
Uit: Wie A zegt: gedichten,
Querido Amsterdam 2002


Ik dacht dat hoog in de lucht...

Ik dacht dat hoog in de lucht
mijn dood werd bewaard
in een zwarte ketel op een vuur
dat af en toe werd opgepord.
Op een keer zou mijn dood overkoken,
naar beneden stromen.
Ik had die gedachte op de hoek
van een bepaalde straat
op weg naar school.
Ik keek daar vaak omhoog
met een eigenaardig gevoel in mijn keel.
Ik zag nooit iets anders dan wolken, kraaien
of een meeuw.
Maar ik wist dat dat vuur daar brandde,
ik kon het sissen en pruttelen horen
en dacht: nu, nu misschien...
telde tot drie
en liep weer door.
Ik was bijna morsdood,
maar ik leefde nog.

Toon Tellegen
uit: Een langzame val,
Querido Amsterdam 1991

Denkend aan Pessoa

 

Het leven is niets,
maar er is tenminste nog vraatzucht -

er is overal nog wel iets van vraatzucht,
laten we comités oprichten met beschermheren
en ereleden
en overvloedige banketten
om de vraatzucht te redden.

Ze schrijven op muren en viaducten:
'Weg met de vraatzucht',
ze gooien bommen in eetcafés en snoepfabrieken,
in keukens en snackbars,
ze weten niet wat ze doen
(vergeef ze)
wij,
wij laten ons natregenen met onze neus tegen ramen:
daarbinnen schrokken ze, zwelgen ze, glijden ze langzaam
onder tafel,
wij laten ons opsluiten in reusachtige pasteien en taarten,
tot de dood ons vindt,

o vraatzucht, ster van zilver en linnen,
wij nemen... eh... laat eens kijken... ja, dit... hier...
met een rode bourgogne, een Port-Victoire,

want het leven is niets.

Toon Tellegen
uit: Gewone gedichten
Querido Amsterdam 1998

Opgestaan

 

Pasen,
regen, verlaten wegen -

pascha
en eieren paars en donkerrood -

drie keer kussen op elkaars wangen,
'Christus is opgestaan,' moest ik zeggen,
'Hij is waarachtig opgestaan,' zei de ander -

ik drukte mijn neus tegen een raam,
keek naar de glimmende straat
en zei zachtjes tegen mezelf:
'Christus is opgestaan,
zijn plaatsje is vergaan,
Christus is opgestaan...'

dominees gingen voorbij, met steeds kortere
tussenpozen,
zij wisten het precies,
ik sliep op de achterbank op weg naar huis.

Toon Tellegen
uit:Wie A zegt
Querido Amsterdam 2002

Aan het einde van de dag

 

Aan het einde van de dag,
als iemand aan komt hollen met de liefde,
als je moe bent en onhandig en toevallig net verward in een warnet
van angsten –
wat moet je doen,
wat moet je met de liefde doen, donzig, schrikachtig,
die iemand je nog brengt?

Toon Tellegen
Uit: Alleen Liefde,
Querido Amsterdam 2002


Een man ging weg...


Een man ging weg
en kwam na enige tijd weer terug.
Toen ging een vrouw weg.
Ah! Dacht de pijn.
Maar de vrouw kwam weer terug.

Het werd winter.
Verstandige besluiten reden af en aan.

Het werd lente
en weer ging de man weg.
Maar hij kwam zó vlug terug
dat hij eigenlijk nog niet was weggegaan.
Er werd berouw bezorgd, schaamte en kostbaar schuldbewustzijn,
dat schitterde in de zon.

Het werd zomer.
En weer ging de vrouw weg.
Ah! Dacht de pijn.
En zij kwam niet terug.
Aha! Dacht de pijn.

Toon Tellegen
Uit: Alleen Liefde,
Querido 2002

Een versje

 

Zij keek naar mij.
Waar heb je dát uit, vroeg ik.
Uit zee, zei zij.
En streelde mij.

Zij streelde mij.
Hoe wist je dít, vroeg ik.
Ineens, zei zij.
En kuste mij.

Zij kuste mij.
Hoe kom je dáár aan, vroeg ik.
Vanzelf, zei zij.
En lachte om mij.

Zij lachte om mij.
Mijn God, zei ik.
Niet waar, zei zij.
En keek naar mij.

Toon Tellegen
Uit Alleen Liefde,
Querido, Amsterdam 2002

De Schaatser

 

Rijdend over de vesten bij zonsondergang,
de krullen van mijn moeder achterna
op rondgeslepen schaatsen,
mijn handen soms, even krampachtig op mijn rug,
let ik op schraapsel, stukjes papier, scheuren.
De grote toren aan mijn linkerkant,
de lucht langzaam paars, met twee meeuwen,
stijf riet langs de oevers en een wit gemaal,
de baanveger nog sloffend op het pad
naar de poort, naar het café,
ben ik alleen
op ijs dat gaarne breken zou voor mij,
nu.
En het water sloot zich boven onze hoofden,
zou ik zeggen tegen de eerste die ik daar
tegenkwam,
haar jurk van roze linnen, met rafelige gaten.
Het ijs wordt snel dunner. Het golft.
Ik hoor het klotsen onder de lage brug.

Toon Tellegen,
uit: De aanzet tot een web
Querido Amsterdam 1981


Ik werd geboren...


Ik werd geboren
en iemand kwam aansjokken, zette een ladder
tegen mij aan en klom naar boven
met op zijn rug mijn ziel en mijn gedachten

Het begon te regenen
en hij sprong naar beneden, holde weg
om te schuilen, riep nog over zijn schouder:
'Wees gelukkig! Wees maar gelukkig!'

De zon verscheen,
maar er klom niemand meer naar boven.
Niemand legde uit hoe ik mijn gedachten
moest gebruiken,
niemand bracht schaduw,
niemand haalde de ladder weg,
niemand zei dat er niemand meer zou komen.

Toon Tellegen
Uit: Langzame val
Querido Amsterdam 1991


Kom terug...


'Kom terug.'
Als ik die woorden eens zó zacht kon zeggen
dat niemand ze kon horen, dat niemand zelfs kon denken
dat ik ze dacht...

en als iemand dan terug zou zeggen
of desnoods alleen maar terug zou denken
op een ochtend:
'Ja.'

Toon Tellegen
uit: Over liefde en niets anders
Querido Amsterdam 1997

Een brief

 

Ik heb ijskoude vingers.
(Maar ze trillen niet. Dat nooit!)

Ik schrijf een ijskoude brief,
een brief zó koud dat de lucht rondom de brief
bevriest.
Ik sta voortdurend op
om elders adem te halen.
Alles wat ik schrijf is waar.

Halverwege de brief schrijf ik plotseling,
na een lange, ijskoude opsomming:
‘En toch…’

Waardoor de brief ontdooit
en ongelezen wegstroomt
naar zee.

Toon Tellegen
Uit: Minuscule oorlogen,
niet met het blote oog zichtbaar
Querido, 2004

Men moet

 

Men moet altijd enigszins verdrietig zijn,
anders is men verloren,

maar men moet wel een beetje verloren zijn –
van het reddeloze soort –
anders zou men alleen maar gelukkig zijn,

toch moet men ook gelukkig zijn,
zo maar gelukkig kunnen zijn,
in alle staten van geluk,

anders zou men maar verdrietig zijn,
enigszins verdrietig
altijd.

Toon Tellegen
Uit: Minuscule oorlogen,
niet met het blote oog zichtbaar
Querido, Amsterdam 2004

Lees de reacties op het forum, klik hier!

Copyright © 2004-2025 Poëzie leestafel  -  Alle rechten voorbehouden.
Niets van deze site mag ter publicatie worden overgenomen.
Indien nodig kunt u contact opnemen met de beheerder van Leestafel, e-mail: dettie@poezie-leestafel.info