Het regende
en God verzonk in gepeins
(maar eerst rukte hij zich nog los,
hij hield niet van hun manieren)
en al peinzend
waadde hij door leven en door dood,
door waanzin en nalatigheid,
door waarheid en door angst,
zag hoe zij frunnikten aan elkaars jas
en daalde peinzend af
langs de smalle trap van hun rede-
'Ik heb het geweten,' mompelde hij. 'Ik heb het geweten.'
Toon Tellegen
Uit: Kruis en munt
Querido 2000
Op een dag, maar misschien ook nooit,
en tien seconden later,
knarsend, krakend:
'Wat heb ik nú weer gezegd...'
Toon Tellegen
Uit: Kruis en munt
Querido/Poetry International,
Amsterdam/Rotterdam 2000
Het moet pijnlijk zijn:
altijd, hoe dan ook.
Ik moet het er nooit mee eens
zijn.
Met een lantaarn en een vergrootglas moet ik -
op mijn knieen en vervolgens op mijn buik -
de logica zoeken,
die het telkens laat vallen.
Het moet zich verheffen - daar mag geen twijfel over zijn -
het moet zich altijd verheffen uit zijn nederige stoel,
de ramen opendoen
en zingen - luidkeels, schor en onzinnig -
over de liefde en over mij,
de geur van rozen en onsterfelijkheid, bijna geloofwaardig,
om zich heen,
en nog pijnlijker moet het zijn, nog veel pijnlijker.
Toon Tellegen
Uit: Gewone gedichten,
Querido 1999
Dit zijn mijn gevoelens,
ik koester ze,
maar ze kronkelen en wrikken,
ze zijn vluchtig en glibberig,
hoe maak ik ze oprecht –
ze trappen en bijten,
ze worden groot en krijgen nagels,
ze sollen met me,
slingeren me heen en weer,
ze zijn hevig, smartelijk en overweldigend
maar niet oprecht –
ik kijk in een spiegel,
ik zie er zeer gevoelig uit,
maar niet oprecht –
ten einde raad laat ik ze gaan,
ze schieten weg,
ze glinsteren en gonzen –
nooit waren gevoelens zo mooi
en zo oprecht –
ik loop over straat, ik sta voor mijn raam,
ik ben de beminnelijkheid zelve.
Toon Tellegen
Uit: Minuscule oorlogen,
niet met het blote oog zichtbaar
Querido, Amsterdam 2004
Ze hoorde mij niet
Anna Karenina op weg naar het station...
Het boek glijdt uit haar hand.
Riep ik te zacht?
Maar er is toch genade?
Er is toch meer dan ons lot?
Ze raapt het boek weer op en sluit haar ogen,
buigt zich voorover
en verdwijnt in het papier.
Ze hoorde mij niet.
Toon Tellegen
Uit: Minuscule oorlogen,
- niet met het blote oog zichtbaar
Querido Amsterdam 2004
Soms, een enkele keer...
Soms, een enkele keer,
met heel veel moeite en voornamelijk toevallig,
lukt het iemand
om met beide armen zijn verdriet te omvatten.
Hij tilt het op
Laat de deur niet op slot zijn nu..
Hij duwt hem open met zijn knie
en loopt met grote breedsporige passen naar buiten.
Kijk uit! roept hij
want het verdriet is zo groot dat hij er niet overheen kan kijken,
en doorzichtig is het nooit.
Ver weg, in een sloot of op een drassige plek
onder populieren
of achter een scheve schutting tussen autobanden,
speelgoed, resten van een vuur,
gooit hij het neer
en fluitend loopt hij terug naar huis.
Toon Tellegen,
Uit "Als wij vlammen waren",
Querido Amsterdam 1996
Er ligt een appel op een schaal
Toon Tellegen,
uit: Een langzame val
Querido Amsterdam 1991
Toon Tellegen,
Uit: De andere ridders
Querido Amsterdam 1984
Ik schrijf omdat ik wil schrijven
Op een dag zal het zover zijn
en zal ik schrijven-
met mijn tong tussen het puntje van mijn tanden,
en met rode oren en rode wangen;
ik ben gelukkig.
Als ik daarna ooit nog twijfel
en meen dat ik verdrietig ben of de wanhoop nabij
of zelfs reddeloos verloren,
kan ik altijd opzoeken wat ik werkelijk ben:
gelukkig.
Toon Tellegen
Uit: Gewone gedichten
Querido Amsterdam 1998
God schudt zijn ernstig betwijfelde hoofd -
als voorkomen beter was dan genezen,
dan was hij nergens aan begonnen,
dan was het nu nog nul uur nul
op de nulde dag
en bleef het dat -
hij bijt op zijn niet langer voorstelbare nagels
en gluurt naar beneden -
straks gaat hij genezen,
in zijn aandoenlijke wijsheid weet hij alleen
waarvan.
Toon Tellegen,
Uit: Wie A zegt: gedichten,
Querido Amsterdam 2002
Ik dacht dat hoog in de lucht...
Ik dacht dat hoog in de lucht
mijn dood werd bewaard
in een zwarte ketel op een vuur
dat af en toe werd opgepord.
Op een keer zou mijn dood overkoken,
naar beneden stromen.
Ik had die gedachte op de hoek
van een bepaalde straat
op weg naar school.
Ik keek daar vaak omhoog
met een eigenaardig gevoel in mijn keel.
Ik zag nooit iets anders dan wolken, kraaien
of een meeuw.
Maar ik wist dat dat vuur daar brandde,
ik kon het sissen en pruttelen horen
en dacht: nu, nu misschien...
telde tot drie
en liep weer door.
Ik was bijna morsdood,
maar ik leefde nog.
Toon Tellegen
uit: Een langzame val,
Querido Amsterdam 1991
Het leven is niets,
er is overal nog wel iets van vraatzucht,
laten we comités oprichten met beschermheren
en ereleden
en overvloedige banketten
om de vraatzucht te redden.
Ze schrijven op muren en viaducten:
'Weg met de vraatzucht',
ze gooien bommen in eetcafés en snoepfabrieken,
in keukens en snackbars,
ze weten niet wat ze doen
(vergeef ze)
wij,
wij laten ons natregenen met onze neus tegen ramen:
daarbinnen schrokken ze, zwelgen ze, glijden ze langzaam
onder tafel,
wij laten ons opsluiten in reusachtige pasteien en taarten,
tot de dood ons vindt,
o vraatzucht, ster van zilver en linnen,
wij nemen... eh... laat eens kijken... ja, dit... hier...
met een rode bourgogne, een Port-Victoire,
want het leven is niets.
Toon Tellegen
uit: Gewone gedichten
Querido Amsterdam 1998
Pasen,
pascha
en eieren paars en donkerrood -
drie keer kussen op elkaars wangen,
'Christus is opgestaan,' moest ik zeggen,
'Hij is waarachtig opgestaan,' zei de ander -
ik drukte mijn neus tegen een raam,
keek naar de glimmende straat
en zei zachtjes tegen mezelf:
'Christus is opgestaan,
zijn plaatsje is vergaan,
Christus is opgestaan...'
dominees gingen voorbij, met steeds kortere
tussenpozen,
zij wisten het precies,
ik sliep op de achterbank op weg naar huis.
Toon Tellegen
uit:Wie A zegt
Querido Amsterdam 2002
Aan het einde van de dag,
Toon Tellegen
Uit: Alleen Liefde,
Querido Amsterdam 2002
Het werd winter.
Verstandige besluiten reden af en aan.
Het werd lente
en weer ging de man weg.
Maar hij kwam zó vlug terug
dat hij eigenlijk nog niet was weggegaan.
Er werd berouw bezorgd, schaamte en kostbaar schuldbewustzijn,
dat schitterde in de zon.
Het werd zomer.
En weer ging de vrouw weg.
Ah! Dacht de pijn.
En zij kwam niet terug.
Aha! Dacht de pijn.
Toon Tellegen
Uit: Alleen Liefde,
Querido 2002
Zij keek naar mij.
Zij streelde mij.
Hoe wist je dít, vroeg ik.
Ineens, zei zij.
En kuste mij.
Zij kuste mij.
Hoe kom je dáár aan, vroeg ik.
Vanzelf, zei zij.
En lachte om mij.
Zij lachte om mij.
Mijn God, zei ik.
Niet waar, zei zij.
En keek naar mij.
Toon Tellegen
Uit Alleen Liefde,
Querido, Amsterdam 2002
Rijdend over de vesten bij zonsondergang,
Toon Tellegen,
uit: De aanzet tot een web
Querido Amsterdam 1981
Ik werd geboren...
Ik werd geboren
en iemand kwam aansjokken, zette een ladder
tegen mij aan en klom naar boven
met op zijn rug mijn ziel en mijn gedachten
Het begon te regenen
en hij sprong naar beneden, holde weg
om te schuilen, riep nog over zijn schouder:
'Wees gelukkig! Wees maar gelukkig!'
De zon verscheen,
maar er klom niemand meer naar boven.
Niemand legde uit hoe ik mijn gedachten
moest gebruiken,
niemand bracht schaduw,
niemand haalde de ladder weg,
niemand zei dat er niemand meer zou komen.
Toon Tellegen
Uit: Langzame val
Querido Amsterdam 1991
en als iemand dan terug zou zeggen
of desnoods alleen maar terug zou denken
op een ochtend:
'Ja.'
Toon Tellegen
uit: Over liefde en niets anders
Querido Amsterdam 1997
Ik heb ijskoude vingers.
Ik schrijf een ijskoude brief,
een brief zó koud dat de lucht rondom de brief
bevriest.
Ik sta voortdurend op
om elders adem te halen.
Alles wat ik schrijf is waar.
Halverwege de brief schrijf ik plotseling,
na een lange, ijskoude opsomming:
‘En toch…’
Waardoor de brief ontdooit
en ongelezen wegstroomt
naar zee.
Toon Tellegen
Uit: Minuscule oorlogen,
niet met het blote oog zichtbaar
Querido, 2004
Men moet altijd enigszins verdrietig zijn,
maar men moet wel een beetje verloren zijn –
van het reddeloze soort –
anders zou men alleen maar gelukkig zijn,
toch moet men ook gelukkig zijn,
zo maar gelukkig kunnen zijn,
in alle staten van geluk,
anders zou men maar verdrietig zijn,
enigszins verdrietig
altijd.
Toon Tellegen
Uit: Minuscule oorlogen,
niet met het blote oog zichtbaar
Querido, Amsterdam 2004